Personeel
Het meest gebruikte hulpmiddel, en
in aantallen verreweg het meest aan
wezig, is het (CAD/GIS-)werkstation,
met software. In de buitendienst
wordt de grootste groei verwacht bij
de inzet van een pencomputer of lap
top, momenteel in gebruik bij 15% van
de gemeenten, over vijf jaar bij 40%.
Uit de antwoorden is af te leiden dat
de gemiddelde gemeente beschikt over
anderhalve meetploeg, uitgerust met
meetband en jalons, een waterpas
instrument en een tachymeter of
theodoliet, en binnenkort ook voor
zien van een mobiele computer. Ook
hier dringt de digitalisering van het
vakgebied steeds verder op.
Niet elke gemeente heeft geodetisch
personeel in dienst. Een behoorlijk
aantal gemeenten geeft als antwoord
'geen landmeetkundige dienst' of 'al
het landmeetkundig werk wordt uit
besteed'. In totaal heeft een kwart van
de gemeenten geen landmeters of geo-
informanten rondlopen (tabel 2). Met
name bij de kleine gemeenten, onder
de 15.000 inwoners, zijn landmeters
relatief schaars. Grote gemeenten zijn
praktisch allemaal voorzien van een
geodetische afdeling.
De gezamenlijke gemeenten zijn een
belangrijke werkgever binnen het geo
detische vakgebied (tabel 3). In totaal
werken ongeveer tweeduizend men
sen als landmeter (kartograaf, geo-
informant, enz.) bij de gemeenten. Dit
is ongeveer vergelijkbaar met de ge
zamenlijke landmeetkundige inge-
Gemiddels aantal medewerkers per gemeente
per grootteklasse gemeente
25
20
15
10
i
5
0
LBO ÖMBO DHBO ^Academisch
10.000
10.000-
15.000
15.000-
25.000
25.000-
50.000
50.000 -
100.000
100.000
Totaal
Aantal
gemeenten
96
97
135
114
37
25
504
LBO
9
5
13
48
47
64
249
MBO
13
37
133
155
125
355
1087
HBO
20
40
83
100
89
133
570
Academisch
0
0
0
4
5
36
73
Totaal
42
82
229
308
267
588
1979
Tabel 3. nieursbureaus, schat ik. Een nadere bestudering van de
Een schatting van naamlijsten van de afgestudeerden van de Hogeschool van
het totaal aantal Utrecht en de Technische Universiteit Delft geeft aan dat
geodetische een groot aantal studenten kan verwachten (ooit) bij een
medewerkers bij gemeente terecht te komen, al dan niet bij de organisato-
gemeenten. rische eenheid geo-informatie (tabel 4).
Fig. 8.
Gemiddeld aantal medewerkers per gemeente
nu en over 5 jaar
i
Ac.nle-
misch
Zoals te verwachten is het aantal geodeten bij een gemeente
afhankelijk van de grootte van een gemeente, waarbij er voor
academisch geschoolde (of in ieder ge
val: gewaarde) medewerkers alleen
plaats is bij gemeenten van meer dan
50.000 inwoners (fig. 7). De kern van de
medewerkers wordt echter, bij grote en
bij kleine gemeenten, gevormd door de
medewerkers op mbo-niveau, die de
helft van het totaal uitmaken. Hun aan
tal wordt gevolgd door dat van de hbo-
ers. Uit het geschatte totaal aantal hbo-
ers (570) en het aantal Utrechtse inge
nieurs bij gemeenten (171) kun je aflei
den dat veel van de hbo-functies wor
den bekleed door mensen die niet de
formele opleiding van de Hogeschool
hebben (70%). In iets mindere mate
geldt dit ook voor de academische func
ties, respectievelijk de Delftse oplei
ding (44% niet-Delft). Het is niet onder
zocht welke achtergrond ze hebben, maar al speculerend
kunnen een paar mogelijkheden op een rij worden gezet:
mbo-ers met kennis en ervaring die doorgegroeid zijn naar
dit functieniveau, andere landmeetkundige opleidingen
(CTO, PBNA) en mensen met een hbo-opleiding in een andere
richting, zoals civiele techniek en cultuurtechniek.
situatie over 5 jaar
Fig. 7.
Tabel 4.
Gemeenten zijn een
belangrijke werk
gever voor (toe
komstige) studenten.
(Nb: niet al deze
afgestudeerden zijn
per se werkzaam bij
de geodetische
afdeling).
De ontwikkelingen in het personeelsbestand die verwacht
worden (fig. 8) zijn:
een lichte groei in het totaal aantal medewerkers van 4%
(80 medewerkers);
Aantal afgestudeerden TU Delft (ir.) in dienst
bij gemeenten
41
Als percentage van het totaal aantal werkende
afgestudeerden TU Delft (ir.)
9%
Aantal afgestudeerden Hogeschool van
Utrecht (ing.) in dienst bij gemeenten
171
Als percentage van het totaal aantal werkende
afgestudeerden Hogeschool van Utrecht (ing.)
19%
GEODESIA 2001-11