Effecten van bodemdaling door gaswinning op de Waddenkustlijn van Ameland-Oost Hoe erg is nu bodemdaling? Veroorzaakt de gas winning schade aan een natuurgebied van inter nationaal belang? Alvorens deze vragen te kunnen beantwoorden moeten eerst de effecten van de bodemda ling op de natuur worden vastgesteld en gekwantificeerd. Dit is geen eenvoudige opgave in een hoog-dynamisch ge bied als de Wadden. Daartoe worden planten en vogels, maar ook het landschap, zeer nauwkeurig en gedetailleerd bestudeerd om de effecten van de bodemdaling te kunnen kwantificeren. Dit artikel gaat over het monitoren van de Waddenkustlijn, een onderdeel van de bodemdalingsstudie die op Ameland plaatsvindt. Problemen van de kwelderrand Bij de natuurbeheerders van It Fryske Gea bestond de over tuiging dat er sprake is van aanzienlijke kustafslag over een lengte van 2 km van de smalle kwelderzone en duinvoet ten zuiden van de Oerderduinen, tussen Nieuwlandsrijd en De Hon. Deze kustafslag zou mogelijk worden veroorzaakt of versneld door bodemdaling als gevolg van gaswinning op Ameland. It Fryske Gea is bezorgd omdat de samenstelling van plantensoorten aan de kuststrook door zoet-zout- gradiënten zeer divers en uniek is. Kustafslag kan bete kenen dat deze waardevolle vegetaties verloren gaan of dat hun areaal afneemt. De vragen die daarbij aan de orde komen, zijn: vindt er over een langere periode kustafslag plaats en, zo ja, in welke mate; is er na het begin van de daling van de bodem in 1987/ 1988 sprake van versnelde kustafslag? Omdat afslag en aanwas niet over de hele kustlijn gelijk matig optreden, is de analyse voor deelgebieden afzonderlijk uitgevoerd. De kwelderrand wordt beschreven van west naar oost en is opgedeeld in vijf deelgebieden met verschillende mor fologie. In het eerste deel van ongeveer vierhonderd meter lengte is de kwel derrand een tot vijftig centimeter hoog klifje. Het tweede deel van onge veer vijfhonderd meter is een laag randje in dichte rietvegetatie en in een Tabel 1. Standaard afwijkingen van de geometrische correcties. dichte vegetatie van zeebies. De daar opvolgende tweehonderd meter (deel 3) is het knikpunt van de kustlijn; tot deel 3 loopt de kustlijn in noordooste lijke en na deel 3 in oostelijke richting. Deel 4 is zo'n vijfhonderd meter en be staat soms uit lage, getrapte klifjes of uit een scherpe vegetatiegrens op een iets hoger gelegen zandwal van het wad. De laatste vijfhonderd meter naar De Hon (deel 5) heeft weer een klifje. Remote sensing Indicatief voor het effect van bodem daling door gaswinning op kustafslag zou een trendbreuk zijn op het mo ment dat er met gaswinning is begon nen (1986). Voor het bestuderen van een trendbreuk, een verandering in een langdurig proces, is het gebruik van luchtfoto's van de Topografische Dienst noodzakelijk om een voldoende lange tijdreeks te verkrijgen. De Topo grafische Dienst heeft luchtfoto's van Ameland-Oost vanaf de Tweede We reldoorlog tot 1996. Foto's van na 1996 waren nog niet beschikbaar. De pan- chromatische luchtfoto's van de Topo grafische Dienst zijn eerst gescand met 750 dots per inch (ongeveer zestig centimeter in het terrein). De gescande foto's zijn geometrisch gecorrigeerd naar het stelsel van de Rijksdriehoeks meting aan de hand van paspunten met bekende x, y-coördinaten en met dr. ir. M. E. Sanders, ing. P.A. Slim, Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte, Wageningen. Jaar Standaardafwijkingen y(m) x(m) totaal (m) 1949 1,4 1,1 1,7 1959 2,6 2,2 3,4 1969 2,3 1,9 2,9 1979 2,6 1,3 2,9 1986 0,9 0,7 1,1 1996 2,7 1,6 3,2 GEODESIA 2001-4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 40