qua precisie toch niet zo homogeen is. Opsplitsing in nieuwe homogene delen is dan te overwegen. In tabel 1 is hiervan een voorbeeld gegeven. Per kadastraal bijblad in bebouwd gebied worden de schaal, het aantal gebruikte mutatiemetingen en de precisiewaarde (afgerond op cm) gegeven. Voordeel hiervan is dat in één oogopslag kan wor den bekeken wat de precisiewaarde van een bijblad is. Volgens de specificaties uit de HTW moet de precisiepara- meter kleiner zijn dan ongeveer 28 cm in bebouwd gebied. Uit de tabel is direct af te leiden of een blad aan de speci ficaties voldoet. De resultaten zijn met een figuur erg in zichtelijk te maken. Hoe groener het bijblad, hoe beter de kwaliteit en hoe roder, hoe slechter. De tot nu toe opgeleverde resultaten laten zien dat de preci sie in vrijwel alle gevallen aan de HTW-specificaties voldoet. Verrassend wellicht voor veel mensen, maar dit komt om dat het begrip precisie vaak verkeerd wordt geïnterpre teerd: nu de kaarten digitaal zijn, is het bijvoorbeeld moge lijk om uit de kaart op de millimeter nauwkeurig de af stand te bepalen tussen punten. Dit is onbetrouwbaar. Resultaten. Verder wordt uit een incidenteel ge vonden grote fout al snel de conclusie getrokken dat de kaart 'dus niet deugt', terwijl het statistisch gezien wel mogelijk is dat de kaart voldoet aan HTW-specificaties. Kansmodelschatting Voor elke methode geldt dat in feite het kansmodel (co- variantiematrix) van het puntenveld moet worden bepaald (per homogeen deel van het puntenveld). Een manier om het kansmodel van een willekeurig bestand te bepalen is door gebruik te maken van de methode 'Kansmodelschat ting uit kleinste kwadratenresiduen met de algemene toets van het model'. Deze strategie behelst drie stappen: 1Stel op basis van productspecificaties (voor de GBKN en de Kadastrale Kaart) uit de HTW per homogeen gebied een kansmodel op. Dit wordt het a priori kansmodel ge noemd. 2. Bereken de algemene toets op basis van het gespeci ficeerde kansmodel en het bekende functiemodel. Uit gangspunten hierbij zijn dat er geen fouten in het func tiemodel zitten en er geen punten fout geïdentificeerd zijn. Om direct een precisiemaat te verkrijgen wordt een speciaal geval van de algemene toets berekend: de a pos teriori variantiefactor. Deze is dan een maat voor de juistheid van het kansmodel en daarmee van de precisie van de kaart. 3. Uit de waarde van de a posteriori variantiefactor kan het a posteriori kansmodel worden bepaald, waaruit eenvou dig de precisiemaat voor de kaart kan worden afgeleid. xj co+dj2 De parameter c0 beschrijft de puntprecisie en is bij twee dimensionale puntenvelden gelijk voor zowel de x- als de y- coördinaat. De parameter d2beschijft de idealisatieprecisie. Vergeleken met de puntprecisie van de coördinaten van de harde topografie is deze precisie erg klein 2 cm) en wordt daarom verder niet verdisconteerd in dit onderzoek. Per homogeen coördinatenbestand kan er dus een diago- naalmatrix worden opgesteld met een parameter: c0. De matrix is een model voor de variantiematrix Qy voor de coördinaten. In formulevorm: Met hierin: c0 de a priori variantiefactor n het aantal coördinaten Stap 1: Specificeren van het a priori kansmodel HTW-conform is het uitgangspunt van deze methode dat er vooraf een kansmodel wordt gespecificeerd, waarin wordt aangenomen dat alle varianties van de coördinaten van punten gelijk zijn en dat er geen covarianties in voor komen. Deze aannames komen overeen met het formule ren van een diagonaalmatrix als kunstmatrix. Uit deze dia- gonaalmatrix mag alleen informatie worden ontleend over de relatieve precisie tussen coördinaten. De diagonaal matrix heeft de volgende structuur Belangrijk is het uitgangspunt dat de waarde van de a prio ri variantiefactor gelijk is aan de productspecificatie, bij voorbeeld zoals geformuleerd in de HTW De afbeelding van grenzen en gebouwen geschiedt met een grafische precisie en wel zodanig dat de lengte van de halve lange as (de paramater a) ten gevolge van de puntprecisie kleiner of gelijk is aan 20V2cm (ca. 28 cm) in Xi Yi XJ yj Xi co+dj2 0 0 0 Yi 0 c0+dj2 0 0 0 0 0 yj 0 0 0 co+dj2 Qy ttgln GEODESIA 2001-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 18