bericht Nederlandse Commissie voor Geodesie Een Geo-norm(ale) studiedag "Standaarden komen te voet en lopen voor de wagen uit. Standaarden zijn nooit stan daard: nieuwe ontwikkelingen vragen ver anderingen. Ik hou van normen, er is zoveel keuze. Iedereen moet een standaard gebrui ken, maar dan wel de mijne". De Subcommissie Geo-Informatie Mo dellen van de Nederlandse Commissie voor Geodesie (NCG) heeft op 20 juni 2002 in samenwerking met de Ravi een studiedag gehouden over normen en standaarden voor de nationale geo- informatie infrastructuur. Gastheer van de ruim zestig deelnemers was het Centre for Geo Information Wagenin- gen UR in Wageningen; de dag stond onder leiding van Arnold Bregt, voor zitter van de Subcommissie. In het eerste deel van de dag stond ach tergrondinformatie over normen en standaarden centraal, in het tweede deel toepassingen en het gebruik van normen en standaarden. Arnold Bregt opende de dag met te wijzen op het kansrijke ICES/KIS-programma 'Ruim te voor geo-informatie' en het belang om hiervoor onderzoeksvragen te for muleren. Co van Oogen (Ravi) schetste de moei zame weg om het gebruik van stan daarden in Nederland te bevorderen. Voorlichting, ondersteuning en sa menwerking met publieke en private organisaties zijn hierbij van groot be lang. Henri Aalders (TU Delft) gaf een over zicht van de totstandkoming, natio naal en internationaal, van normen en standaarden voor de geo-informatie. Hiervoor zijn verschillende groepen van normen en standaarden ontwik keld (ISO: Internationale Organisatie voor Standaardisatie, CEN: Europese Commissie voor Normalisatie, OGC: Open GIS Consortium en NEN: Neder lands Normalisatie Instituut), die bij samenwerking tot een werkbaar resul taat kunnen leiden. Jaap Berends (Twynstra Gudde) bena drukte de toenemende noodzaak van standaarden in een maatschappij die zich steeds meer van basisinformatie wil bedienen. Het belang van standaar den wordt vaak onderschat en ze heb ben als nadeel dat ze 'te voet komen'. Dirk Schravendeel (M&I/Partners) liet zien wat de overheid doet om te vol doen aan de toenemende vraag naar basisinformatie. Hiervoor is het begrip authentieke registratie geformuleerd en zijn zes basisregistraties gekozen die de komende jaren moeten worden gerealiseerd: gemeentelijke basisadmi nistratie persoonsgegevens, kadastrale registratie, basisbedrijvenregister, ge- bouwenregister, geografisch kernbe stand en nationale adressenregistra- tie. Luc Heres (Rijkswaterstaat) toonde de eerste versie van de website 'Commu- nicatiepunt standaardisatie' (www. geoplaza.nl). Het is een database met metagegevens over normen, standaar den en de erbij behorende documen ten, de betrokken organisaties en de projecten. De website is tegen het ein de van 2002 voor iedereen bereikbaar. Henk Scholten (Geodan) vindt dat stan daarden het leven makkelijker moeten maken. Het Nationaal Clearinghouse Geo-Informatie (NCGI) moet daarvoor onder andere de geo-informatie ont sluiten bij de diverse overheidspar- tijen, de benodigde geo-standaarden testen en implementeren, en daarvoor een organisatorische infrastructuur opzetten. Volgens Peter van Oosterom (TU Delft) heeft GML (Geography Markup Langu age) voor het gebruik van GIS via inter net de toekomst. Voor het zover is, moeten er nog veel testen worden ge daan en is samenwerking tussen de be langhebbenden nodig. Nico Bakker (TDN) deed verslag van het project ToplONL en het gebruik van standaarden hiervoor. ToplONL wordt onder andere gekenmerkt door object gerichtheid met unieke objectcode ring en integratie van ToplOvector en ToplOwegen. Er wordt gestreefd naar het gebruik van GML, nationale en in ternationale koppelingen, standaard visualisaties en flexibiliteit voor ge bruikers. Wordt de ToplONL een au thentieke registratie? Bert Vermeij (Esri) beschreef het con cept geowebservice en toonde enkele voorbeelden, zoals de gebouwenregis tratie. De betekenis van geowebservi- ces voor de authentieke registratie ligt in de ruimte voor decentraal beheer, het behoud van decentrale bevoegdhe den en autonomie bij centrale kaders. Voor de verdere ontwikkeling is samen doen belangrijker dan het uitwisselen van data. In de discussies kwam naar voren dat er in Nederland een organisatie moet komen voor het samenspel tussen de basisregistraties en de bewaking van de inhoud. Semantiek en regelgeving zijn gebieden waar we aan moeten werken. De ISO-normering zal belang rijk worden en de hard- en softwarele veranciers houden zich steeds meer aan normen. Eén van de deelnemers gaf als uitsmijter: "Je moet de stan daard niet tot norm verheffen". De presentaties en de samenvattingen van de studiedag zijn gepubliceerd op de website van de NCG: www.ncg. knaw.nl, en kies Subcommissie Geo- Informatie Modellen. Frans Schroder bestanden, metadata normen beleid institutionele overeenkomst netwerk technologie diensten gebruikers GEODESIA 2002-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 39