TU Delft SCRIPTIES Automatische gebouwen reconstructie uit laserscanner- gegevens en GBKN-gegevens Vlakidentificatie uit onregelmatig verdeelde laser- altimetriegegevens De afstudeerscripties van de TU Delft, afde ling Geodesie, zijn te verkrijgen bij de bi bliotheek, Thijsseweg 11, 2629 JA Delft, tele foon (015) 278 25 60 of 278 25 68. De publi caties zijn ook aan te vragen via: www.geo. tudelft.nl/bibliotheek. Sander Dijkman (Afstudeerdatum: 19-10-2001) Werd laseraltimetrie enkele jaren geleden louter voor de vervaar diging van DHM's en DTM's gebruikt, te genwoordig wordt het voor steeds meer toepassingen aangewend. Gebleken is dat laseraltimetrie geschikt is om 'man- made-objects', bijvoorbeeld gebouwen, te modelleren zodat digitale stadsmo dellen gevormd kunnen worden. Het berekende digitale model. Digitale stadsmodellen worden ge bruikt bij onder andere het uitvoeren van microklimaatstudies in steden, bij het plaatsen van masten voor mobiele telefonie en bij stedelijke planning. Het creëren van digitale stadsmodel len met traditionele meettechnieken kost veel geld. In dit onderzoek is de mogelijkheid onderzocht om op basis van laserscannergegevens en GBKN- kaartmateriaal automatisch stadsmo dellen te vervaardigen die vanuit eco nomisch oogpunt aantrekkelijk zijn. Door gebruik te maken van gebouw omlijningen van digitaal kaartmateri aal (bijv. GBKN) zijn de plaatsen, oriën teringen en omlijningen van gebou wen in de laserdata geen onbekenden meer. Het gebruik van digitale kaarten heeft voorts als voordeel dat aan de hand van de vorm van de gebouwom lijningen uitspraken kunnen worden gedaan over mogelijke dakvormen. In grote lijnen zoekt het reconstructie algoritme in eerste instantie naar de globale dakmodellen in de laserpun- tenwollcen. In de daaropvolgende stap pen wordt gezocht naar verfijningen op het globale model. Op deze manier blijkt het goed mogelijk om bijvoor beeld dakkapellen en schoorstenen te modelleren. Het huis in de werkelijkheid. Om gebouwen te modelleren op basis van laserscannergegevens met punt dichtheden van 1,25 a 1,5 punten per vierkante meter (wat niet veel is, in dien men bedenkt dat vele dalcstructu- ren slechts enkele vierkante meters groot zijn) wordt in de laserpunten- wolken expliciet gezocht naar bepaal de van tevoren gedefinieerde para metrische dalcmodellen. Het algoritme is getest op een wijk waarin van 106 gebouwen zowel de la serdata als GBKN-gebouwomlijningen aanwezig waren. Op basis van laser scannergegevens met een puntdicht heid van 5-6 punten/m2 is 78% van de huizen juist gemodelleerd. Bij een puntdichtheid van 1,25-1,5 punten/m2 wordt 73% van de huizen juist gemo delleerd. Bij de modellen op basis van 5-6 punten/m2 worden dakkapellen vrijwel altijd gemodelleerd en in veel gevallen ook schoorstenen. Op basis van 1,25-1,5 punten/m2 komt het voor dat dakkapellen gemodelleerd wor den, schoorstenen daarentegen wor den nooit gedetecteerd. Tenslotte moet worden opgemerkt dat het sla gingspercentage zeer sterk afhangt van het type wijk dat gemodelleerd wordt. Nieuwbouwwijken zijn vele malen beter te reconstrueren dan bij voorbeeld oude stadskernen. Mirelle Goos (Afstudeerdatum: 19-10-2001) De behoefte aan 3D-stadsmodellen is groeiende. Deze stadsmodellen kunnen onder andere worden ge bruikt voor stedelijke planning en stu dies naar golfvoortplanting. Bij deze studies kan men denken aan studies betreffende geluidsvoortplanting of het plaatsen van masten ten behoeve van de mobiele telefonie. Voor de ont wikkeling van deze stadsmodellen is in de eerste plaats een goedkope me thode gewenst voor het inwinnen van 2.5D-gegevens van het betreffende ge bied. Daarnaast wordt de voorkeur ge geven aan een modelleringsalgoritme dat aan de hand van deze gegevens automatisch gebouwen reconstrueert. Laseraltimetrie is een relatief goed kope methode voor het inwinnen van 2.5D-gegevens. Voor het reconstrueren van een stadsmodel uit enkel laseralti- metriegegevens is het identificeren van vlakken uit deze data noodzake lijk. Om interpolatiefouten te voor komen zal het automatische algoritme gebaseerd moeten zijn op de originele, onregelmatig verdeelde laserpunten. De probleemstelling van dit onderzoek luidde dan ook: wat zijn de mogelijk heden voor vlakidentificatie uit onre gelmatig verdeelde laseraltimetriege- gevens? Dit onderzoek heeft zich be perkt tot het identificeren van platte vlakken. De lasergegevens die gebruikt zijn, zijn de coördinaten van de laser- punten op gebouwen. Vier bestaande methoden voor de identificatie van vlakken uit een onregelmatig verdeel de puntenset zijn onderzocht. Veel al goritmen voor vlakidentificatie zijn gebaseerd op deze vier methoden: Hough-transformatie; clustering van normalen gebaseerd op een TIN; segmentatie van scan-lijnen; TP-algoritme. De Hough-transformatie en het TP- algoritme blelcen de meest veelbelo vende algoritmen voor vlakidentifica tie uit onregelmatig verdeelde data- GEODESIA 2001-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 41