I Het gebruik van DGPS in het CARiN-autonavigatiesysteem Driedimensionale buffering op basis van Tetraëder Netwerken Voor verscheidene ziektebeelden zijn de vorm en grootte van de aandoening een maatstaf voor de ernst van de ziek te. Doorligwonden zijn hiervan een voorbeeld. Recent afstudeeronderzoek heeft aangetoond dat met behulp van drie camera's een digitaal hoogtemo del van een doorligwond kan worden verkregen. De betrouwbaarheid van deze modellen was echter nog niet op timaal. Om de betrouwbaarheid te ver beteren is in dit onderzoek gebruikge maakt van de projectie van textuur in de vorm van een regelmatig puntjes patroon op de wond en de omliggende huid. Omdat de camera's gemonteerd zijn in een frame, veranderen de on derlinge stand en positie tijdens het maken van de opnamen niet. Dit bete kent dat deze stand en positie (uitwen dige oriëntering) bepaald kunnen wor den tijdens de kalibratie en vervolgens voor een gehele opnamesessie ge bruikt kunnen worden. Omdat na de kalibratie zowel de in- als uitwendige oriënteringen bekend zijn, kan ge bruik worden gemaakt van de kern- straalgeometrie. Dit betekent dat voor elk punt in de ene opname een lijn (kernlij n) in de andere opnamen kan worden bepaald, waarop het corre sponderende punt moet liggen. Hier door wordt het zoekgebied naar corre sponderende punten drastisch ver kleind. Door nu voor alle mogelijk cor responderende punten in de tweede opname de kernlijn in de derde opna me te berekenen, wordt het zoekge bied van een lijn naar een snijpunt van lijnen verkleind. Het aantal mogelijke correspondenties wordt hierdoor zeer verkleind. Wanneer de corresponde rende punten zijn bepaald, worden de objectcoördinaten bepaald door een voorwaartse insnijding, waardoor een digitaal hoogtemodel wordt verkre gen. De werking van de methode is getest op kunstmatige en echte wonden. De resultaten tonen aan dat de projectie van textuur in de vorm van een punt jespatroon goede mogelijkheden biedt 0111 de vorm van doorligwonden te be palen. Voor de hoogte wordt een preci sie van beter dan 1 mm verkregen. Het onderzoek heeft echter ook aange toond dat het maken van goede opna men erg belangrijk is. Hiertoe is het noodzakelijk dat de hanteerbaarheid van het frame met de drie camera's sterk wordt verbeterd. Bastiaan Timmer (Afstudeerdatum: 19-10-2001) Het CARiN-autonavigatiesysteem (sinds 1999: VDO dayton) maakt voor plaatsbepaling gebruik van GPS, gyro, speed sensor en een digitale wegenkaart. De GPS-ontvanger levert naast een absolute positie de benodig de snelheid en heading voor kalibratie van gyro en speed sensor. Uit de ge combineerde (GPS en dead-reckoning) oplossing wordt door middel van map- matching de positie op de kaart be paald. Principe van RDS/DGPS-toepassing voor autonavigatie. In de huidige opzet met een stand alone GPS-ontvanger navigeert het CARiN-systeem naar behoren, zeker sinds de uitschakeling op 2 mei 2000 van de kunstmatige GPS-signaalversto- ring (SA-effect). Voor toekomstige ge neraties autonavigatiesystemen wor den een hogere plaatsbepalingnauw keurigheid en -betrouwbaarheid ver eist. Het is daarom belangrijk te weten in hoeverre de navigatie verbetert door toepassing van differentiële GPS- (DG- PS-)technieken. In dit onderzoek zijn de beschikbaar heid van DGPS en de invloed op de Met CARiN naar de de Are de Triomphe. kwaliteit van plaatsbepaling in het CARiN-systeem beoordeeld. Hierbij is RDS-DGPS (o.a. op I:M 92.6 MHz) verge leken met AMDS-DGPS (o.a. op AM 747 kHz). Uit statische en dynamische me tingen in de Benelux en Frankrijk bleek de ontvangst van AMDS-DGPS significant beter dan van RDS-DGPS. De precisie van positionering nam toe met een factor tien ten opzichte van stand-alone GPS met SA. De verklei ning van de GPS-snelheidsfout met een factor vijf blijkt in het CARiN-systeem vooral de kalibratie van de speed sen sor ten goede te komen. Kwaliteit van navigatie in het CARiN-systeem met DGPS wordt bovendien naar verwach ting verder verbeterd door binnen de CARiN-software een groter gewicht te geven aan DGPS-waarnemingen. Jeroen de Vries (Afstudeerdatum: 19-10-2001) De laatste jaren wordt steeds meer onderzoek gedaan naar de toe passing van driedimensionale GI-syste- men, kortweg 3D-GIS. Deze onderzoe ken zijn echter meer gericht op de visu alisatie van driedimensionale gegevens dan op analyses op in drie dimensies lo- kaliseerbare (geografische) fenomenen. Wanneer een (3D-)GIS wordt opgezet, moet worden gekozen hoe de gegevens opgeslagen, bewerkt en gepresenteerd moeten gaan worden. GEODESIA 2001-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2001 | | pagina 43