Kaartverbetering en data-integratie bij de gemeente Hoogezand-Sappemeer Reactie Kaartvernieuwing Geometrische kwaliteit van de kadastrale kaart Betekenis van de afbeelding Met veel interesse heb ik in Geodesia 2002 no. 6 het artikel gelezen van A. Kuijer van de gemeente Hoogezand-Sappemeer over kaartverbetering. Het gaf mij een goed beeld van wat er binnen een gemeente speelt en waar kadastrale data van belang zijn. En dan met name de kadastrale kaart. Ook de ontwikkeling die leidt naar Overheidsloket 2000 is niet anders dan die het Kadaster voorziet. Lezing van het artikel geeft mij aanleiding tot en kele reacties. Deze had ik direct met de auteur kunnen kort sluiten, maar gezien het meer algemene karakter lijkt het mij goed om dat via Geodesia te doen. Er wordt namelijk een aantal uitspraken gedaan, die naar mijn mening niet hele maal correct zijn. Deze zouden bij anderen kunnen leiden tot misverstanden. Laat ik beginnen met het beleid dat het Kadaster als uitgangspunt hanteert bij de kaartverbetering. Alweer enkele jaren geleden is het Kadaster begonnen met de kaartvernieuwing. Deze bestaat uit drie stappen, name lijk kaartconversie, kaartverbetering en aanvullen van ex tra gegevens. De eerste stap is overal uitgevoerd. Deze hield in een digitalisering van alle analoge kadastrale bladen. Daarbij moesten alle bladen in eenzelfde referentiestelsel worden ingepast. Uiteraard is hiervoor het Rijksdriehoeks- stelsel gekozen. De kaartverbetering bestaat uit de afstemming op de GBKN. De gebouwen die voorkomen in de GBKN, worden hierbij als uitgangspunt genomen. Deze worden met exact de zelfde coördinaten overgenomen in de digitale kadastrale kaart. Grenzen worden bij voorkeur vastgelegd aan harde topografie. Bij de kaartverbetering handhaven we de rela tieve precisie tussen grens en gebouw, waardoor de kadas trale grens soms een verschuiving zal ondergaan. Dat bete kent voor het eindresultaat dat de relatieve ligging tussen grenzen en harde topografie niet wordt aangetast. Voor externe gebruikers betekent het dat, als men een GBKN en een kadastrale kaart gaat combineren, deze passen via de gebouwen. Er zullen dan geen foutieve interpretaties wor den gedaan op basis van het plaatje dat dan ontstaat. De derde stap is de vernieuwing in het aanvullen van se mantische informatie. Hiertoe worden de huisnummers gerekend, die meekomen uit de GBKN, en namen van wegen en waterlopen. De kaartvernieuwing is volgens planning gereed op 31 de cember 2003. Dan is landelijk de digitale kadastrale kaart afgestemd op de norm-GBKN, zoals die overal voorhanden is. Daar waar geen norm-GBKN is, zal dus de vernieuwing ook niet per genoemde datum plaatsvinden. Klaas van der Hoek, beleids medewerker concernstaf Vast goedinformatie en Geodesie, Kadaster Apeldoorn. Tijdens deze digitaliseringsslag is in het algemeen de geometrische kwali teit van de kadastrale bladen niet ver slechterd. In een enkel geval is met name bij zogenaamde niet-hermeten bladen door het aan elkaar rekenen van de verschillende bijbladen de kwa liteit iets verslechterd. Bij dit aan el kaar rekenen van de bladgrenzen werd soms de relatieve precisie iets geweld aangedaan. Voor de kadastrale kaart geldt een rela tieve nauwkeurigheid van 20/2 cm voor goed identificeerbare objecten in bebouwd en stedelijk gebied, het oorspronkelijk l:1000-gebied, en van 40/2 cm in landelijk gebied, oorspron kelijk 1:2000 en 1:2500. Afstanden meten in de kadastrale kaart kan om deze reden dus niet op centimeter- niveau. De kadastrale kaart geeft aan waar percelen liggen. Voor de exacte ligging van grenzen moet men in het reconstructie-archief zijn. Er mag geen maatvoering uit de digita le kaart worden afgeleid of berekend. Het blijft een kaart en niets anders. Daarbij is er nog een reden waarom er slechts sprake is van een 'plaatje', en er geen maten uit het bestand mogen worden afgeleid. In het afstemmings proces wordt afgestemd op de afbeel ding van een topografisch element uit het GBKN-bestand. Als beide afbeeldin gen binnen de zogenaamde tolerantie van de betreffende topografie vallen, worden voor de afbeelding van de ka dastrale grens dezelfde coördinaten gebruikt als bij de GBKN. Maar het is helemaal niet gezegd dat topografie en grens samenvallen. Wil men hele maal correct gaan identificeren, dan zal de kadastrale grens van mogelijk wel honderd jaar oud in het terrein moeten worden uitgezet en moeten GEODESIA 2002-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 34