Het uiteindelijke doel is een geactuali
seerd, overgedragen register waarin
alle rijksmonumenten correct zijn ge
ïdentificeerd en gekwalificeerd.
Het proces bestaat uit drie stappen:
bronnenonderzoek, verificatie kwa
lificatie, en combineren beslissen.
Volgens de specialisten was het niet
mogelijk om monumenten te classifi
ceren, omdat elk monument uniek is.
Na wat studie en onderzoek bleek dat
wel mee te vallen. De beoogde efficien
cyslag werd in ieder geval gehaald. Van
twee monumenten per dag steeg de
productie naar vijf monumenten per
dag.
Aansluitend kwam de zaal met kriti
sche vragen: waarom werden de ge
meenten niet ingeschakeld om infor
matie aan te leveren en waarom wer
den gemeentelijke monumenten niet
mee-geïnventariseerd. Kuis kwam in
zijn antwoord niet verder dan te belo
ven om deze opmerkingen mee te ne
men naar de projectgroep. Als advi
seur van Twynsta Gudde vond hij het
niet gepast de vragen inhoudelijk te
beantwoorden. In ieder geval vond de
zaal dat 'het Rijk' wel wat beter kon sa
menwerken met de lokale overheden.
Ook werd niet duidelijk waarom de re
gistratie publiekrechtelijke beperkin
gen, waaronder de aanwijzing tot
rijksmonument, buiten de scope van
het onderzoek bleef.
Bianca Janssen en Rob van der Schoot
van de Meetkundige Dienst van de
Rijkswaterstaat begonnen met een dy
namisch filmpje waarin de indrukwek
kende mogelijkheden van 3D-visualisa-
ties werden aangetoond. Hun motiva
tie om met de materie aan de slag te
gaan: het is leuk om bezig te zijn met
iets dat er nog niet is. In hun betoog,
dat goed ingestudeerd afwisselend
door beide sprekers werd verteld,
stond de volgende stelling centraal:
een beeld zegt meer dan duizend
woorden, een visualisatie zegt meer
dan duizend beelden! Het doel hierbij:
een herkenbare afbeelding van de hui
dige en de toekomstige situatie.
Bij de realisatie komen drie expertise-
gebieden samen: geo-informatie (le
vert de geo-databestanden), CAD-ont-
werp (visualiseert het plan) en multi
media. Veel voorbeelden passeerden
de revue, waarbij opviel dat België
blauw was, omdat de data-set ophield
bij de grens (hoezo eilanddenken?). De
zaal was onder de indruk, maar wilde graag weten wat het
allemaal wel niet kostte. Dat scheen maar f 30.000,- voor
een visualisatie te zijn. En de baten? Eindelijk had een plan
bij zijn presentatie eens succes; in plaats van klachten
kreeg men nu applaus. Maar de meest overtuigende succes
factor: de opdrachtgever was tevreden! De laatste vraag was
hoever men zou gaan met het maken van steeds mooiere vi
sualisaties: wat brengt de geodeet dat Spielberg niet
brengt? Het antwoord oogstte succes: de geodeet is be
trouwbaar (en levert kwaliteitsborging).
Na de lunch was het de taak van Albert Mulder van het Ge
meentelijk Havenbedrijf Rotterdam de mensen weer geïn
teresseerd te krijgen. Hij deed dit met een mooi vormgege
ven en goed doortimmerd verhaal over de rol van geo-infor-
matievoorziening in de grootste haven ter wereld. Het doel
hierbij is het versterken van de haven in Europees perspec
tief. Eén van de ambities hierbij is duidelijk manifesteren
op ICT-gebied. De ruimtelijke component is hierbij de sys
tem integrator: er gaat niets meer buiten het ruimtelijk sys
teem om. Hierbij viel op dat de kracht van de oplossing niet
zozeer in de techniek zat, maar in de duidelijke keuze van
het (hoogste) management om ICT en met name de geo-in-
formatievoorziening strategisch in te zetten. Op de vraag
hoe de gegevens werden beheerd, gaf Mulder aan dat bijna
alle gegevens extern werden betrokken, met name van Ge
meentewerken, en dat daar dus de bijhoudingsproblema-
tielc lag. Op de laatste vraag, of de opleidingen genoeg doen
aan de toepassingen in de praktijk, antwoordde hij diplo
matiek dat hij al zo lang geleden was afgestudeerd, dat hij
daar geen mening meer over kon geven.
De laatste congreslezing werd verzorgd door Jan Hoogstra
ten van de regiopolitie Utrecht. In het kader van Openbare
Orde en Veiligheid wordt gewerkt aan een GIS. Uit de analy
se van een aantal recente rampen bleek dat communicatie
en informatie altijd een knelpunt waren. In het project
Sherpa wordt een ideaal-set van data samengesteld, geba
seerd op het Nationaal Locatie Bestand, aangevuld met ex
tra gegevens. Naast politie kunnen brandweer en ambulan
cedienst ook aansluiten, sterker nog, Hoogstraten vond dat
het moest. Op de vraag, na afloop van zijn voordracht, waar
de geodeet stond in zijn verhaal, kon hij slechts antwoor
den dat die niet betrokken was, sterker, dat hij niet wist wat
een geodeet eigenlijk deed. Vanuit de vraagstellers was af te
leiden dat men het niet zo geweldig vond dat de politie met
een eigen bestand aan de slag ging en alle wielen opnieuw
wilde uitvinden, in plaats van gebruik te maken van be
staande bestanden en gegevens, en van bestaande kennis.
Nadat Henk Scholten nog een korte samenvatting gaf van
wat die dag was gepasseerd, was het tijd voor de laatste offi
ciële handeling van het congres: de overdracht van de voor
zittershamer van de Stichting Geodesia. Theo Houterman
bedankte eerst nog alle mensen, voor en achter de scher
men, die het 21e congres tot een succes hadden gemaakt en
gaf vervolgens de hamer over aan Leen Murre, die zijn dank
uitsprak in het vertrouwen dat de Stichting in hem stelde.
Hierna liep de zaal leeg en werden de laatste contacten ge
legd en de laatste consumpties genuttigd. Tot over twee
jaar, in deze of in een nieuwe vorm
GEODESIA 2001-12