Conclusies De hierboven beschreven methode 'toetsgegevens na mutatiemetingen' zorgt ervoor dat op een relatief een voudige en goedkope wijze de precisie van een digitale kaart bij het Kadaster kan worden bepaald. De methode is mathematisch gezien niet streng, maar in de loop der tijd worden de re sultaten steeds beter. Ook kan gebruik worden gemaakt van mogelijk bewaar de toetsgegevens uit het archief, zodat er nu al betrouwbare uitspraken kun nen worden gedaan. Uiteraard kan het ook voorkomen dat kaartgebruikers niet tevreden zijn over de HTW-specifi- caties. Een eventuele kaartverbetering valt dan te overwegen, maar brengt buitengewoon hoge kosten met zich mee. Summary The precision of digital cadastral maps The Large scale Basemap of the Netherlands and the cadastral map are digitally available, covering the whole of the country. Recently, the quality of the cadastral maps has been improved, but one of the aspects of quality, the precision of the maps, is often unknown. The article describes a method to determine the precision of a digital (cadastral) map in a simple and cost effective way. surveying, quality control, system description landmeetkunde, kwaliteitsbeheersing, systeembeschrijving bebouwd en 40 V2cm (va 56 cm) in landelijk gebied. In ter men van het kwaliteitsmodel komt dit overeen met een vereiste kwaliteit: c0 400cm2 in bebouwd gebied c0 2 1600cm2 in landelijk gebied Het verband tussen de lengte van de halve lange as van de relatieve standaardellips (a) tussen twee punten en de a priori variantiefactor in het kwaliteitsmodel is: a V2c0 Deze parameter a (de precisiemaat uit het onderzoek) be schrijft de precisie dus op basis van het kwaliteitsmodel. Stap 2: Berekenen van de a posteriori variantiefactor Uit een bekend functiemodel en een a priori kansmodel kan na de vereffening met behulp van de algemene toets een uitspraak worden gedaan over dit gespecificeerde kans model. Vervolgens kan het a priori kansmodel worden aan gepast. In mathematische termen betekent dit dat in de toets de waarde van de schatter van de algemene toets moet worden bepaald. Om direct de precisie te bepalen van de kaart, wordt een speciale vorm van de algemene toets ge bruikt: de schatter van de a posteriori variantiefactor (a2). De waarde van deze grootheid is de waarde van de schatter van de algemene toets gedeeld door het aantal vrijheidsgra den. Deze toetsgrootheid wordt soms de F-toets of de o2- toets genoemd. Uit de waarde van de a posteriori variantie factor kunnen uitspraken worden gedaan over het kans model. Indien de a posteriori variantiefactor significant afwijkt van 1, is dit een indicatie dat het kansmodel niet goed is op gesteld, maar het kan ook zijn dat het functiemodel niet goed is opgesteld. Daarom moeten eerst eventuele fouten uit het functiemodel worden opgespoord en verwijderd. Een foutieve waarneming kan bijvoorbeeld zorgen voor een bijzonder grote waarde van de schatter. Met behulp van de w-toets kan deze foutieve waarneming worden opgespoord. Indien na het verwijderen van de modelfouten nog steeds blijkt dat de schatter significant afwijkt van 1, moet wor den gekeken hoe het kansmodel kan worden aangepast. Indien de factor groter is dan 1,5, wijst dit erop dat het kansmodel (dus de a priori variantiefactor) te optimistisch is gekozen. Indien de factor kleiner is dan 0,5, dan is het kansmodel waarschijnlijk te negatief gespecificeerd. Stap 3: Berekenen van de precisiemaat Uit de a posteriori variantiefactor kan eenvoudig het a posteriori kansmodel worden opgesteld door de waarde van deze factor te vermenigvuldigen met de a priori variantie factor. Uit dit a posteriori kansmodel kan de precisiemaat (a) direct worden afgeleid. Voorbeeld: in bebouwd gebied is een mutatiemeting gedaan. Er zijn zes aansluitpunten ge bruikt uit bestaande harde topografie van de GBKN. Na toetsing blijkt dat de a posteriori variantiefactor de waarde 1,7 heeft. Omdat er geen fouten in het functiemodel wor den geconstateerd, betekent dit dat het gekozen kansmodel (de HTW-norm) waarschijnlijk te optimistisch is gekozen. De a priori variantiefactor wordt gecorrigeerd met de factor 1,7, zodat de uiteindelijke precisiemaat wordt: a Vl,7*2*400 37cm. KEYWORDS TREFWOORDEN GEODESIA 2001-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 19