de elektronendichtheid, worden de GPS-signalen verzwakt en kunnen cy cle slips (sprongen van een geheel aan tal golflengten) en zelfs signaalverlies optreden. Fig. 3 geeft een overzicht van de sunspot numbers van de afgelopen tweehonderdvijftig jaar (hoe actiever de zon, hoe meer zonnevlekken). Door dat ionosferische effecten afhankelijk zijn van de frequentie van de GPS- signalen, kunnen zij worden geëlimi neerd door GPS-metingen op twee ver schillende frequenties te verrichten. Toor liet verder zien dat niet alleen de GPS-signalen soms moeilijk kunnen worden ontvangen, maar ook de signa len met daarop gemoduleerd de diffe rentiële correcties, gebruikt voor rela- Fig. 3. Sunspot numbers gedurende de afgelopen 250 jaar. Firmware versies err upgrades V.j '<r. "V\ Mar Apr May Jun tieve plaatsbepaling. Visser noemde een aantal gevallen waarbij interferen tie optrad en GPS niet kon worden ge bruikt. De locaties varieerden van de Heineken Brouwerij in Zoeterwoude tot de Sahara. In enkele gevallen kon de oorzaak van de problemen worden achterhaald (oscillerende antenne, slechte datalink), maar dit was niet al tijd mogelijk. De Jong (TU Delft) liet resultaten zien van de validatie van GPS-code en -fase- waarnemingen. Hoewel de software die hiervoor wordt gebruikt oorspron kelijk is ontwikkeld voor real time ge bruik op de referentiestations van het AGRS.NL, is zij ook zeer geschikt voor verwerking achteraf van grote hoeveel heden data. Hierdoor kan een indruk worden verkregen van bijvoorbeeld de prestaties van ontvangers als functie van de in de ontvanger geïnstalleerde firmware (fig. 4). Is 200 - 1E0 1C0 CD lO CN CD cd in lO CO CO O) CD CD cn of CO 03 CO CO CO CO CO CO ul Aug Sep Oct Fig. 4. Aantal cycle slips (boven) en precisie van de codewaar nemingen voor de GPS L2-frequentie als functie van firmwareversie van de ontvanger (zwarte verticale lijnen). Fig. 5. Percentage hoogtefouten groter dan 5 cm (blauwe balken) en variaties in aantal elektronen in de ionosfeer (rode getrokken lijn) voor de periode oktober- november 2001. Jonkman (Ballast Ham Dredging) ging in op fouten in RTK (real time kinematic) GPS-data. Hij liet voorbeelden zien van systematische fouten in de hoogtecomponent van een basislijn van 4 km, die dagelijks, maar telkens vier minuten eerder, terugkeerden. Deze frequentie valt samen met de herhalingsfrequentie van de GPS-satellietconstellatie. De effecten werden waarschijnlijk veroorzaakt door multi- path. Een ander probleem dat optrad in de door hem geana lyseerde data was te wijten aan een verkeerde initialisatie van de fasemeerduidigheden op hun geheeltallige waar den. Als gevolg hiervan waren de posities soms urenlang fout, zonder dat dit werd gemeld door de verwerkingssoft- ware. Tenslotte liet hij nog zien dat fouten in de hoogte component van een korte basislijn een grote correlatie ver toonden met variaties in de hoeveelheid elektronen in de ionosfeer. Dit is opmerkelijk, gezien de lengte van de basis lijn en de locatie (Nederland), die ver van ionosferische pro bleemgebieden als de tropen en de pool lag (fig. 5). Zijn con clusies luidden dat voor RTK GPS-plaatsbepaling niet alleen de keuze van de locatie van de referentiestations van belang is, maar dat ook moet worden overwogen GPS met andere sensoren te integreren om de betrouwbaarheid van de ge schatte posities te vergroten. De bijeenkomst werd beëindigd met een borrel, wat gezien de problemen die aan de orde kwamen kon worden be schouwd als een welkome afsluiting. GEODESIA 2002-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 25