I5 In de resterende 5% van de gevallen wordt ze overschreden. In fig. 5 wordt, door de standaardafwijking, de preci sie van de basislijncoördinaten weer gegeven. De coördinaten zijn uitge drukt in een lokaal topocentrisch sys teem (East, North en Up/Height). De fi guur betreft de uiteindelijke kleinste kwadraten 'baseline-fixed'-oplossing, waarin de fasemeerduidigheden (cor rect) zijn opgelost en vastgehouden op hun geheeltallige waarden. De gege ven standaardafwijkingen zijn 95% percentielen over de gehele dag. Fig. 5 geldt voor de korte basislijn. Wanneer atmosferische vertragingen als onbekenden moeten worden mee genomen, kan, zeker voor een enkele epoche-oplossing, de precisie aan merkelijk slechter zijn, zelfs wanneer de geheeltallige fasemeerduidigheden (juist) zijn opgelost. Ten opzichte van het huidige twee-frequentie GPS (links) verbetert de precisie met hybride GPS en Galileo (rechts) aanzienlijk, ruwweg met een factor 2 in standaardafwij king. De verbetering wordt veroorzaakt door een verdubbeling van het aantal zichtbare satellieten en een verbeterde geometrie. Opgemerkt dient te worden dat deze grafiek de formele precisie be treft en deze berekend wordt uit de satellietgeometrie en de (aangenomen) meetprecisie van 3 mm voor de fase waarnemingen. In de praktijk treedt onvermijdelijk multipath op, ook op de fasewaarnemingen. De precisie ge- Fig. 5. geven in fig. 5 voor GPS is reëel, maar multipath kan de pre- Precisie van de cisieverbetering met hybride GPS en Galileo in de praktijk basislijncoördinaten (ten dele) dwarsbomen. als standaard afwijking in Meerduidigheidsoplossing millimeters, links Voor de fasemeerduidigheden wordt de verwachte kans op voor het huidige slagen dan wel falen beschouwd van de geheeltallige op- twee-frequentie GPS, lossing. Fig. 6 geeft, onder de aanname van een normaal rechts voor GPS en verdeelde 'float' meerduidigheidsoplossing, de faalkans. Galileo gecombi- Deze kan van honderd tot nul procent variëren, en moet zo neerd. klein mogelijk zijn, bij voorkeur nul. De berekende en hier gepresenteerde faalkans is een (goede) benadering (èn gega randeerde bovengrens) voor de werkelijke faalkans, wan neer geheeltallige kleinste kwadraten-schattingen voor de meerduidigheden worden bepaald, zoals met de LAMBDA- methode [2], De faalkans, langs de verticale as, is logarit misch gegeven in procenten. De faalkansen in fig. 6 zijn we derom 95% percentielen over de volle vierentwintig uur. Voor de korte basislijn (short) zonder atmosferische effec ten, en de basislijn met enkel een troposferisch effect tro po) is de verwachte kans op mislukken van de meerduidig heidsoplossing met GPS en Galileo (rechts) kleiner dan 10"6%, één-miljoenste procent. In verband met numerieke nauwkeurigheid wordt afgezien van een exacte opgave. Voor de grafiek is in deze twee gevallen de waarde le-6% gehanteerd. Deze waarde werd nimmer overschreden ge durende de volle 24-uurs periode. De huidige percentages van 0,1% tot 1% (links) zijn voor vele geodetische toepassingen reeds acceptabel, zeker wanneer de gegevensverwerking, middels een statistische toets, een indicatie geeft van het optreden van een incorrecte meer duidigheidsoplossing. Een waarde van 10 ~6% is, de enkele epoche-oplossing in aanmerking genomen, zonder meer veelbelovend. Daarmee kan precieze satellietnavigatie ook interessant worden voor een kritische toepassing zoals het landen van vliegtuigen. Uitgaande van enkel GPS, brengt Galileo op de middellange basislijn met een troposferische zenitvertraging èn double difference ionosferische vertragingen tropo iono) een factor 10 verbetering, maar een faalkans van ruim 6% is nog steeds te groot voor praktische toepasbaarheid. De oplos sing zal hier moeten worden gezocht in een langere meet tijd. Conclusie Met significante moderniseringen aan het Amerikaanse GPS in de komende jaren en de komst van het Europese Galileo op wat langere termijn verbetert de precisie van de basislijn coördinaten en stijgt de kans op het correct oplossen van de fasemeerduidigheden. Bedacht moet worden dat de resulta ten gepresenteerd in dit artikel slechts een indruk geven van de kwaliteit van plaatsbepaling met een hybride GPS- en Galileo-systeem. Ze zijn gebaseerd op één van de mogelijke implementaties van het Europese Galileo-systeem. Algeme ne conclusies voor de toekomst kunnen en mogen nog niet worden getrokken. Zo moeten voor Galileo essentiële ont- werpkeuzes, op korte termijn, nog worden gemaakt. Fig. 6. Faalkans bij het instantaan oplossen van de geheeltallige fasemeerduidig heden, links voor GPS, rechts voor GPS en Galileo gecombi neerd. De verticale as, in procenten, is logaritmisch. 10 9 8 7 6 4 3 2 1 GPS GPS+GAL 100% 1% 0.01% 1 e4% 1e6% BB short I l tropo BB tropo iono GPS+GAL GEODESIA 2001-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 21