Uitgangspunten voor de
onderwijsvernieuwing
V van geoinformatie
Uit de verschillende evaluaties komen
twee kernpunten naar voren waaraan
de onderwijsvernieuwing aandacht
zou moeten besteden. In de eerste
plaats dient de beeldvorming te wor
den verbeterd, zowel voor wat betreft
de samenhang en het profiel van het
studieprogramma zelf als het zicht op
de beroepspraktijk. Het programma
zal daarmee tevens wervender worden
in de richting van potentiële studen
ten. Dit hangt samen met de doelstel
ling om de basisstudie om te vormen
tot een meer afgerond bachelorpro
gramma, met integratie en toepassing
van de opgedane kennis. Ten tweede
zou het programma meer aandacht
moeten besteden aan competenties
die belangrijk zijn voor afgestudeerde
ingenieurs, zoals multidisciplinaire sa
menwerking, communicatie en pro
jectmatig werken. Ook zou het pro
gramma studenten meer kunnen uit
dagen tot onderzoek, discussie en ini
tiatief. Deze punten gelden voor de
studie als geheel, dus zowel de bache
lor- als de masterfase. Naast de bache
lor zullen dus ook de mastervarianten
duidelijker worden geprofileerd rich
ting een bepaalde werkkring en func
tie. De gewenste competenties hoeven
nog niet volledig te zijn bereikt na de
bachelorfase. Voltooiing moet volgen
in de masterfase.
Bij de ontwikkeling van het nieuwe
bachelorprogramma is op drie manie
ren ingesprongen op bovenstaande
doelstellingen: door de invoering van
projectonderwijs, door het geo-informa-
tieproces als rode draad voor het curri
culum te nemen en door een completer
studieprogramma aan te bieden.
Projectonderwijs
Een aantal van de bovengenoemde
competenties kan moeilijk worden be
reikt met klassieke onderwijsvormen
als hoorcollege en practicum. Het
programma kende al het Derdejaars
Project waarin studenten groepsgewijs
een breed praktijkvraagstuk aanpak
ten. In het bachelorprogramma wordt
projectonderwijs veel omvangrijker en
systematischer als onderwijsvorm in
gevoerd. Verderop in dit artikel wordt
het projectonderwijs meer in detail be
schreven.
Geoinformatieproces als rode draad
De studie Geodesie moet worden beschouwd als een kleine
specialisatie naast grote ingenieursopleidingen als Civiele
Techniek, Werktuigbouwkunde of Elektrotechniek. Tege
lijkertijd omspant het programma een breed spectrum, van
Fysische Geodesie tot Grondbeleid. Deze brede basis wordt
door veel afgestudeerden gewaardeerd en is in de bachelor
studie overeind gebleven. In de richting van de instroom
werd deze breedte van het studieprogramma ook als wer-
vingspunt gebruikt ('een bètastudie met een vleugje alfa').
Dezelfde breedte maakt het echter lastig om potentiële
studenten de samenhang van het programma duidelijk te
maken. Het volstaat niet meer een opsomming te geven van
alle leuke onderwerpen tussen herinrichting van een stads
wijk en nauwkeurige bepaling van het aardse zwaarte-
krachtsveld. De huidige vwo-leerling wil een helder plaatje:
wat is de kern van het studieprogramma en waar sta ik na
afloop. Voor de meeste afgestudeerden is het nut van de
breedte en de samenhang van het programma wel duide
lijk, zelfs al werken ze vrijwel altijd op een deelterrein.
Door de 'rode draad' in de studie expliciet te benoemen en
het programma hierop in te richten hoopt de afdeling
(potentiële) studenten meer houvast te bieden.
Fig. 1.
Het geoinformatie
proces als rode
draad.
Georeferencing
Geometrische
infrastructuur
Inwinning
Verwerking
Opslag
Analyse
Presentatie
Gebruik
Organisatie
Geoinformatie
Regelgeving y
infrastructuur
Als naam voor de rode draad is het geoinformatieproces ge
kozen (fig. 1). Het geoinformatieproces omvat alle aspecten
van de inwinning tot het gebruik van geoinformatie. Eén
uiteinde van de rode draad wordt gevormd door het geome
trisch fundament onder de geoinformatie, het andere uit
einde door de organisatie en regelgeving rond geoinforma
tie. De geodetische vakken in het bachelorprogramma heb
ben elk een plaats in het geoinformatieproces. Integratie
van verschillende aspecten uit het geoinformatieproces
komt tot stand in de projecten.
Geodesie is niet de enige studie die zich bezighoudt met
geoinformatie. Misschien is ze wel de enige die aandacht
besteedt aan het héle geoinformatieproces, waarin zowel
de geometrische als de geoinfonnatie-infrastructuur is om
vat. Andere opleidingen concentreren zich voornamelijk op
één of meer deelaspecten van het proces, of benaderen de
geoinformatie vanuit hun eigen toepassingsdomein. Ter on-
GEODESIA 2001-10