mmm
Het zomerkamp Surveying Mapping, en Geoinformatics Landmanage-
is in de eerste ment. Elk van deze varianten zou een multidisciplinair
twee studiejaren karakter moeten krijgen en (op termijn) kunnen resulteren
onderdeel van het in een master die wordt aangeboden vanuit verschillende
projectonderwijs. opleidingen. Geodesie is te klein om zelfstandig zowel een
bacheloropleiding als drie mastervarianten in de lucht te
houden. Voor Surveying Mapping wordt bijvoorbeeld
gestreefd naar samenwerking met Civiele Techniek. Dat
is niet alleen een belangrijk toepassingsdomein, maar
zou ook instroom van bachelors uit die richting mogelijk
maken.
Op korte termijn verruimt de splitsing van de studie in een
bachelor- en masterfase al wel de instroommogelijkheden
voor studenten met een andere vooropleiding. De vijfjarige
op samenwerking. De projectthema's
Ruimte voor water en Meervoudig
ruimtegebruik lenen zich voor samen
werking met Civiele Techniek. Het pro
ject 3D GIS is omvangrijker en over
twee kwartalen verspreid, zodat sa
menwerking met de praktijk eenvou
diger wordt. Ook de zomerkampen
zijn in het stramien van het projecton
derwijs gebracht, en wel in de project
thema's GBKN en AHN. Er zijn straks
dus nog maar twee zomerkampen van
twee weken halverwege het vierde
kwartaal.
Masteropleiding
De masteropleiding is nog niet in de
tail uitgewerkt. Binnen de TU Delft is
slechts afgesproken dat er in principe
één Engelstalige masterstudie per op
leiding komt en dat deze in september
2002 begint. Verwacht wordt dat ge
zien de tijdsdruk veel opleidingen de
huidige eindstudie in eerste instantie
eenvoudigweg omzetten in een mas
teropleiding. Eindstudierichtingen
worden dan mastervarianten. De oplei
ding Geodesie is echter voornemens
om de mastervarianten sterker te pro
fileren dan de huidige twee eind-
studierichtingen Geometrie en Geo-
informatie. Vooralsnog wordt aan drie
varianten gedacht: Earth Observation,
Relatie met het hbo
Aan het vakgebied van de landmeet
kunde en geodesie wordt in Neder
land invulling gegeven op drie oplei
dingsniveaus: mbo, hbo en universi
tair. Deze opleidingen lijken elkaar
aardig aan te vullen qua behoefte van
de beroepspraktijk. De in- en uit
stroom van studenten is de laatste
jaren echter op alle niveaus te laag.
Zoals bekend zal de mbo-opleiding
Geodesie worden vervangen door een
specialisatie Landmeetkunde binnen
de mbo-opleidingen Infra techniek [6],
De opleidingen aan de Hogeschool
van Utrecht en de TU Delft bestrijken
voor een flink deel hetzelfde vak
gebied en geven straks allebei een
bachelordiploma af dat toegang geeft
tot diverse masteropleidingen. Er zijn
echter ook verschillen. De driejarige
bacheloropleiding aan de TU Delft
vormt weliswaar veel meer dan voor
heen een afgerond geheel, het is niet
bedoeld als uitstroomniveau. De op
leiding is wat fundamenteler inge
kleurd dan op de hogeschool en daar
door ook wat breder. Het praktijkjaar
ontbreekt en er vindt geen afsluitend
afstudeeronderzoek plaats. Verwacht
wordt dat de meeste studenten ver
volgens een keuze maken voor een
masterstudie.
De vierjarige bacheloropleiding aan
de Hogeschool van Utrecht is inge
richt op uitstroom naar de arbeids
markt. Gezien de behoefte aan hbo-
ingenieurs zou het ook niet best zijn
indien al deze bachelors zouden door
stromen naar een masterstudie. Door
stroom naar bijvoorbeeld de geplande
Delftse mastervariant Surveying
Mapping zal vanzelfsprekend moge
lijk zijn. Er wordt echter niet ver
wacht dat die keus veel gemaakt zal
worden. De studiefinanciering is be
perkt, de beroepspraktijk trekt en in
plaats van verdere specialisatie kan
bijvoorbeeld een eenjarige master op
het gebied van management ook in
een heel aantrekkelijke opleidings
combinatie resulteren. Geodesie kent
al een tweejarig programma voor af
gestudeerden van de Hogeschool van
Utrecht, maar daar is nog geen ge
bruik van gemaakt.
Op termijn valt niets uit te sluiten,
maar een suggestie om aan de TU
Delft slechts masteropleidingen in de
geodesie en geoinformatie aan te bie
den en de bacheloropleiding aan de
Hogeschool van Utrecht te concentre
ren is op dit moment nog te kort door
de bocht. Het zou het probleem van
de lage aantallen ook niet oplossen:
beter twee onderwijsinstellingen die
hun best doen studenten voor ons
vakgebied te werven. Samenwerking
en afstemming tussen beide opleidin
gen liggen dan meer voor de hand.
GEODESIA 2001-10