GEO-DBMS: de basis van GIS-toepassingen WERELD GIS-DAG 14 NOVEMBER 2001 Verslag Geo-DBMS volwassen? Conversie naar een Geo-DBMS Ontwerpen Op woensdag 14 november 2001 vond, in het kader van de Wereld GISdag, een studiemiddag plaats met als thema 'Geo-DBMS, de basis van GIS-toepassin gen'. De themamiddag, die werd gehouden in het gebouw van de afdeling Geodesie van de TU Delft, was een gezamen lijk initiatief van de ArcGIS Gebruikersgroep Nederland (AGGN) en de Kring voor Aardobservatie en Geo-informatica (KvAG). De themamiddag stond onder inspirerend voor zitterschap van Jeroen Baltussen (DLG). Er werden vier inleidingen gehouden, verzorgd door: Theo Tijssen, afdeling Geodesie, TU Delft; Floris Versteeg, Oracle Nederland; Luc Heres, Adviesdienst Verkeer en Vervoer, Rijkswaterstaat; Jack Verouden, NAM, en Roel Nico- lai, Shell International Exploration and Production. Tjeu Lemmens. De themamiddag stond onder inspirerend voorzitterschap van Jeroen Baltussen. De themamiddag werd gehouden tijdens de Wereld GIS-dag, en werd ook bezocht door dartele basisschool kinderen. Theo Tijssen beet het spits af. Eerst ging hij in op een be langrijke recente ontwikkeling op het terrein van het ruim telijke gegevensmanagement: de overgang naar een nieuwe DBMS-architectuur. Was het in het verleden zo dat het ma nagement van ruimtelijke geogegevens door GIS-systemen werd uitgevoerd buiten het DBMS om, thans worden DBMS- systemen in toenemende mate voorzien van ruimtelijke functionaliteit, waardoor zowel de ruimtelijke als de the matische gegevens in één DBMS kunnen worden opgesla gen en beheerd. Om meer zicht te krijgen op de stand van zaken van de huidige Geo-DBMS, is er, naar aanleiding van een opdracht van het Kadaster en TNO/NITG, onderzoek ver richt naar de functionaliteit van drie Geo-DBMS's: Oracle, Ingres en Informix. Zijn de huidige Geo-DBMS systemen vol wassen? Het antwoord is 'neeja'. Ze zijn dusdanig volgroeid, Theo Tijssen rapporteerde over onderzoek verricht naar de functio naliteit van drie Geo-DBMS's: Oracle, Ingres en Informix. dat men geen koudwatervrees meer hoeft te hebben. Daarnaast moet er de komende jaren nog veel ontbrekende functionaliteit aan worden toege voegd, zoals toepassing van standaar den, betere 3D-ondersteuning en in passing van temporele aspecten. Ook valt er nog veel te verbeteren aan res ponsiesnelheden. Met kleine, eenvou dige ingrepen kunnen queries al met een factor tien tot twintig worden ver sneld. Er is dus nog veel te winnen. Men hoeft dan geen koudwatervrees meer te hebben, toch blijft de overstap naar een Geo-DBMS wel degelijk een avontuur, niet in het minst omdat de overstap naar de nieuwe architectuur een zeer bewerkelijke en tijdrovende aangelegenheid is. Floris Versteeg was uitgenodigd om zijn licht te laten schijnen over de conversie van be staande bestanden naar een Geo-DBMS architectuur en de relatie met GIS-soft- ware. Conversie houdt in dat ruimtelij ke gegevens van het ene format naar het andere format worden omgezet, bijvoorbeeld de omzetting van ESRI shape files naar Oracle Spatial. Hierbij spelen een heleboel facetten een rol, zoals compleetheid, voorkomen van verlies aan informatie, omkeerbaar heid en snelheid. Versteeg gaf een aar dig overzicht van de vele valkuilen die men lean tegenkomen bij een dergelijk omzettingsproces. Eén van deze val kuilen is dat door een onjuiste instel ling van parameters cijfers achter de komma van plaatscoördinaten (gedeel telijk) kunnen verdwijnen in het niets. Conversie is één ding, maar voordat men daaraan lean beginnen, zal men eerst een geschikt gegevensmodel be schikbaar moeten hebben. Dat is nodig omdat de ruimtelijke en thematische gegevens die eerst apart werden opge slagen, thans in één en dezelfde DBMS worden ondergebracht. Het belang van een goed databaseontwerp alsmede de voorfase hiervan, dat wil zeggen het analyseren van de informatiebehoefte, heeft ertoe geleid dat deze activiteiten GEODESIA 2002-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 22