28-31 oktober 2000, Savannah, Georgia, VS Verslag ir. E. Verbree, afdeling Geodesie, TU Delft. GIScience 2000 De 'S' in het acroniem GIS staat veelal voor 'Systems' of'Systemen'. Geografische informatiesystemen zijn bruikbare hulpmiddelen gebleken, zowel voor geo grafisch georiënteerd wetenschappelijk onderzoek als voor het beantwoorden van meer dagelijkse vraagstukken. Juist door het gebruik van GIS is er een groeiende behoefte om dit soort vragen systematisch, gestructureerd en funda menteel te bestuderen. Dus net zoals informatieweten schappen de creatie, bewerking, opslag en het gebruik van informatie 'an sich' bestudeert, zo kan men dat ook doen voor de fundamentele vraagstukken met betrekking tot geografische informatie. Dit nieuwe studiegebied wordt sinds 1992 aangeduid met de term 'GIScience'. En zoals het een echte wetenschap betaamt, bestaan er wetenschappelijke tijdschriften die zich richten op dit on derwerp, maar tot voor kort moesten de wetenschappers het stellen zonder een 'eigen' conferentie. Namens de U.S. National Center for Geographic Information and Analysis (NCGIA), het University Consortium for GIScience (UCGIS) en de Association of American Geographers (AAG) hebben Michael Goodchild (UC Santa Barbara), Max Egenhofer (Uni versity of Maine) en David M. Mark (University of Buffalo) dat gemis opgevuld met de organisatie van GIScience 2000, die van 28 t/m 31 oktober 2000 is gehouden in Savannah (Georgia-VS). b Aldus Ton Cova in zijn verslag van GIScience 2000: Report from Savan nah or 'Midnight on the Garden of Goodchild and Egenhofer'. Zie www.giscience.org. 2) Een verklarende woordenlijst is te raadplegen via de geweldige vertaal- tool 'Babyion'. Zie www.babylon.com. 3) Zie: www.britanni- ca.com. Fig. 1. Michael Goodchild (NCGIA, Santa Barbara), David Maquire (ESRI Ine) en Paul Longley (Bristol). Het doel van GIScience 2000 was het bieden van een platform om specifiek op GIScience te kunnen focussen en dit niet, zoals zo vaak bij andere conferenties gebeurt, te laten ondersneeuwen of onderdeel te laten zijn van ander onderzoek dat is ondersteund door GIS. Voor een eerste con ferentie op dit gebied was zowel het aantal deelnemers (300 uit 27 landen) als het aantal en niveau van de presentaties (113 papers en 31 posters) zeer bemoe digend, of zoals anderen het uit drukken: "It was a Zen moment in the development of GIScience"1). Dat kwam ook door de aanwezigheid van de 'grote jongens' uit de GIS-wereld, die ook 's avonds goed gehumeurd wa ren (fig. 1). De Nederlandse inbreng bestond uit een presentatie van Jantien Stoter (TU Delft, afdeling Geodesie) over 3D-regis- tratie van vastgoedobjecten en van ondergetekende over de inzet van de Computational Geometry Algorithms Library bij het afstudeeronderzoek naar map-overlays en 3D-modellering. De conferentie had een vaste opzet: in de ochtend een aantal plenaire bij eenkomsten met veelal uitgenodigde presentaties, in de middag een drietal wetenschappelijke parallelsessies. De eerste 'invited papers' van Barry Smith (University of Buffalo) en Nicolas Chris- man (University of Washington) zetten voor een groot deel de toon voor veel van de andere presentaties door flink diep in te gaan op het onderwerp 'On tology'. Volgens de 'Dictionary of Post modern Terms'2) is Ontology 'the phi losophy of Being, that is, the study of the metaphysical foundations of the universe'. De Britannica3) gaat iets minder hoog en blijft steken bij 'the theoiy or study of being as such; i.e. of the basic characteristics of all reality'. De geografische ontologie houdt zich dus bezig met 'dat wat kan zijn' in de geografische werkelijkheid. Beide le zingen gaven een filosofische uiteen zetting van de betekenis van de onto logie voor de ontwikkeling van de Geolnformatie Wetenschappen. Een concretisering of formalisering van de geografische ontologie wordt bijvoor beeld gezien als de sleutel naar waar lijk interoperabel samenwerkende geografische databases. Veel van de an dere presentaties gaven een ontologi sche uitwerking van andere deelgebie den van de GIScience, zelfs in een zo grote mate, dat na een paar dagen werd gesproken van het 'O'-woord. In tegenstelling tot wat veelal gebrui kelijk is, zijn er geen 'proceedings' ver schenen. Er is bewust gekozen om al- GEODESIA 2001-4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 30