Een generieke
geografische
querytool
Deel I: de theorie
Een generieke geografische querytool is een
platform voor het geïntegreerd bevragen van
meerdere geografische datasets en gerelateerde
thematische gegevens. Het kent twee belangrijke
componenten: de 'backend', een ruimtelijke DBMS,
en de 'frontend', een (geo)grafische gebruikers
interface voor het op een gemakkelijke wijze
formuleren van vragen en het tonen van de
resultaten. In twee artikelen worden het ontwerp
en de implementatie van zo'n querytool geschetst.
In dit eerste artikel wordt ingegaan op de
theoretische achtergrond. Het volgende deel gaat
in op de praktijksituatie binnen het Kadaster.
De frontend is in twee richtingen generiek. Op de eer
ste plaats ondersteunt het elk gegevensmodel. Ten
tweede ondersteunt het de (ruimtelijke) functiona
liteit die door het DBMS wordt aangeboden. De backend
moet in die zin generiek zijn, dat deze in staat is de gefor
muleerde vragen efficiënt te behandelen, dus dient deze
over een goede query optimizer te beschikken, die rekening
houdt met zowel de ruimtelijke als de thematische aspec
ten van de bevraging. Het systeem ondersteunt ad hoc-
bevragingen die zowel het ruimtelijk als het thematisch
deel van de gegevens omvatten. De geografische querytool
wordt gedemonstreerd aan de hand van het laden van
kadastrale ruimtelijke en thematische gegevens in een
DBMS. De geschiktheid van het instrument wordt aange
toond door een aantal verschillende gebruikerscases uit de
praktijk. Deze applicaties zijn onder andere gebaseerd op
algemene concepten, zoals ruimtelijke aggregaten, histori
sche ruimtelijke gegevens, ruimtelijke koppeling, geïnte
greerde geometrische en thematische gegevens, SQL en
shell scripts. DBMS-views spelen een belangrijke rol in de
systeemarchitectuur. De integratie
van ruimtelijke en thematische gege
vens is gerealiseerd door gebruik te
maken van views gebaseerd op koppe
ling zonder de oorspronkelijke gege-
vensmodellen te wijzigen. Themati
sche overzichtskaarten worden ge
creëerd op basis van geaggregeerde
views van de administratieve gege
vens. Dit artikel toont de kracht van
het relationele DBMS view concept
aan, maar duidt tevens enkele pro
bleemgebieden aan: het manipuleren
van topologisch gestructureerde gege
vens, het doorlopen van hiërarchische
structuren en het omgaan met ruimte
lijke aggregaten.
Inleiding
De eerste vraag waar men mee wordt
geconfronteerd, is of het mogelijk is
een systeem te ontwikkelen zonder
dat daarbij aan één specifieke applica
tie (gegevens èn functionaliteit) wordt
gedacht. Men kan beargumenteren dat
dit niet mogelijk is. Het is onbekend
welke datasets en welke functionalitei
ten nodig zijn, hoe de gebruikersinter
face er moet uitzien, enzovoort. Het
systeem dat in dit artikel wordt gepre
senteerd, bewijst echter dat het wel
mogelijk is een dergelijk generiek sys
teem te ontwikkelen. Uiteraard is het
toepassingsdomein van het systeem
niet onbegrensd en kan het worden ge
karakteriseerd als een geografische
querytool. Desalniettemin dient men
zich ervan bewust te zijn dat zelfs dit
uitgangspunt niet strikt noodzakelijk
is. De tooi kan ook voor niet-geografi-
sche gegevens worden gebruikt, en
voor invoering of manipulatie van ge
gevens. Op het moment dat het gela
den is met (verschillende) datasets,
kan het systeem worden beschreven
als een ruimtelijke datawarehouse. In
dit artikel wordt echter de term geo
grafische querytool gebruikt.
Eerst wordt een overzicht gegeven van
de systeemarchitectuur van de geogra
fische querytool. Vervolgens worden
de kadastrale basisgegevensmodellen
voor geometrische en administratieve
gegevens in deze casestudy geïntrodu
ceerd. In traditionele (niet-ruimtelijke)
informatiesystemen krijgt men toe-
prof.dr.ir. P.J.M.
van Oosterom,
sectie GIS-
technologie,
faculteit Civiele
Techniek en Geo-
wetenschappen,
TU Delft.
Co-auteurs:
ir. B. Maessen,
Kadaster
Apeldoorn
en drs. W. Quak,
sectie GIS-
technologie,
faculteit Civiele
Techniek en Geo-
wetenschappen,
TU Delft.
Vertaald uit het
Engels door mw.
E. M. Fendel.
GEODESIA 2001-4