'Afscheidsbrief' van V R O M - s ta at s s e c r e ta r i s Remkes Geo-informatiebeleid in Tweede Kamer «•l Afbakening De huidige vice-premier en Minister van Binnenlandse Zaken, Johan Remkes (WD), zond op 3 juli 2002 als demissionair Staatssecretaris van VROM in het kabinet Kok-2 een brief aan de Tweede Kamer over Geo- informatiebeleid. De brief schetst eerst een beeld van Geo- informatie en het belang ervan. Vervolgens wordt de Kamer geïnformeerd over een wijziging in het beleid rond de Ravi en gaat de bewindsman in op voornemens rond Geo-basis- registraties, onderdeel van het door het kabinet beoogde stelsel van (Authentieke) Registraties. Mede gezien de leng te van de brief wordt deze in dit tijdschrift samengevat en voorzien van wat kanttekeningen 1). Geo-informatiebeleid vormt een apart beleidsterrein voort vloeiend uit de verantwoordelijkheid van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) als coördinerend bewindspersoon voor de vastgoed informatievoorziening (Besluit Informatievoorziening Rijksdienst 1991). In de praktijk was de Staatssecretaris van VROM steeds portefeuillehouder. (In het kabinet Balkenen de is dat Minister Henk Kamp zelf.) De brief stelt letterlijk: "Omdat door de sector het begrip vastgoedinformatie steeds werd opgerekt - en derhalve als beperkend werd ervaren - is gedurende de afgelopen jaren de term Geo- informatie gangbaar geworden. Geo-informatie betreft in formatie over ruimtelijke objecten, zoals gebouwen, perce len en verzamelingen daarvan, wijken, buurten, gebieden etc. Informatie dus over alles waar een coördinaat - geogra fische coördinaat (x,y), adres, postcode, perceelsnummer e.d. - aangehangen kan worden en dus te relateren is aan een plek op aarde. Deze informatie is vervolgens in de vorm van een (digitale) kaart weer te geven. Voorbeelden zijn be stemmingsplannen, topografische gegevens en lcadaster- gegevens. In brede zin zou echter ook allerlei thematische informatie die in kaart gebracht kan worden tot de Geo- informatie gerekend dienen te worden. Geo-informatie is daardoor een zodanig breed begrip, dat afbakening van het beleidsterrein gewenst is". Omdat iedere minister en iedere bestuursorganisatie eigen verantwoordelijkheid draagt voor de informatievoorzie ning van het eigen beleidsterrein, is het Geo-informatie beleid van VROM met name gericht op de sector- (beleids- terrein-joverstijgende en interbestuurlijke informatievoor ziening en daarmee niet op de 'thematische' Geo-informa tie. Dat beleid richt zich op de gemeenschappelijke ruimte lijke basisregistraties, die veel organisaties nodig hebben en die dus deze behoefte met elkaar delen. "Gegevens over de Adri den Boer, redacteur. 1) Zie voor de volledige brief: www.overheid/op/ index.html, onder Kamerstuk 2800 XI no. 60. ondergrond (bodem e.d.) worden tot de thematische Geo-informatie gerekend en vallen dus buiten het Geo-informa tiebeleid. Het toepassings- en onder zoeksterrein rond de opnamen vanuit de lucht en de ruimte kent eigen coör dinatiemechanismen. Dit laatste ter rein speelt tot op heden nog niet zo zeer op het vlak van de interbestuur lijke relaties en wordt vooral als verza- meltechniek ingezet. Het is niet uitge sloten dat in de (nabije) toekomst de gemeenschappelijke behoefte bij de overheden aan beelden en luchtfoto's in Nederland zal toenemen en belang rijker zal worden in de bestuurlijke en beleidsprocessen. Op dat moment valt te overwegen om het Geo-informatie beleid met dat terrein te verbreden", aldus de staatssecretaris. Hij vervolgt: "Het Geo-informatiewerkveld kent ook een actieve goed functionerende priva te sector. Het Geo-informatiebeleid richt zich niet primair op deze private sector, maar beperkt zich tot de infor matievoorziening voor de (rijks)over- heid. Een eventuele 'spin off voor het bedrijfsleven is een positief bijpro duct, maar is nooit doel van de inzet op zichzelf. Gezien de onlosmakelijke en toenemende verbondenheid bij het tot stand brengen van beleid in Neder land tussen de verschillende bestuurs lagen zien we toenemende informatie relaties en toenemende wederzijdse afhankelijkheid in de informatievoor ziening. Dit geldt zeker ook voor het terrein van de Geo-informatie. Voorne mens en eventuele wet- en regelgeving zullen dan ook vaak juist op de andere overheden dan het Rijk gericht zijn, daar hun effect sorteren en uiteinde lijk aan de overheid als geheel en indi rect aan de burger ten goede dienen te komen". Vervolgens schetst de brief het belang van Geo-informatie. Het citeren waard is de volgende passage: "De burger komt steeds vaker in aanraking met Geo-informatie, doordat informatie steeds vaker in digitale (kaart)vorm aangeboden wordt. De informatievoor ziening van de overheid aan de burger gaat daarbij in toenemende mate digi taal via het internet. Bestemmings plannen worden bijvoorbeeld inmid dels op veel plaatsen digitaal vervaar- GEODESIA 2002-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 12