Kees Kroese:
Eerste stuurman
bij de
automatisering
van het Kadaster
Interview
Een interview met Kees Kroese hou je niet zo gemakke
lijk in de hand. Om het gesprek wat te sturen hadden
we enkele vragen opgesteld, maar degene die stuurde
was Kroese zelf. Dat ziet hij ook als zijn taak, begrepen we
later. Uiteraard had hij zich goed voorbereid op het gesprek
en wist precies wie we waren en wat we wilden: de lezer van
Geodesia, en daarmee het vakgebied, kennis laten maken
met de nieuwe Kadastertopman Kroese.
Al voordat we iets konden vragen, begon Kroese ons te ver
tellen dat het Kadaster op een constructieve manier met
zijn klanten behoort om te gaan en samen te werken. We
moeten ze vooral niet als lastpakken beschouwen, maar
proberen aan hun wensen te voldoen. Het probleem is ech
ter dat de klant niet bestaat, maar wel een veelvoud van
klanten, grote gemeenten, kleine gemeenten, waterschap
pen, notariaat, makelaars, elk met hun eigen methodieken,
systemen en takenpakketten, en allemaal in een ander sta
dium van automatisering. Daarvoor moet een soort gemid
delde worden opgebouwd. Een voorbeeld is de GBKN met
het Brabantse model als afwijking. De sterkte van de GBKN
is haar uniformiteit en daardoor de uitwisselbaarheid over
de provinciegrenzen heen, maar het kost veel inspanning
om dat te bereiken. Toch hebben we daarin de laatste tijd al
wat slagen weten te maken.
Hoe doe je dat?
In dialoog gaan met de klanten en de maatschappij, goed
luisteren en dan kijken wat haalbaar is. We geven veel geld
j( l uit aan automatisering, maar de vraag ligt nog veel hoger.
Het Kadaster is al heel lang met veel automatiseringsprojec
ten bezig en er wordt al jaren geroepen: we krijgen maar
niets, er komt maar niets. Maar nu komt er toch ineens het
een en ander gereed. Onder andere de elektronische aan
levering van akten is technisch al mogelijk, maar dat moet
wettelijk nog worden geregeld. Het
project Kadaster-on-line is pas de lucht
in gegaan en zo zijn er nog meer pro
jecten bijna klaar. Maar we kunnen
niet alles tegelijk. Het dagelijkse werk
gaat gewoon door, dat kunnen we niet
even stilleggen. Ook de maatschappij
gaat gewoon door. We zitten krap in
ons personeel en dat moet regelmatig
worden opgeleid. Klantgericht bezig
zijn betekent ook niet alles doen wat
de klant roept, dat kan niet altijd. Er
moet ook veranderd worden in be
staande zaken. Het AKR bijvoorbeeld is
alweer jaren oud en we staan nu voor
de discussie AKR-Hyp te vervangen
door wat nieuws. Een veelgestelde
vraag is: waar blijft een geïntegreerde
levering van AKR en LKI? Daar zijn we
nog niet helemaal mee klaar. Dat is
een product waar hard aan wordt ge
werkt, maar dat heel complex is. Ge
meenten koppelen nu zelf de beide be
standen aan elkaar en dat gaat goed,
maar voor heel Nederland betekent
dat toch wel wat meer. En zo moeten
we prioriteiten stellen.
Irwin van Hunen
en Theo Scheele,
redacteuren.
\S
GEODIiSIA 2001-9