Mierlo
waard. Er zijn dus geen veldwerken
van gemeentegrenzen die vóór 1880
zijn vastgesteld, en evenmin van ge
meentegrenzen die nadien zijn be
schreven met 'oude' percelen. Alles bij
elkaar is dat naar schatting op 30 tot
40% van de hedendaagse gemeente
grenzen van toepassing. Een bijko
mend probleem van kadastrale eiland-
kaarten is dat die aan weerszijden van
gemeentegrenzen niet goed op elkaar
waren aangesloten. Een praktisch
punt is ook dat het soms, en zeker voor
een 'buitenstaander', bijzonder lastig
is om een gemeentegrens die ooit eens met kadastrale
kenmerken is vastgesteld, met kadastrale stukken te re
construeren.
In de periode 1990-1997 heeft het Kadaster alle kadastrale
plans gedigitaliseerd voor het Landmeetkundig-Kartogra-
fisch Informatiesysteem (LKI). Hierbij zijn de geometrische
verschillen tussen de eilandkaarten aan weerszijden van ge
meentegrenzen geëlimineerd. Dit gebeurde op ambtelijk-
technisch inzicht, met een blik op de eventuele GBKN-on-
dergrond, de kwaliteit en schaal van de gebruikte kaarten,
enzovoort. Er zijn hiervoor geen gemeentegrenzen in het
terrein naverkend of gewijzigd; er zijn alleen correcties
aangebracht op de kaart.
Fig. 3.
De grenzen van één
gemeente zijn veelal
bij verschillende
gelegenheden
vastgesteld.
Vastlegging: de Topografische Dienst
Bij veel toepassingen in met name het kleinschaligere be
reik (bijvoorbeeld voor bestemmingsplannen en gebieds-
kaarten) worden niet de gemeentegrenzen van het Kadaster
gebruikt, maar die van de TDN. De TDN heeft op de topogra
fische kaarten 125.000, en later ook op de 110.000, altijd
gemeentegrenzen afgebeeld. Die zijn gebaseerd op de
eerste uitgave van de kadastrale kaarten. Bij latere grens
wijzigingen heeft de TDN soms wel gegevens overgenomen
van het Kadaster, maar dat gebeurde niet structureel.
Kadastrale kaarten sloten qua inhoud slecht aan op de topo-
Fig. 4.
Verschuiving van
een gemeentegrens
op topografische
kaarten van
verschillende
datum (1902 en
1988).
grafische kaarten, waardoor het over
nemen van een kadastraal vastgelegde
gemeentegrens door de TDN meestal
nauwelijks mogelijk was. De TDN had
doorgaans genoeg aan de tekeningen
uit het voorbereidingstraject van een
grenswijziging (waarvoor trouwens
vaak topografische kaarten zijn ge
bruikt). Omdat topografische kaarten
bij elke vernieuwing werden overgete-
lcend, gebeurde het regelmatig dat een
gemeentegrens wat afwijkend werd
getekend vanwege topografische ver
anderingen, ter wille van de leesbaar
heid en dergelijke (fig. 4).
De gemeentegrenzen op de topografi
sche kaarten zijn sinds de jaren '60 de
basis voor de bodemstatistiek van Ne
derland, en later ook voor de opper-
vlalctecijfers die gebruikt worden voor
de uitkeringen uit het Gemeentefonds.
Dat is één van de redenen waarom de
TDN al vroeg (1979) een digitaal ge-
meentegrenzenbestand (Topgrenzen)
heeft gemaakt. De actualiteit van Top
grenzen moet hoog zijn, omdat deze
cijfers elk jaar in de rijksbegroting
worden gebruikt.
Bestandsvergelijking
In het analoge tijdperk werden kaar
ten van de TDN en van Kadaster door
derden gebruikt voor gescheiden toe
passingen, waardoor verschillen in ge
meentegrenzen niet opvielen of niet
van belang waren. In het digitale tijd
perk nemen externe gebruikers de be
standen van beide diensten af, integre
ren die in hun GIS-omgeving, en con
stateren dat er de nodige verschillen
zijn tussen de gemeentegrenzen in
Topgrenzen en LKI. Dat is voor hun toe
passingen lastig, want wat is nu cor
rect? Het zal in ieder geval nodig zijn
om dat soort verschillen op te ruimen.
Voorts lijkt het niet zo efficiënt om bij
twee diensten digitaal gemeentegren
zen bij te houden; gegeven een gede
tailleerd basisbestand (LKI) zou daaruit
toch relatief eenvoudig een kleinscha
liger bestand voor de TDN kunnen
worden gegenereerd? (De verwachte
fusie van TDN en Kadaster maakt dat
nog vanzelfsprekender.) Dat vereist
uiteraard een analyse van de huidige
bestanden en de verschillen daartus
sen; het is iets te gemakkelijk om te
veronderstellen dat LKI foutloos zou
zijn.
GEODESIA 2001-7/8