Conclusie kan echter wel een groot aantal te trahedrons nodig zijn; introductie van de polyhedron pri mitieve (3D-object bestaande uit platte vlakken): dit is de 3D-equiva- lent van de 2D-polygoon. De gren zen zijn gedefinieerd door platte vlakken (polygonen in 3D). Omdat de grenzen ook 'gaten' kunnen be vatten, is deze oplossing al vrij com plex. Ook zou er sprake kunnen zijn van één of meerdere binnengren zen voor gaten binnenin het 3D- object zelf. De voordelen van deze oplossing is dat er slechts één poly hedron nodig is om een wereldob ject te modelleren. Niet-vlakke poly gonen moeten worden benaderd door een aantal vlakke polygonen; introductie van een polyhedron, een cylinder en een bol, en de com binatie van deze drie. Dit is de 3D- equivalent van het geometriemodel in 2D die ook cirkelbogen onder steunt. Het voordeel van dit model is dat grootschalige modelleringen veel van dit soort geo-objecten ken nen. Door de modelleervoordelen en de analogie met het 2D-geometriemodel hebben we eerst de extensie met poly hedrons, bollen en cilinders bestu deerd in analogie met 2D-punten, lij nen (rechte en cirkelbogen) en polygo nen. Het is echter moeilijk voor te stel len dat een gebruiker een 3D-primitie- ve beschrijft, waarvan de grens bestaat Fig. 5. Een aantal voorbeelden van een 3D-object bestaande uit een polyhedron. uit een combinatie van platte, cilindrische en bolvormige delen. De grens dient natuurlijk gesloten te zijn. De imple mentatie van bollen en cilinders zal niet het moeilijkste zijn; het gebruik van cilindrische en bolvormige delen (in analogie met een 2D-lijn als deel van een cirkel) daarente gen is gecompliceerd. Twee delen moeten bijvoorbeeld al tijd aansluiten op een gemeenschappelijke lijnstuk. Daar om stellen we voor om het geometrische datamodel van Oracle uit te breiden met alleen de polyhedron-primitieve. In de toekomst zou gekeken kunnen worden naar meer complexe geometrie, natuurlijk aansluitend op de Open- GIS-ontwikkelingen op dit gebied. Om de polyhedron-oplossing nader te bestuderen hebben we gekeken naar vier voorbeeld-objecten (fig. 5); 1. tetrahedron, het meest simpele 3D-object met een volume, bestaande uit vier vlakken; driehoeken in 3D (fig. 5a); 2. een blok: een volume met zes vlakken; rechthoeken in 3D (fig. 5b); 3. een blok zoals (2), maar dan met een gat in één van de grensvlakken. Het totale object heeft elf vlakken, die alle deel uit maken van cle buitengrens (fig. 5c); 4. een blok zoals (2), maar nu met een gat binnenin het ob ject: in totaal heeft het object twaalf vlakken: zes vlak ken maken deel uit van de buitengrens en zes vlakken maken deel uit van de binnengrens (fig. 5d). Merk op dat een plat vlak in 3D moeilijk te definiëren is om dat, wanneer een vlak gedefinieerd wordt door meer dan drie punten, het niet meer vanzelfsprekend is dat deze pun ten in hetzelfde vlak liggen. Een polyhedron wordt gedefinieerd door de grenselemen- ten (vlakken). Deze kunnen buitenvlakken zijn (fig. 5a), maar ook binnenvlakken (fig. 5d, het gat binnenin het blok). Verder kan een buitenvlak ook weer binnenringen be vatten (fig. 5c, rechterzijde). Een binnenvlalc kan natuurlijk ook een binnenring bevatten (niet als voorbeeld aanwezig). De polyhedron wordt net als de lijnen en de polygonen gedefinieerd door een coördinatenlijst. Deze is impliciet ge nummerd van 1 tot N. Deze lijst wordt aangevuld met de definitie van de vlakken, die bestaat uit het noemen van alle puntnummers die voorkomen in een vlak. Deze code ring zorgt voor een interne topologie van de 3D-primitieve. De interpretatiecode in de sdo_elem_info geeft aan hoe de coördinatenlijst geïnterpreteerd dient te worden. In het kader staat beschreven hoe dit voorgestelde datamodel er uitziet, toegepast op de objecten in fig. 5. In de voorbeelden hebben we gemakshalve de oriëntatie van de vlakken bui ten beschouwing gelaten, die beschreven kan worden door de ordening van de punten in een vlak. De buitenvlakken zouden een normaal moeten hebben die naar buiten wijst (coördinaten met de klok mee) en de binnenringen een nor maal die naar binnen wijst. Het Kadaster is op zoek naar een manier om meer inzicht te krijgen in complexe situaties. Dit betekent dat het mogelijk moet zijn om de ruimtelijke component (2D en 3D) van ge- GEODESIA 2002-7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 25