i ten van Al en het scheepscoördina- tensysteem A3 door toepassing van de transformatieparameters. In fig. 2 worden de achtereenvolgende berekeningen schematisch weergege- Omrekenen van punten in A2 naar het scheepscoördinatenstelsel A3 Een aantal punten die geviseerd wor den als referentiepunten in Al, met het schip in het droogdok (fig. 3), wor den ingemeten in A2, met het schip in het water. Het systeem A2 is echter niet gelijk aan A3het schip ligt welis waar horizontaal in het water (zoals de hierboven gegeven definitie van A3 voorschrijft), maar de Y-as is niet geo riënteerd volgens de langsas van het schip, en de oorsprong ligt niet verti caal onder de GPS-antenne. Daarom moet nog een transformatie worden uitgevoerd, die bestaat uit enerzijds een rotatie over k om Z, zodat de Y-as van A2 parallel met die van A3 komt te liggen, en anderzijds een translatie in drie dimensies (x, y en z) om de oor sprong van A2 naar die van A3 te ver schuiven. De rotatiematrix voor een rotatie in klokrichting rond de Z-as is gegeven door: cos k -sin K 0 Rv= sin k cos k 0 0 0 lj Via de bekende transformatieformule worden dan de geroteerde coördina ten verkregen: X'=R,X VI De translatie behelst een eenvoudige bij telling van de offsets: X" X'+Xtr,,ls;,tie V 2 Door substitutie van VI in V2 wordt de volledige transformatieformule van A2 naar A3 verkregen: X" RvX+Xfrans,at/e V3 In de praktijk wordt aangenomen dat de langsas van het schip parallel is met de verbindingslijn tussen de middens van de hoekpunten van de kajuit. Aan genomen wordt dus dat de kajuit een rechthoek vormt, die gealigneerd is prof. dr. ir. A. C. D. 0. de Wulf en G.J.K. Brouns MSc, Universiteit Gent, vakgroep Geografie, optie Landmeetkunde. Het is op zijn plaats hier nogmaals op te merken dat, vermits het schip in zijn normale, horizontale positie in het water ligt, er noch om X noch om Y geroteerd dient te worden: de Z-as is vanaf het begin reeds parallel met de verticale. Dit volgt ook uit de definitie van het scheepscoördinatenstelsel A3. Berekening transformatieparameters met de methode der kleinste kwadraten Via het functionele model XA X0 R*-^ X'A kunnen de coördinaten X'4 in assenstelsel Al worden getransformeerd naar de coördinaten X^ in assenstelsel A3. De te bepalen transformatieparameters in dit functionele model zijn drie rotatieparameters (co, <j>, k) en drie translatieparameters (X0, Y0, Z0). Er wordt geen schaalfactor tussen beide metingen bepaald; deze wordt verondersteld gelijk te zijn aan 1. Het aantal onbekende parameters is dus gelijk aan zes. Het aantal waargenomen meetpunten dat we in de case study zowel in Al als A3 terugvinden, is vijf. Het aantal waargenomen parameters per punt bedraagt drie (X, Y en Z); het totaal aantal waargenomen parameters is dus vijf tien. Fig. 2. Schema van de berekeningen. Meting met het schip in het droogdok Assenstelsel Al Meting met het schip in het water Assenstelsel A2 Bepaling transformatieparameters k Ken 3D-translatie V (Rotatie om Z (k), 3D-translatie) Coördinatie van de punten in A2 getransformeerd naar scheepscoördinatenstelsel A3 Niet-gemeenschap- pelijke punten Gemeenschappelijke referentiepunten Bepaling transformatieparameters met methode der kleinste kwadraten (O), <t>, k, X0.Y0.Z0) Toepassing transformatieparameters op nietgemeenschappelijke punten Coördinaten karakteristieke punten in scheepscoördinatenstelsel A3 met het schip. Dat laat toe de hoekpunten van de kajuit als referentiepunten te gebruiken voor de berekening van de rotatiehoek k. De waterlijn wordt bepaald door een referen tiepunt op het boord van het schip in te meten en met een vouwmeter de afstand van dit punt tot de waterlijn te bepalen. Bij volgende meetcampagnes kan vanaf dit referen tiepunt dan telkens de actuele diep gang worden bepaald, wat belangrijk is om de peilgegevens te verwerken aangezien die altijd gerefereerd zijn aan de waterlijn. GEODESIA 2002-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 15