bij er alleen qua vervoeging nog ver
schillende voorkeuren bestaan.
Het was een dag met aantrekkelijke
voordrachten. Er gebeurt veel in on
derwijsland, en multidisciplinariteit
en samenwerking worden door ieder
een geproclameerd. Maar van een ge
zamenlijke strategie van het werkveld
en het onderwijs lijkt nog geen sprake.
Aan het eind van de dag bleken vooral
die twee zuilen nog fier overeind te
staan.
Wie doet wat
Met dit thema als uitgangspunt leidde
dagvoorzitter Jaap van der Veen (Oran
jewoud) de toehoorders door een we
reld van samenwerking, regiefuncties
en driehoeksverhoudingen. Dat begon
met de lezing van Klaas Kosters (Meet
kundige Dienst) die een vernieuwde
relatie tussen de MD als opdrachtgever
en 'de markt' beschreef. Bij de MD is
het besef doorgedrongen dat de dienst
zich meer op samenwerking en regie
moet richten, en niet meer op totale
beheersing. De bestekken moeten min
der gedetailleerd, de eisen moeten
functioneel-inhoudelijk worden om
schreven, en er zal op termijn meer
worden uitbesteed. De marktpartijen
wordt gevraagd mee te denken over in
novatieve toepassingen - daar had de
MD zelfs geld voor over. Dat alles ver
eist veel vertrouwen tussen opdracht
gever en opdrachtnemer, en de cul
tuur binnen de dienst zal ook sterk
moeten veranderen. Uit de woorden
van Kosters kon worden afgeleid dat
de MD daar nog een lange weg heeft te
gaan; in de aansluitende discussie
bleek de zaal dat gevoel ook te hebben.
Dezelfde boodschap, maar dan op een
ander abstractieniveau, gaf Steven
Luitjens (Het Expertise Centrum) af.
Voor een vraaggestuurde dienstverle
ning door de overheid is het een abso
lute voorwaarde dat er eenduidige ba
sisgegevens beschikbaar zijn. Het Pro
gramma Stroomlijning Basisgegevens
gaat uit van de gedachte dat sommige
gegevensbestanden niet geschikt zijn
voor concurrentie: die moet de over
heid zelf, als een soort nutsvoorzie
ning, opzetten en beheren. Er wordt
hard gewerkt aan een stelsel van au
thentieke registraties die daarin kun
nen voorzien. Deze registraties zullen
door iedereen gebruikt kunnen worden, en voor bestuurs
organen zelfs verplicht gesteld moeten worden. Het per
spectief voor de overheid is dat zij snel en gericht antwoor
den kan geven, niet naar de bekende weg blijft vragen,
maar ook niet meer voor de gek te houden is. Op geo-gebied
ligt er nu een voorstel bij de staatssecretaris voor het up
graden van ToplOvector naar een authentieke registratie.
Voor de GBKN loopt een onderzoek, evenals voor de stroom
lijning van adressengegevens; voor beide moet er in het
voorjaar 2002 een advies zijn.
Een uitgesproken visie vanuit het bedrijfsleven gaf Bert de
Graaf (voorzitter Stichting Bedrijvenplatform Geo-Informa-
tie). Hij nam de driehoeksverhouding bedrijven - overheid -
consumenten als uitgangspunt, en signaleerde een sterke
verandering van een overheid die alles zelf doet naar een
vraag-georiënteerd aanbod door de private sector. De tijd
van het monopolie van de ANWB-borden was volgens De
Graaf zo langzamerhand wel voorbij. Hij zag een duidelijke
driedeling in taken. De overheid moet beleid, regie en in
frastructuur verzorgen, en toezicht houden. De private sec
tor innoveert, richt zich op consumenten, verkoopt, produ
ceert en verdient geld. De publiek-private samenwerking
moet zich richten op kennis- en risicodeling, mits dat zake
lijk interessant en maatschappelijk verantwoord is. Hij
hield een pleidooi om bij de opbouw van de authentieke
registraties te toetsen in hoeverre er een business-case van
te maken is. Voor geodeten is er voldoende plaats, waarbij
hij er als geruststelling bij voegde dat 'een slechte land
meter altijd nog een goede manager kan zijn'.
In de WOZ-wereld blijven de ontwikkelingen snel gaan, en
Ruud Kathmann (Waarderingskamer) was er daarom ook
deze keer weer bij om ons een overzicht te geven van de
stand van zaken. Kathmann beschreef diverse ontwikke
lingsstadia van de vernieuwing van de geo-informatievooi'-
ziening en constateerde dat eigenlijk geen van die stadia
bevredigend is afgerond. Momenteel is echter de politieke
aandacht voor geo-informatie groter dan tien jaar geleden,
en die kans moeten we gebruiken. In WOZ-verband wordt
nu hard gewerkt aan een virtueel belastingloket: een moge
lijkheid voor de burger om via internet alle relevante infor
matie voor zijn WOZ-aanslag te
kunnen raadplegen, onder het mot
to: leuker kunnen we het niet ma
ken, wel inzichtelijker. Daarvoor is
een goed georganiseerde backoffice
nodig, met dat virtuele loket en
kritische belastingplichten als uit
gangspunt. De uitdaging aan geo
deten is om dat backoffice mede
mogelijk te maken door het opzet
ten van authentieke registraties ge
bouwen en adressen, en het toespit
sen van het aanbod van hulpmidde
len hiervoor. En het moet snel, an
ders haakt de burger teleurgesteld
af.
Het Kadaster en de MD geven invul
ling aan een nieuwe regiefunctie:
GEODESIA 2001-12