—L— 2 (z, - z)2 n(n-l) j=i Resultaten Kennis van bijvoorbeeld de RMSE- spreidingsmaat voor de hoogte op puntlocaties is dus onvoldoende. Af wijkingen op puntlocaties moeten worden geaggregeerd naar een model voor de gemiddelde afwijking voor het gehele haventerrein. Bij het schatten van de benodigde pa rameters zijn we uitgegaan van twee scenario's betreffende de beschikbaar heid van steekproefgegevens. In scena rio 1 krijgt de potentiële koper van het DEM beschikking over een aselecte steekproef van DEM-hoogten op vijftig puntlocaties. Alle punten vallen bin nen het geplande haventerrein. In sce nario 2 krijgt hij een systematische steekproef van zevenentachtig punten gelokaliseerd op de knopen van een vierkant raster van 200 m. Slechts twaalf van deze punten vallen binnen het geplande haventerrein en de rest daarbuiten. De potentiële cliënt verge lijkt de DEM-samples met zijn eigen referentiewaarden en bepaalt de ge schiktheid voor zijn toepassing. De door ons gebruikte referentiehoogten zijn uiterst nauwkeurig gemeten met behulp van RTK-GPS (fig. 6). We gaan er hier impliciet vanuit dat deze gemeten referentiehoogten correct zijn. Hoewel er sprake is van het schatten van ruimtelijke parameters, kan bij scenario 1 gebruik worden gemaakt van de klassieke steekproeftheorie. Willekeurige trekking van monster punten leidt namelijk tot onafhanke lijkheid van deze punten. Een en ander wordt uitvoerig behandeld in [1]. De gemiddelde volumefout en zijn stan daardafwijking s(ê) worden dan zuiver en objectief geschat met: z l~ Z z( [m3] n i=l en Fig. 6. GPS-meting van referentiegegevens op vooraf uitgezette locaties. Fig. 7. Ruimtelijke discretisatie van het geplande haven terrein met behulp van 44 punten. s(z)- mJ Tabel 1. Gemiddelde fout en standaard afwijking s(ë) [x 103 m3l van het benodigde volume zand. waarin zf het verschil tussen DEM-hoogte en referentie hoogte op locatie i is en n de steelcproefgrootte (n 50). De factor 4,12 x 105 heeft betrekking op de oppervlakte van het geplande haventerrein. Helaas bestaat er geen zuivere schatter voor s(ë) voor het systematische steekproefontwerp van scenario 2. In dit ge val zal gebruik moeten worden gemaakt van een stochas tisch (geostatistisch) model van ruimtelijke variatie. Met zo'n model kunnen voorspellingen worden gedaan voor punten of (onregelmatige) vlakken waarbij waarnemings- punten gewichten krijgen toebedeeld op grond van hun ruimtelijke configuratie. Een belangrijk voordeel daarbij is dat informatie uit naburige punten kan worden meegeno men in de voorspellingen; in de casestudie zijn er immers maar weinig punten binnen het geplande haventerrein (zie boven). Het gebruik van een model introduceert echter sub jectiviteit. Een onderzoeker maakt namelijk cruciale keu zes bij de definitie en parametrisatie van zijn model. Zo is het gebruikelijk stationariteit aan te nemen en worden ver schillende keuzes gemaakt bij het modelleren van ruimte lijke continuïteit met behulp van semivariogrammen. Bij zonderheden over geostatistisch modelleren kunnen wor den gevonden in bijvoorbeeld [2] [3], Voor de parametervoorspellingen van het tweede scenario hebben wij gebruikgemaakt van 'ordinary block kriging' zoals geïmplementeerd in de GSTAT-software [4], In tegenstelling tot andere software geeft GSTAT volledige vrijheid in het positioneren van punten voor het representeren (discreti- seren) van vlakken. Daardoor kunnen ook onregelmatige vormen worden gemodelleerd [4], De ruimtelijke represen tatie van het haventerrein was gebaseerd op vierenveertig punten op een regelmatig raster (fig. 7). Methode MANMADE MERDEM s(£) s(£) Aselecte steekproef klassieke steekproeftheorie -56,97 10,62 -71,14 9,78 Systematische steekproef geostatistisch model -40,93 12,24 -55,00 12,67 Tabel 1 geeft een overzicht van de klassiek geschatte en de geostatistisch voorspelde parameters voor de verdelingsfunc tie van de volumefout voor MANMADE en MERDEM. In ver band met de beschikbare ruimte hebben we de details van de geostatistische berekeningen buiten beschouwing gelaten. De belangrijkste boodschap van tabel 1 is dat zowel met de aselecte als met de systematische steekproef parameters GEODESIA 2001-3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 21