Toetsing van het correctievlak binnen Nederland. In tabel 4 worden de vereffende correctieparameters A, B, C, D, E en F gegeven, alsmede een schatting van hun precisiematen. Uit de vlakvereffening volgt een correctie- vlak dat zich als volgt wiskundig laat beschrijven: AN(cp,k) 29,447 1,344 - 2,046 0,044 tpk-0,015 cp2- (12) - 0,023 k2 AN0 waarin AN(cp,k) de berekende correctie in geoïdehoogte is voor punt (cp, k), uit gedrukt in meters, en AN0 een hoogte- translatieconstante voor de gehele geoïde. Deze laatste genoemde para meter kan niet worden opgelost op ba sis van alleen geodetisch-astronomi- sche informatie. Fig. 5 laat tenslotte zien hoe de correcties voor de geoïde voor Nederland er uitzien. In de voorafgaande paragraaf is voor de geoïde voor Nederland een tweede graads correctievlak berekend op basis van beschikbare geodetisch-astrono- mische informatie. Het effect van dit berekende correctievlak op de geoïde is klein: gemiddeld zo'n 2 cm per 100 km. Dit komt alleszins overeen met de a priori precisiemaat van de geoïde voor Nederland: de (langgol- vige) fout wordt geschat op ongeveer 2 tot 3 cm per 100 km [8], Om na te gaan of de geconstateerde variantie in overeenstemming is met de opgegeven precisiematen, moet eerst worden onderzocht of de resi duen (e) normaal zijn verdeeld. Hiertoe zijn de z-scoren (z e/o) van alle resi duen grafisch uitgezet in een histo gram (fig. 6). Dit is gedaan voor zowel de breedte- als voor de lengtecompo nent. In dit histogram zijn ook de bij behorende normale verdelingen weer gegeven. Uit fig. 6 blijkt dat de resi duen redelijk normaal zijn verdeeld. Daarom kan de gemiddelde precisie van de verschillen (aA) zonder meer worden vergeleken met de RMS van deze verschillen. Uit tabel 5 volgt dat de geconstateerde variantie in over eenstemming is met de gemiddelde precisie van de verschillen (Fberekend Fkritisch)- Op basis van de residu-varian- tie kan tenslotte een schatting worden Fig. 5. Correcties aan de geoïde voor Nederland bepaald 53,00 op basis van de verschillen met de op geodetisch-astro- nomisch bepaalde schietlood- C X 52,00 afwijkingen. Isolijneninterval is J 0,010 m. 51,00 Correctie [m] 0,030- 0,040 n 0,020- 0,030 0,010- 0,020 0,000- 0,010 -0,010- 0,000 -0,020--0,010 -0,030--0,020 -0,040--0,030 -0,050 --0,040 a-0,060--0,050 4,00 5,00 6,00 7,00 Geografische lengte gemaakt omtrent de precisie van het berekende correctie- Tabel 5. vlak. Deze wordt ingeschat op ongeveer 1 cm per 100 km. RMS ["1 «Ja Fberekend F kritisch!^* 0,05) A 0,14 0,14 1,0 1,5 Daarnaast kan het berekende correctievlak worden verge leken met (quasi) onafhankelijke geoïde-informatie, bij voorbeeld met het gewaterpaste GPS-kernnet van de Rijks driehoeksmeting. Dit netwerk bestaat uit ruim vierhonderd punten waarvan naast de RD-coördinaten ook de GPS- hoogten en waterpashoogten redelijk nauwkeurig (oh 0,02 m) bekend zijn. Hierdoor is het mogelijk 0111 voor ieder kernnetpunt de geoïdehoogte te berekenen. De langs deze weg verkregen geoïdehoogten kunnen worden vergeleken met de aan de hand van de geoïde voor Nederland bereken de geoïdehoogten. Uit deze vergelijking volgt ook dat de geoïde voor Nederland een systematische fout bevat, die zich globaal laat beschrijven door een tweedegraads trend- vlalc [2], Dit effect is klein, doch met behulp van GPS-water- passing meetbaar over langere afstanden. In fig. 7 worden de verschillen in geoïdehoogten tussen de geoïde voor Nederland en de aan de hand van het GPS-kernnet bepaalde 14 Fig. 6. Histogram van u de z-scoren van alle residuen. e 6 4 Breedtecomponent Lengtecomponent GEODESIA 2001-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 11