&r<«
Leerdoelen Fig 3
keiprojecten goed toe te passen, zeker
wat betreft de objectgerichte aanpak.
Tot slot zal worden teruggeblikt op
eerder ontwikkelde applicaties met de
uitnodiging naar de praktijk voor een
actievere rol bij het onderwijs.
Selectie van
Het is voor een goede inzet van de gewenste route.
geodeet als integrator binnen het geo-
informatieproces van belang inzicht te
krijgen in hét geo-ICT werkveld. Teza
men met een vak als Geo-informatie-
analyse is een meer technisch-inhou-
delijk vak als GIS ontwerp imple
mentatie noodzakelijk om de volgen
de doelstellingen te bereiken:
het bekend zijn met, en het ontwik
kelen van vaardigheden in, de ver
schillende methodieken en hulp
middelen voor het ontwerp, de
bouw en de implementatie van geo
grafische informatiesystemen;
het in staat zijn om in teamverband
en in overleg met de opdrachtgever
de functionele specificaties van een
GIS te bepalen en vast te leggen in
een programma van eisen, hieruit
een ontwerp te maken, en dit ver
volgens te bouwen en te implemen
teren volgens een overeengekomen
methodiek en planning;
object-geörienteerd programmeren
en ontwikkelen in een specifieke
GlS-ontwilclcelomgeving, en dit kun
nen toepassen in een praktijkge
richte situatie.
En dat alles in een tijdsbestek van ze
ven weken, met een totale inspanning
van honderdtwintig uur. Dat legt een flinke druk op zowel
de groep studenten, de begeleiding, alsook op de opdracht
gever uit de praktijk. Eén van de mogelijkheden om met
deze druk om te gaan is het creëren van enthousiasme; er
wordt dus elk jaar bewust gezocht naar een nieuw en ac
tueel onderwerp, met daarbij vaak ook weer een andere op
drachtgever. Deze opdrachtgever heeft door de gekozen
ontwikkelmethodiek een zeer actieve en belangrijke rol.
Daarbij wordt overeengekomen dat het werk met gesloten
portefeuilles wordt uitgevoerd, maar ook zonder een van
tevoren vastgelegd eindresultaat; dat kan eenvoudig niet
worden verlangd.
In het vak GIS ontwerp implementatie komt een heel sca
la aan communicatietechnieken in een ontwerpprocedure
aan bod. Al deze vormen hebben tot doel om een oorspron
kelijke gedachte-inhoud om te zetten naar een begrepen
idee (realisatie). Daarbij moet worden voorkomen dat een
project vertraagt en dat er frustraties optreden omdat com
ponenten in data-overdracht en in doel niet op elkaar aan
sluiten. Door een al dan niet bewust gekozen licht chao
tische uitvoering van dit vak wordt erop aangestuurd dat
deze problemen juist wel optreden, zodat studenten hier
mee geconfronteerd worden. Immers, communicatie is een
tweerichtingsproces en niet iedereen is een even goede ver
staander. Door te kiezen voor een methode met zeer inter
actieve communicatietechnieken als brainstorming, pro
grammeersessies en prototyping wordt dat voor de groep
studenten vaak pijnlijk duidelijk, hoewel het achteraf veel
verdeelde reacties oproept. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het
volgende commentaar uit de 'Meer dan Consumentengids',
waarin studenten het onderwijs evalueren:
"Het ontwerpen, bouwen en implementeren van een
route-begeleidingssysteem was erg leuk en het was bij
zonder prettig om nu eindelijk eens echt iets met je GIS-
lcennis te doen. Het project werd door de groep in onder
delen opgesplitst, zodat in kleinere groepjes kon worden
gewerkt. Deze onderdelen moeten op het eind natuur
lijk wel weer op elkaar aansluiten; dit vereiste een goed
projectmanagement. Dit bleek nogal lastig omdat ieder
een aan het bouwen en leren is. Eigenlijk heb je een
projectleider nodig, die dit alles in goede banen leidt.
Gezien de geringe omvang van het project kon het nu
echter nog net".
En dat is nu juist net niet de bedoeling. Tussen de woorden
'projectleider' en 'projectbegeleider' zit een wereld van ver
schil, en in de praktijk betekent het dat de docenten zich re
delijk terughoudend moeten opstellen. Wel wordt aan het
eind van het project de gebouwde applicatie door de bege
leiders op Geodesie nog een keer doorgelicht, opgeschoond,
hier en daar uitgebreid en vervolgens opgeleverd. En hoe
wel het uiteindelijk allemaal niet om het eindproduct gaat,
is het toch leuk te constateren dat er veelal een volwassen
prototype-applicatie tot stand is gebracht.
GEODESIA 2002-6