Zandhappen langs de A16 Spoor- en Waterstaats landmeters eliminatie van risico's. Deze risico's kun je als een drie-eenheid zien: de HSL komt niet op zijn plaats; de HSL blijft niet op zijn plaats; bei de punten betreffen de onderbouw; de ontwerp-as van de HSL wordt aangepast tijdens de uitvoering (bij voorbeeld doordat een brug niet precies op de ontworpen plaats is gerealiseerd). Dit laatste betreft dan vooral de bovenbouw en is dus de zorg van de Infraprovider Infra- speed, die de bovenbouw (spoor, energievoorziening en beveiliging) voor zijn rekening neemt. Daarom moet er veel en nauwkeurig worden gemeten en gecontroleerd. Geluk bij dit alles is dat de sporen te zijner tijd op een andere wijze op hun plaats worden gelegd dan in het ver leden, namelijk op een 'zettingsvrije' constructie van betonnen platen. Geen grindbedden meer en daarop ook geen bielzen. Het is dus gedaan met de dwarsliggers bij NS. Hoe enerverend het werk aan de HSL- Zuid voor landmeters is, moetje in het veld bekijken. We kiezen het gedeelte nabij Breda, tussen Prinsenbeek en de Belgische grens, waar de activiteiten op dit moment hun hoogtepunt heb ben bereikt. Een dag lang doorkruisen we een soort maanlandschap met hoge bergen grond, opgebroken en uitge graven wegen en watergangen. We springen over smalle en brede sloten, kruipen over stapels betonnen buizen, klauteren op hoge viaducten in aan bouw, balanceren op smalle richels hoog boven een drukke A16, en dalen af in een diepe betonnen tunnelbak, waar over een paar jaar de trein met een snelheid van 300 km per uur door heen zal denderen. En overal zorgt een straffe wind ervoor dat we grondig worden gezandstraald. Kortom: we le ven een dagje mee met de landmeters van de HSL-Zuid. De tocht begint bij de Belgische grens. Daar ligt een hoofdknelpunt, want het is wel de bedoeling dat de trein bij de grens gewoon doorrijdt. De rails moe ten ook daar dus aansluiten. En aange zien in beide landen door verschillen de landmeetdiensten wordt gewerkt, en zelfs verschillende geodetische refe- Inspectietocht door de tunnelbak bij Galder. rentiestelsels worden gehanteerd, vraagt dat extra aan dacht. Kees van Hamersveld en Johan Kessels van het coör dinerend bureau van de MD brengen mij naar het begin punt bij de Rijksgrens, onderweg uitgebreid aanwijzend waar grondslagpunten zijn te zien, wegen zijn omgelegd, viaducten in aanbouw zijn, en waar de HSL of de nieuwe rijksweg komt te liggen. Zo bereiken we de grens waar de eerste piketten van het Nederlandse HSL-deel nog tussen de graspollen oplichten, en tot op heden gespaard zijn geble ven. 'As spoor' is hier uitgezet middels twaalf piketten door landmeters van de HSL-Zuid, en daarna ingemeten (in het Belgische Lambert-stelsel) door TUC-RAIL, het ingenieurs bureau van de Belgische spoorwegen. Vergelijking met de Belgische spoorgeometrie leverde wonderwel slechts een verschil van 18 mm op. En dat is weg te moffelen bij de aan leg van het spoor, dat hier nog op bielzen wordt gelegd. Een stevig hoogtemerk op een viaduct dat afgebroken wordt. Een vergelijking van de berekende 'hoogtepunten' tussen beide stelsels gaf 4 mm verschil, maar ook daarvan lag men niet wakker. Om hun goede wil te tonen plaatsten de zui derburen twee vaste hoogtemerken in de pijlers van een Nederlands viaduct. Die zakken niet zomaar weg. Helaas wisten zij niet dat het hele viaduct binnenkort moet wor den afgebrokenVlak daarbij consta teerden we dat een ander vast punt door een zware vrachtauto die uit de bocht vloog, werd verstoord en dus moet worden gecontroleerd. Johan maakte daarvan een aantekening voor zijn meetploeg. De inzet van de MD dateert eigenlijk pas van 1999 toen ze door Kees werden ingepalmd bij het coördinerend bu reau. Of liever gezegd: de MD vond toen zelf dat ze erbij hoorden, want ze waren langs een andere weg al op ver- GEODESIA 2002-6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 33