<11
de OME/SOL (Object Management Extention/Spatial Object
Libary) [2] [13],
Alle moderne (object-)gerelateerde DBMS'en hebben ge
meenschappelijk dat zij kunnen worden uitgebreid met
nieuwe (ruimtelijke) gegevenstypen en functies/operato
ren. Daarom kan de frontend geen vast aantal door het DBMS
aangeboden functies veronderstellen. Het is mogelijk - ver
gelijkbaar met het verkrijgen van het huidige gegevens-
model uit systeemcatalogi (metadata) - informatie over de
beschikbare gegevenstypen en operatoren uit de systeem
catalogi te betrekken. Voor een operator bestaat deze infor
matie uit tenminste de naam van de operator, het aantal
operanden, de gegevenstypen van de operanden en het ge-
gevenstype van de 'return'-waarde. Deze informatie wordt
door de generieke geografische querytool gebruikt om de
eindgebruiker te assisteren in het formuleren van correcte
bevragingen, die gebaseerd zijn op de door het DBMS aan
geboden operaties. Voor wat betreft de generieke functio
nele benadering bestaat er feitelijk geen verschil tussen
ruimtelijke en niet-ruimtelijke gegevenstypen.
Behalve de 'standaard' DBMS-functionaliteit dient het
DBMS ook toegang te geven tot de beschrijving van het ge-
gevensmodel en de beschikbare gegevenstypen en operato
ren. Helaas is dit deel van het DBMS minder gestandaardi
seerd dan de bevragingstaal SQL. Verschillende DBMS-leve-
ranciers hebben voor verschillende oplossingen gekozen,
dat wil zeggen zij bieden verschillende systeemcatalogi
aan. Dit heeft tot gevolg dat het 'poorten' van de generieke
geografische querytool van het ene DBMS naar het andere
moeilijker is dan het 'linken' van de bibliotheek met een
andere DBMS interface.
Het querytool DBMS heeft het karakter van een dataware-
house. Het periodiek kopiëren van grote hoeveelheden ge
gevens kan een zeer groot DBMS tot gevolg hebben. Het
voordeel van alle gegevens geïntegreerd in één DBMS mag
geen slechte interactieve responstijden tot gevolg hebben.
In de geografische querytool dient de DBMS-performance
ten aanzien van een grote dataset virtueel gelijk te zijn aan
een DBMS met een kleine dataset. Dit kan worden bereikt
door juiste (ruimtelijke) gegevensclustering en indexerings
technieken toe te passen. Ook geïntegreerde (geometrische
Fig. 1. en administratieve) views die gebruik-
Het topologisch maken van verschillende tabellen heb-
gestructureerde ben dezelfde snelheid als puur geo-
model. metrische views, bijvoorbeeld het ge
bruik van administratieve informatie
uit een andere tabel om de kleur van
een geometrisch object te bepalen.
Hetzelfde geldt voor temporele en his
torische views, dat wil zeggen een his
torische kaart of een wijziging in een
bepaalde periode kennen dezelfde
snelheid wat betreft het oproepen en
weergeven in vergelijking tot de ac
tuele informatie.
De belangrijkste toegangen tot het
geografische querytool DBMS zijn een
regio (meestal een rechthoek, soms al
leen één punt) of een administratieve
identificatie zoals perceelnummer,
adres of naam. Natuurlijk kan men al
tijd aan andere selectie-attributen den
ken. Waar mogelijk worden gegevens
gerangschikt conform hun ruimtelijke
locatie, omdat een karakteristieke
kaart duizenden objecten bevat en het
inefficiënt zou zijn deze gegevens van
af verschillende fysieke locaties op de
schijf op te halen. Dit is duidelijk voor
wat betreft de geometrische gegevens,
bijvoorbeeld bij het gebruik van de
ruimtelijke locatiecode SLC [141. Dit
wordt echter ook toegepast bij admini
stratieve gegevens die op de een of an
dere manier aan ruimtelijke gegevens
gekoppeld kunnen worden, bijvoor
beeld de eigenaren van een perceel
kunnen worden geclusterd met de
postcode van hun woonplaats. Hier
door kunnen ruimtelijk gerangschikte
bevragingen in alle situaties worden
uitgevoerd, inclusief geïntegreerde be
vragingen. De andere toegangen wor
den ondersteund door secondaire indi
ces (b-tree [5] of r-tree [6]), omdat zij
1944281
184548)
|l94425|
Jl line
>^84464}
±r_obj_id
177612
|1844621
84547]
11845421
11944261
|l 84530
I84549|
1 '34 '4ijj
i:
LR
LR
FL
LR
LR Last Right FL First Left
DBMS backend
GEODESIA 2001-4