fn Overzicht van de posities van de referentiestations. door Railinfrabeheer niet gebruikt vanwege het ontbreken van een relatie met de al aanwezige projectgrondslag, waar door er onzekerheid bestond omtrent de relatieve kwaliteit van de positie ten opzichte van de al aanwezi ge en volop gebruikte projectgrondslag. Voor de havenspoorlijn werden in 1998 de eerste GPS-metingen uitgevoerd. De bouw van de Botlektunnel (de eerste geboorde spoortunnel in Nederland) en de toeritten vereist een hoogwaardige meetkundige grondslag over de gehele lengte van het kunstwerk 4 km). Vooral de (relatieve) positiebepaling tussen beide oevers is van groot belang voor het boorproces. De GPS-basislijnen worden gemeten vanaf een eigen (tijdelijk) referentie station en het LNR-Globalcomstation te Botlek. Experimenteel worden ook GPS-data van het AGRS-station te Delft gebruikt. Bij de berekening van dit netwerk ontstond een probleem in de 2e fase vereffening met de aansluiting op de aan wezige projectgrondslag. Vanwege de hoge eisen kunnen de verschillen (tot 5 cm) niet worden genegeerd. Het vergde behoorlijk wat gepuzzel om de oorzaak van het probleem boven water te halen. Deze was terug te voeren naar de jaren tachtig. De structuur van de meetkundige netwerken in dit gebied was van matige kwaliteit en de rivier vormde regelmatig ook een geodetische scheiding. Hierdoor waren de netten op de beide oevers niet altijd met elkaar verbon den. Zo kon het gebeuren dat een mutatie van een RD-punt (in 1985) op het westelijk landhoofd van de Botlekbrug van ongeveer 5 cm onvolledig werd doorgevoerd. Ook in het GPS-netwerk was het probleem aanvankelijk moeilijk detec- Fig. 3. GPS-stemet rond de Botlektunnel. De referentie stations en de repeaters. teerbaar, wat met name werd veroor zaakt door het toegepaste sternet (fig. 3). Pas na aanvullende GPS-metingen waarin de relaties tussen de 'sterren' werden gemeten, konden we de pro blemen goed detecteren en een net be rekenen dat aan de eisen voldeed (het webnet, fig. 4). De omstandigheden op het deel Kijfhoek-Duitse grens waren geheel anders. Hier geen overvloed van punten afkom stig uit voorgaande werkzaamheden. Het in 1991 gecreëerde net was hier wel homo geen, maar niet goed bruikbaar voor de feitelijke bouw vanwege de ligging van de punten en de onvoldoende dichtheid. Gelijktijdig met de start van de werkzaamheden voor de Sophia- tunnel (onder de rivier de Noord) werd er een nieuw netwerk van punten met een dichtheid van gemiddeld één punt per vijfhonderd meter vlak langs het tracé tot aan Duitsland gelegd (fig. 5). Deze punten werden volledig met GPS gemeten ten opzichte van de oorspron kelijke Geogroep-punten en de om liggende RD-kernnetpunten. In de 2e fase vereffening werd het netwerk aan gesloten op het net uit 1991; hieraan was immers het gehele ontwerp van de Betuweroute gekoppeld. De RD-kern- v_uieju»uuiy 12. 'Hoog/Laag-Pal.ket Leerdam Buurmanen I-. -I Hoornaar Enspljk Acquoy Avezaal Qosterwijk Aiperen Celllcum jt ALand v Hcukel Kedichem knooppunt Ttelerwaard Waardenburg - Neerijnen OpIJnen i'Méi GEODESIA 2002-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 8