en referentieprisma's wijkt inderdaad af van het ideale ge
val en brengt uiteraard fouten met zich mee. Aangezien het
toch om een lokaal assenstelsel gaat en de coördinaten niet
absoluut maar relatief zijn, blijft de meting aanvaardbaar.
De standaardafwijkingen op de Z-coördinaat van de ver
schillende meetpunten zijn alle gelegen tussen 1 en 5 mm,
de meeste bedragen zelfs slechts 2 mm. Verder dient nog
te worden opgemerkt dat het stationeren en oriënteren
van de totaalstations de meeste tijd in beslag namen. De
GPS-masten waren nog niet gemonteerd aan boord en wer
den daarom pas ingemeten in de volgende fase, toen het
schip in het water lag. Mede door het inmeten van de refe
rentiepunten (meetstiften) is dit een aanvaardbare praktijk.
De verwerking van deze gegevens resulteerde in de figuren
met de geometrische opstelling van de 'Zwaan' (fig. 1).
In de tweede fase werd het schip te water gelaten en de nog
zichtbare punten werden opnieuw opgemeten vanuit een
station op de kade. De punten onder de waterlijn waren
uiteraard niet meer te viseren. Ook de punten op de boord
van het schip werden niet meer opgemeten omdat zij slecht
zichtbaar waren vanaf de kade. Alleen de punten op de
stuurhut, de meetstiften en de antennes, werden opgeme
ten. De coördinaten van de opgemeten punten worden
weergegeven in tabel 2.
Tabel 2.
Coördinaten in
assenstelsel A2.
De meting vond ditmaal plaats in een assenstelsel dat
we A2 noemen. Het assenstelsel is in feite willekeurig te
kiezen; het heeft hier zijn oorsprong in het opstelpunt, de
Z-as volgens de plaatselijke verticale in het opstelpunt en de
Y-as willekeurig georiënteerd, zoals de horizontale cirkel-
rand van het totaalstation zich op dat ogenblik toevallig be
vond. Intussen waren de GPS-antennes gemonteerd. Deze
punten zijn terug te vinden in de metingen als GPS-antenne
(differentiële GPS) en L1L2 (kinematische GPS).
Als laatste stap werden de metingen in het droogdok
(assenstelsel Al) herleid naar gegevens in een assenstelsel
A3 dat hierboven reeds gedefinieerd werd als het scheeps-
coördinatensysteem (fig. 1).
Besluit
In dit artikel werd een methodologie
beschreven, die gebruikt kan worden
voor de kalibratie van de geometrische
opstelling van de meetapparatuur van
een peilschip. De noodzaak van het ge
bruik van verschillende coördinaten
systemen die in de kalibratie een rol
spelen, werd toegelicht aan de hand
van een praktij lcvoorbeeld. In het
volgende artikel 'Gegevensverwerking.
Geometrische kalibratie van een peil
schip (2)' wordt aandacht besteed aan
de problematiek van de transformaties
tussen de verschillende assenstelsels
waarin de opmetingen van de diverse
hydrografische sensoren plaatsvinden,
en aan de kleinste kwad ra ten vereffe
ning die hiervoor goed kan worden ge
bruikt.
Summary
Geometric calibration of a
survey vessel (1)
This is the first of two articles treating the
important issues for the hydrographer
when determining the internal relative geo
metry of the survey vessel's hydrographic
equipment on board the ship. In order to
produce an accurate bathymetric chart
from depth soundings, a thorough determi
nation of the geometric position of the diffe
rent surveying instruments relative to each
other and to the ship's reference geometry
needs to be carried out. The issues playing a
major role in determining these relative
positions are indicated. The different co
ordinate systems related to the calibration
procedure are defined and the practical
operations to be carried out are outlined.
navigation, instruments, applications
navigatie, instrumenten, praktijk
Bepaling van de coördinaten van de meetpunten
Metingen met het schip in het water
Coördinaten in assenstelsel A2
Puntnummer
X
Y
Z
PUNT7
-10,058
-8,555
-1,192
PUNT8
-7,571
-3,420
-1,138
PUNT10
-9,670
-2,328
-1,114
PUNT9
-12,522
-7,255
-1,139
L1L2
-9,839
-4,992
4,695
GPS-antenne
-9,596
-5,138
4,658
Ref. waterpeil
-8,661
-2,284
-3,801
STANG
-8,248
-1,300
-1,590
Mid P7 P9
-11,290
-7,905
-1,166
Mid P8 P10
-8,620
-2,874
-1,126
MidMid
-9,955
-5,389
-1,146
Berekening
KEYWORDS
TREFWOORDEN
GEODESIA 2002-1