Nederlands versus
Duits model
Praktijk
Historie
Privatisering
Type
eigenaren
Binding
Infra
structuur
Land
funds
Privatisering
Van toepassing op:
Verkoop
gebruikers
zwak
ongeschikt
ja
bezig
West-Polen
Aangepast
Compensatie
gebruikers
zwak
ongeschikt
ja
afgerond
Hongarije
Restitutie
afwezig
sterk
ongeschikt
nee
problematisch
Vlakten van Roemenië
en Bulgarije; Tsjechië,
Slowakije
Onberoerd
gebruikers
sterk
geschikt
nee
afgerond
Oostelijk Polen;
berggebieden van
Roemenië en Bulgarije
naren. In een land zonder enige vorm
van pachterbescherming zou dit vol
strekt nutteloos zijn. De meest verant
woorde manier van kennis exporteren
is daarom het exporteren van kennis
over de relatie tussen procedure en
context. Met andere woorden, welke
strategie past bij welke omstandighe
den. Deze relatie zal in ruimte en tijd
betrekkelijk constant zijn, dit in tegen
stelling tot de effectiviteit van een con
crete procedure. Gecombineerd met
een gedegen analyse van de lokale situ
atie kan maatwerk worden geleverd.
Laten we eens kijken hoe je verant
woord kunt kiezen uit elementen van
westerse procedures. Nederland en
Duitsland vormen een boeiend paar
om te vergelijken, omdat zij twee zeer
verschillende modellen vertegenwoor
digen. Kijken we naar de start van een
project, dan staat het Nederlandse
model garant voor initiatief vanuit de
streek, een lange tocht langs admini
stratieve organen en uiteindelijk een
stemming. In Duitsland wordt simpel
weg door de landinrichtingsdienst be
kendgemaakt dat een project wordt
gestart. Geen aanvraag, geen politiek,
geen stemming. Het schijnbaar auto
ritaire karakter van de Duitse land
inrichtingsdienst wordt daarna ruim
schoots goedgemaakt. De dagelijkse
leiding van het project berust name
lijk geheel bij een door de eigenaren
uit hun midden verkozen commissie.
De commissie wordt voorgezeten door
een ambtenaar, die zijn vakkennis in
brengt, onder meer bij het inschetsen.
De eigenaren kunnen te allen tijde in
grijpen door commissieleden af te zet
ten. Daar geldt 'Nicht gegen, sondern
mit den Bauern'. De Nederlandse pro
cedure is vanouds veel minder inter-
Tabel 1.
Indicatieve indeling
van complicerende
factoren naar regio.
actief; eigenlijk is de interactie beperkt tot wenszitting en
stemming. De Nederlandse pachter heeft evenveel recht op
een goede verkaveling als een eigenaar. De Duitse pachter
echter mag geen aanspraak maken op een goede verkaveling.
Het is er een pure eigendomsverkaveling. En dat terwijl het
aandeel van pacht in Duitsland niet lager is dan hier. Het is
wel zo dat een pachtcontract er minder zware consequenties
voor de eigenaar heeft. Pacht wordt geacht zich te voegen
naar het eigendom. Titelzuivering is eveneens een onbekend
principe in Duitsland. Er vindt ook geen nieuwe inmeting
plaats in het kader van landinrichting. Bestaande kadaster-
kaarten worden zonder enig voorbehoud gebruikt om de
nieuwe toestand te ontwerpen. Tenslotte kunnen in Neder
land de betalingen ter afsluiting van het project gespreid
plaatsvinden. De Duitse deelnemers worden geacht hun deel
van de kosten in één betaling te voldoen. Echter, zij mogen
een deel in natura betalen door werkzaamheden te verrich
ten, zoals het dempen van sloten of het planten van bomen.
Redenerend vanuit de Centraal-Europese situatie wordt
duidelijk dat soms Nederlandse 'ingrediënten' op hun
plaats zijn en soms Duitse. Van het Duitse model sluit voor
al het democratische karakter erg goed aan bij het Centraal-
Europese wantrouwen tegenover overheidsbemoeienis. Het
zal stimulerend zijn om zelf de touwtjes in handen te heb
ben, vooral als het zoiets fundamenteels als grondeigen
dom aangaat. Daarentegen kan dit averechts werken in ge
bieden met veel afwezige eigenaren die zo het proces zou
den kunnen frustreren. De Nederlandse gelijkstelling van
pachters en eigenaren kan achterwege blijven in Centraal-
Europa, aangezien de pacht er doorgaans een korte looptijd
heeft en geen contractuele basis kent. Titelzuivering kan
wel weer functioneel zijn, al was het alleen om voortslepen
de kwesties rond privatisering definitief af te kunnen slui
ten. Gespreide betaling én betaling in natura zouden men
sen met een smalle beurs over de streep kunnen trekken.
De bovenstaande bespiegelingen over een geschikte aanpak
kunnen, hoewel redelijk consistent volgens academische
maatstaven, in de praktijk van weinig waarde blijken. Wel
licht spelen er niet onderkende motieven een rol en theoreti
sche conclusies kunnen in de praktijk gelogenstraft worden.
Evaluaties uit de praktijk zijn zeer beperkt voorhanden. De
initiatieven ter bevordering van de percellering die daad
werkelijk worden ondernomen, zijn op één hand te tellen.
GEODESIA 2002-2