A35 (cos co cos cp cos k) X A (cos co cos <p sin k) Ya (- cos co sin cp) Z'A dZA A36 (sin ft) cos k- cos co sin (p sin k) X A (sin co sin k+ cos co sin cp cos k) Y'a Voor elk waargenomen punt in x, y en z worden de voor gaande achttien matrixelementen aan A toegevoegd. Om dat in het praktijkvoorbeeld vijf punten worden verwerkt, bestaat A uit vijfmaal deze achttien elementen, want voor elk van de vijf punten moet een invulling worden gegeven aan deze partiële afgeleiden van de drie waarnemingsverge lijkingen. Wat de matrix C betreft, met de coëfficiënten van de partiële afgeleiden van de drie waarnemingsvergelijkin gen naar de waargenomen parameters, wordt opgemerkt dat deze coëfficiënten in feite overeenstemmen met de ele menten van de rotatiematrix RK(po)\ ze worden dus terugge vonden als de coëfficiënten in tabel 2 of als de elementen van de rotatiematrix in V 7. Elk van de vijf waargenomen punten krijgt een invulling in de matrix C; vandaar de 15x15 dimensie van deze matrix. Aangezien de waarnemingen onderling onafhankelijk zijn, zijn de covarianties gelijk aan nul en is de covariantie- matrix D een diagonaalmatrix. De gewichtenmatrix W, de inverse van D, is dus gemakkelijk te vinden: het is ook een diagonaalmatrix met als elementen de inversen van de varianties: 1/g2. f/2 0 0 1 De vector 1 bevat de O-C-waarden: de O (geobserveerde waar den) zijn simpelweg de observaties zelf, terwijl de bereken de waarden C worden gevonden door V 6 te herschrijven: XA X„ Rk (pm X'A X' A R,;0) (X4 - X0) Benaderde waarden Telkens wanneer in de bovenstaande vergelijkingen een waarde voor een onbekende moet worden ingevuld, moet een benaderde waarde worden gebruikt. De benaderde waarden voor de onbekenden X0, Y0, Z0, co, cp en k moeten eerst worden gevonden. De waarden voor X'A, Y'4 en Z'A worden beschouwd als con stanten en zijn dus voorhanden. Voor de andere parameters worden benaderde waarden gevonden door de twee coör- dinatensets visueel te vergelijken. Daarbij wordt opgemerkt dat de rotaties heel klein moeten zijn, aangezien de ligging van het schip in het droogdok wel min of meer overeen komt met die in het water. Voor co, cp en k kan dus een waarde 0 worden vooropgesteld. De translaties worden verkregen door de verschillen in X, Y en Z-coördinaten te schatten. De benaderde waarden worden in de matrices ingevuld. Bij de oplossing voor x (zie V 5), matrix van partiële af geleiden naar de onbekenden, wordt gecontroleerd of deze waarden bene den een vooropgestelde drempelwaar de voor de precisie liggen. Als drempel waarde om de berekeningen te laten stoppen kunnen we 1 mm voor de translaties en 10"6 rad 0,6 dmgon) voor de rotaties nemen. Indien de waarden in x groter zijn, dan wordt een volgende iteratie in de kleinste kwadratenberekening uitgevoerd. De nieuwe benaderde waarden worden dan verkregen door bij de oude de op- lossingsmatrix x bij te tellen. Na een beperkt aantal iteraties wordt dan een oplossing gevonden waarbij alle waar den in x onder de vooropgestelde drempelwaarden liggen. Kwali tei tscon trole Om op een objectieve manier de kwali teit van de transformatie (en onrecht streeks van de metingen zelf) in te schatten wordt de parameter o0 be paald. Deze wordt berekend uit de formule m - n De vector v volgt uit vergelijking V 4 door substitutie; W is de gewichten matrix. De parameters m en n zijn res pectievelijk het aantal waargenomen parameters en het aantal onbekenden, waarbij m>n. De waarde voor o0 bedraagt in de case study 1,097, wat dichtbij 1 is en daar om wil zeggen dat de vooropgestelde varianties in W betrekkelijk dichtbij de waarheid liggen, maar niettemin iets te positief waren. Vervolgens kan de parameter oa posteriori worden be paald met de formule: en deze bedraagt 10 mm: de standaard afwijking waarmee de punten van het in het droogdok opgemeten netwerk passen op hetzelfde netwerk zoals het met het schip in het water werd opge meten, bedraagt dus 10 mm. Gezien de vereiste nauwkeurigheid bij peilingen (de finale nauwkeurigheid van de uit eindelijke hoogtewaarden, met inbe grip van alle andere foutenoorzalcen zoals getijdencorrecties enzovoort, is dzA <T' Oplossing vTWv 2 2 2 "a posteriori tTa priori "0 CEODESIA 2002-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 18