Geo-informatie en gemeenten Een Gelderse provinciale kijk Landmeetkundige en geodetische activiteiten leiden tot geo-infor matie, in welke vorm dan ook. Deze informatie wordt veelvuldig ge bruikt, zowel bij gemeenten als bij pro vincies. De taakvelden van deze organi saties verschillen echter sterk. De ge meente heeft over het algemeen een uitvoerende taak, de provincies rich ten zich daarentegen meer op beleid. Zowel bij uitvoerende taken (bijvoor beeld handhaving en toetsing van be stemmingsplannen) als bij beleidspro cessen is er sprake van een intensieve samenwerking tussen deze organisa ties. De aard en omvang van het toepassen van landmeten en geo-informatie is in de praktijk afhankelijk van de op drachtgever, de belanghebbende orga nisatie. Mede door verschillen in schaalgrootte van gemeenten en aan wezigheid van geo-kennis en -ervaring is de diversiteit in het toepassen van landmeten, kartografie, geo-informati- ca, de inzet van externe bureaus en de zelfstandigheid erg groot. Uniformi teit is er vanuit de optiek van de pro vincie nauwelijks te bespeuren. Elke gemeente lijkt een eigen beleid te voe ren voor wat betreft de landmeetkun dige activiteiten en de inzet van geo- informatie ter ondersteuning van de primaire taak. De afstemming van be leid tussen gemeenten en provincie, en de samenwerking op het geo-infor- matievlak wordt hierdoor bemoeilijkt. Door de sterke versnippering van ken nis en ervaring en de 'eigen' aanpak van gemeenten blijkt dat de ontwik keling van het aanbod van geo- informatie in Nederland onvoldoende is afgestemd op de maatschappelijke vraagstelling van vandaag en morgen. Nieuwe technologische ontwikkelin gen worden onvoldoende benut. Voor beelden die dit illustreren zijn: geometrische bestanden bij ge meenten worden vooral in een CAD- omgeving opgebouwd en beheerd. De inhoud van deze bestanden, de structuur ervan en de functionali teit van de software sluiten niet goed aan bij moderne ontwikkelin gen in de geo-informatie (analyse, ontwerp, kartografie). Een bekend probleem is de uitwisseling van in formatie tussen gemeente en pro vincie ten behoeve van de toetsing van bestemmingsplannen; ing. M.P.J. van de Ven, hoofd onderafdeling Vastgoed Geo-lnformatieverzorging bij de provincie Gelderland. WÊmÊtÊÊmmmÊÊÊiÊiÊÊÊiÊimm^^m^mm met CAD en GIS worden vooral nog analoge kaarten geplot. Moderne (digitale) kartografie wordt bij ge meenten beperkt toegepast. Com municatieprocessen worden om die reden nog onvoldoende onder steund; gemeenten beschikken nog onvol doende over kleinschalige digitale bestanden. Regelmatig wordt de provincie benaderd door particulie re bedrijven en personen met de vraag of zij kleinschalige geo-infor matie beschikbaar kan stellen voor toepassingen op gemeentelijk ni veau. Meer digitale informatie in verschillende kaartschalen zou de uitwisseling van geo-informatie en de communicatie over maatschap pelijke en ruimtelijke ontwikkelin gen sterk bevorderen; het informatiebeleid om 'organisa tie-specifieke' geo-informatie te ont sluiten, toegankelijk te maken voor derden en gratis beschikbaar te stellen is bij veel gemeenten nog niet of onvoldoende ontwikkeld. Mede hierdoor ontstaan er proble men in het gebruik van gegevens en informatie, en het optimaliseren van werkprocessen; het begrip geometrische kwaliteit (bijvoorbeeld terug te vinden in de HTW) kent vele interpretaties en toepassingen. Bij het aansluiten van metingen aan het RD- en NAP-net, de berekening en toetsing van meet gegevens, het inpassen van bestan den van verschillende kwaliteit en het structuren van geometrische be standen worden verschillende nor men gehanteerd. De aanwezige ken nis en ervaring op het vlak van land meetkunde en geo-informatica zijn bij gemeenten dermate gevarieerd, dat normen, uniformiteit en duide lijkheid in het werk naar gebruikers toe in het gedrang komen; ondanks de forse 'vastgoedimpuls' die de afgelopen jaren bij gemeen ten heeft gespeeld (veel gegevens be schikken over een locatiecompo nent), is het gebruik van geo-infor matie in de meest brede zin nog steeds beperkt. Het is triest om te zien hoe lang een toepassing van de Wet-Woz heeft moeten wachten op de inzet van GIS-hulpmiddelen; het opbouwen van meta-informatie van geo-bestanden, ten behoeve van ontsluiting en toegankelijkheid (NCGI), is voor een aantal organisa ties inmiddels gemeengoed gewor den. De aansluiting van gemeenten blijft helaas achter bij deze ontwik keling en op onderdelen wordt een eigen benadering gehanteerd (DA- TALAND). Maatschappelijk gezien kan deze werkwijze niet goed wor den verantwoord, gebruikers van geo-informatieproducten moeten te lang zoeken en krijgen onvoldoen de kwaliteit. Gelukkig zien we in de praktijk dat de 'negatieve teneur' van dit stuk regel matig wordt onderbroken door positie ve ontwikkelingen bij gemeenten. Niettemin kan worden vastgesteld dat deze ontwikkelingen onvoldoende bij dragen aan de ontwikkeling van het geo-werkveld en het gebruik van geo- informatie. Een sterke (nationale/re gionale) regie op de ontwikkeling van het geo-werkveld en het gebruik van geo-informatie wordt gemist. Daar naast ontbreekt het vooral bij kleinere gemeenten aan capaciteit, kennis en daadkracht in het geo-werkveld. GEODES1A 2001-11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 23