Bachelor-masterstructuur en TU-beleid ISlSlllI Strategie van de TU Delft port [4] beschikbaar, waarin de aan sluiting van de geodetische opleidin gen op de beroepspraktijk werd onder zocht. Uit interviews met 'stakehol ders' uit het geodetisch veld werd onder meer geconcludeerd dat afge studeerde geodetisch ingenieurs welis waar over ruim voldoende technisch- inhoudelijke kennis beschikken, maar dat meer aandacht moet worden be steed aan competenties als multidis ciplinair werken, integratie-, commu nicatie- en adviesvaardigheden, klant gerichtheid en ondernemingszin. Bij de herziening van het studieprogramma is tevens gean ticipeerd op de overgang naar de zogenaamde 'bachelor- masterstructuur' voor het hoger onderwijs in Nederland (zie kader 'Bachelor en master'). Dit houdt meer in dan een internationale naamgeving voor basis- en eindstudie. Er moet immers van worden uitgegaan dat studenten met een bachelordiploma Geodesie een andere masteropleiding kunnen kiezen, en omgekeerd. Tenslotte dient de opleiding bij de inrichting van haar studieprogramma rekening te Deze afgestudeerden werken inmiddels in de praktijk. De TU Delft heeft zich tot missie ge steld om tot de top van de technische universiteiten te gaan behoren. Tot deze top worden bijvoorbeeld het MIT in de Verenigde Staten en de ETH Zürich gerekend. Om dit doel te be reiken wordt prioriteit gegeven aan wetenschappelijk hoogstaand onder zoek en krijgen toponderzoekers meer mogelijkheden. Dit beleid wordt de laatste jaren steeds duide lijker geëffectueerd in bijvoorbeeld de verdeling van financiële middelen, het aanstellingsbeleid van hooglera ren en docenten, de keuze van onder zoeksprioriteiten en een toenemende aandacht voor internationale uitwis seling. Onderwijs is voor elke universiteit es sentieel, maar wordt in deze visie als afgeleide gezien van het onderzoek. Ten aanzien van het aanbod van mas- terstudies is de TU Delft voornemens selectief te zijn en deze te koppelen aan onderzoeksthema's waarin de in stelling uitblinkt. Internationaal-we- tenschappelijke vergelijking is daar bij het belangrijkste referentiekader. De masters zullen ook volledig Engelstalig worden gegeven om in ternationale instroom te bevorderen. Het fundament daarvoor moet wor den gelegd in de bacheloropleiding. Zo wordt er gewerkt aan een instel lingspakket, met vakken die voor alle ingenieursopleidingen gelijk zijn. Naast wis- en natuurkunde bevat dit pakket bijvoorbeeld ook Duurzame Ontwikkeling en Ethiek. Van de vier profielen op het vwo biedt alleen Na tuur Techniek direct toegang tot de TU Delft, het zwaarste profiel qua wis- en natuurkunde, dat helaas ook door de minste vwo-scholieren wordt geko zen. Het profiel Natuur Gezondheid biedt alleen toegang tot de TU nadat een aanvullende module wiskunde is gevolgd. Positie van de afdeling Geodesie Voor de afdeling en opleiding Geode sie vormt deze ontwikkeling een be langrijk kader. De afdeling is een uniek onderzoekscentrum en delen van haar onderzoek worden al tot de wereldtop gerekend. Met het onder zoek genereert de afdeling de finan ciële middelen om ook bij de huidige zeer lage aantallen studenten de op leiding draaiende te houden en zelfs houden met de 'koers van de TU Delft' als geheel (zie kader 'Strategie van de TU Delft). Het streven van de TU om in ternationaal bij de top van technische universiteiten te gaan behoren heeft tot consequentie dat de bacheloroplei ding daarvoor een stevig technisch- wetenschappelijk fundament moet leggen. De masteropleidingen zullen vooral worden verbonden aan weten schappelijk toponderzoek. Bovendien zal de voertaal in de masterfase Engels zijn om internationale instroom mo gelijk te maken. In het voorjaar van 2000 verscheen een eerste voorstel voor de herziening van het studieprogramma. Na uitwerking is begin 2001 het nieuwe studiepro gramma voor de bacheloropleiding vastgesteld. Met ingang van het net be gonnen studiejaar wordt dit program ma geleidelijk (jaar voorjaar) geïmple menteerd. Per september 2002 zal daarnaast de huidige eindstudie door een masteropleiding worden vervan gen. grondig te herzien. De kleine, unieke opleiding geniet binnen de TU voor alsnog een behoorlijke steun, maar de instroom zal natuurlijk wel op redelijke termijn omhoog moeten. Bij de ontwikkeling van het studie programma kan de afdeling het zich niet permitteren al te zeer een eigen koers te varen. De opleiding dient een hoog technisch-wetenschappelijk ge halte te hebben en aan te sluiten bij sterke onderzoeksthema's. De con centratie op het geo-informatieproces gaat dan ook gepaard met een funda- menteel-technische behandeling van de materie en een aanzienlijke aan dacht voor nauwkeurige geometrie. Ten opzichte van andere opleidingen die zich met geo-informatie bezighou den, kent Geodesie daarmee duidelijk een eigen benadering. Tegelijkertijd beseft de opleiding dat zij door haar unieke karakter ook de verantwoor delijkheid heeft aan te sluiten bij de behoefte van de Nederlandse be roepspraktijk waar het merendeel van haar afgestudeerden uiteindelijk werkzaam zal zijn. Met het nieuwe bachelorprogramma is getracht hier in het midden te houden. GEODESIA 2001-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 8