y x -x> a- ark 3931511:- Ï31517 - r> mogen wordt toegestaan, waren we wel genoodzaakt om Fig. 5. steunzenders (repeaters) te gaan plaatsen. Onderlinge sto- Gedeelte van de ring van het signaal kon worden vermeden door de refe- overzichtskaart rentiestations om en om van een andere frequentie te voor- van de project zien. Met de aanschaf van reserve-apparatuur, en het in- grondslag. richten van een helpdesk en een storingsorganisatie kon den continuïteit en snel herstel bij calamiteiten worden gegarandeerd. De voordelen en de mogelijke besparingen waren al snel duidelijk, maar toch was er een financieringsprobleem. Dit werd veroorzaakt door de voortgang van het project. Het was te laat om het beoogde netwerk van GPS-referentie- stations op te nemen in de bestekken voor de onderbouw (grondwerk en kunstwerken). Omdat juist in deze fase de grootste besparingen te realiseren waren, verviel hierdoor een belangrijke (indirecte) financieringsbron in de vorm van lagere aanbiedingen. Directe (mede)financiering door de aannemers bleek ook geen haalbare kaart. De Projectorganisatie Betuweroute was inmiddels over tuigd van de voordelen, maar zocht naar een weg om de kosten te reduceren. Voorafgaande aan de definitieve be slissing werd daarom onderzocht of samenwerking met Rijkswaterstaat een optie was. Niet onlogisch omdat Rijkswaterstaat gestart was met de realisatie van een GPS-netwerk van referentiestations voor survey-doelein- den op de Waal, en deze stroomt grotendeels langs de Betuweroute. Het resultaat van het gezamenlijk onder zoek van Railinfrabeheer en Rijks waterstaat gaf aan dat er nog te veel technische problemen en beperkingen waren om beide beoogde systemen en toepassingen in elkaar te schuiven, en de verwachte financiële voordelen waren gering. In maart 2000 besluit de Projectorganisatie Betuweroute om het netwerk op eigen kracht te reali seren. Direct na het besluit tot realisatie van het netwerk van permanente referen tiestations zijn de drie partijen (Rail- infabeheer, Arcadis en GeoMetius) aan de slag gegaan. Als eerste was een ver kenning noodzakelijk om de optimale GPS- en steunzenderlocaties vast te stellen. Dit was geen gemakkelijke opgave gezien de vaak tegenstrijdige eisen: goede, ongestoorde ontvangst van de GPS-signalen; goed bereikbare, beschermde (van dalisme, sabotage) locaties; maximale onderlinge afstand van vijftien kilometer en zo dicht moge lijk aan het Betuweroute-tracé; Locaties De referentiestations zijn uitgerust met: Trimble 4700 CORS-ontvanger; Trimble Micro-Centered-antenne; Trimble Trimtalk 450S-radio met een antenne van 5 of10m; pc met modem; overspanningbeveiliging en aarding; ononderbroken noodstroomvoorziening (UPS); automatische alarmfunctie (via GSM) bij voedings problemen. Via de GSM kunnen ook diverse functies met betrekking tot de voeding worden gecontro leerd. De repeaters zijn uitgerust met: Trimble Trimtalk 450S-radio met een antenne van 5 of10 m; zonnepaneel en accu; overspanningbeveiliging en aarding. Alle apparatuur is geplaatst in weerbestendige kasten (fig. 6 en 7). Fig. 6. Referentiestation in weerbestendige kast op een stalen buispaal. Fig. 7. 'Inhoud' van een referentiestation. perste veid ^:'''6?^M ^:^;:x::;::::::::y /a^e Blok Mt- Gaslcrs Klooien Dc Mai 10 .V mZ-v ^/-iC Voorbereiding GEODESIA 2002-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 10