DSDM gebuikt een vorm van RAD (Rapid Application Deve lopment). Hierbij werken kleine groepjes ontwikkelaars (in dit project drie groepjes van twee leden) samen om in een korte tijd (timeboxes) steeds iets nieuws te ontwikke len. In dit iteratieve project is samenwerking binnen en tus sen de groepen erg belangrijk; bovendien hebben alle leden van de projectgroep samen de verantwoordelijkheid voor het resultaat; de ontwikkelde applicatie MoNA. De project groep bestaat, zoals hierboven al naar voren komt, uit de studenten, de opdrachtgever en de procesleider tezamen. Volgens de DSDM-methodiek zijn de zogenaamde MoSCoW- regels van toepassing. Deze regels verdelen de wensen van de gebruiker in Must/Should/Could/Would-'haves'. Het uit gangspunt is de Must-haves zo duide lijk mogelijk af te bakenen, zodat elke extra functionaliteit tot tevredenheid J leidt. De Would-haves bestaan in feite uit de wensen met de laagste priori- teit. Naast de MoSCoW-regels is ook de 80/20-regel aan de orde. Dit houdt in dat aan de ene kant de eerste 80% van i de functionaliteit makkelijk te ver- krijgen is en dat de overige 20% (en elke extra functionaliteit) veel langer vergt om te ontwikkelen. v MoNA - GSM-plaatsbepaling Met de opkomst van GSM is er een nieuwe vorm van plaatsbepaling ontstaan. Cruciaal voor deze vorm zijn de mobiele telefoons van de gebruikers van GSM en de infrastructuur van GSM opgebouwd door de ver schillende netwerkproviders. De huidige GSM-netwerken bestaan uit GSM-masten die onregelmatig zijn verdeeld over het land. Elk van deze GSM-masten heeft zijn eigen 'verzorgingsgebied' oftewel BSA (Basic Service Area), waar bij alle mobiele telefoons die zich in die BSA-cel bevinden, aan deze GSM-mast worden gekoppeld. De vorm van de BSA- cel is afhankelijk van waar de antennes, die aan de mast vast zitten, naartoe zijn gericht. Daarnaast is de aanwezig heid van bebouwing en topografie van belang. De aanbieders voor mobiele telefonie hebben bestanden met daarop aangegeven de BSA-cellen, die onder andere worden gebruikt bij verbeteringen van het mobiel netwerk. Van elke BSA-cel zit er een aantal gegevens in dit bestand, waarvan voor de huidige vorm van plaatsbepaling met be hulp van GSM vooral de BSA-code en de coördinaten van de GSM-mast van deze BSA-cel belangrijk zijn. Als je als gebrui ker je mobiele telefoon aanzet, word je automatisch gekop peld aan de GSM-mast van de BSA-cel waarin je je bevindt. Andere GSM-masten van aangrenzende gebieden worden niet gebruikt. Indien je je verplaatst naar een andere BSA- cel, dan word je aan de nieuwe GSM-mast gekoppeld. Als gebruiker is het mogelijk om real time te zien in welke BSA-cel je je bevindt door middel van het bekijken van de BSA-code op je mobiele telefoon. De netwerlcprovider daar entegen zal eerst een oproep naar de gebruiker moeten sturen om te weten te komen waar de gebruiker zich op dat moment bevindt. Fig. 3a. Enkelvoudige plaatsbepaling per BSA-cel. Fig. 3b. Meervoudige plaatsbepaling met Time of Arrival. Als GSM voor plaatsbepaling gebruikt gaat worden, is er via de huidige werk wijze dus alleen de mogelijkheid om je plaats te bepalen met behulp van één set coördinaten van die mast waaraan je GSM gekoppeld is, het zogenaamde enkelvoudig GSM-signaal (fig. 3a). Een andere nog niet operationele methode is de aan GPS-plaatsbepaling verwante 'Time of Arrival'. Bij deze methode van positiebepaling zit je als gebruiker niet meer aan één GSM-mast gekop peld, maar aan meerdere. Met behulp van dit meervoudig GSM-signaal krijg je dus de mogelijkheid om je positie bepaling te verbeteren door meerdere sets van coördinaten. Door de bijbeho rende tijdsintervallen van aankomst van de verschillende masten of de bij behorende richting van het signaal van de GSM-masten te gebruiken kun je hieruit via een insnijding je positie bepalen (fig. 3b). Bij het ontwerp is de functionaliteit van de applicatie erg breed gehouden, waardoor de opdrachtgever een goed beeld krijgt van de mogelijkheden van het gebruik van een GIS voor het be antwoorden van zijn vraagstuk. Deze keuzemogelijkheden worden in onder staande paragrafen omschreven. Aan de hand van de eerdergenoemde MoS- CoW-regels is vervolgens bepaald welk deel van het ontwerp binnen het pro ject zou moeten worden ontwikkeld en welke delen mogelijk later nog kun nen worden toegevoegd. i i i i i i -i MoNA: ontwerp GEODESIA 2002-6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 16