Onderzoeksbeleid van de TU Delft
De TU Delft wil behoren tot de wereldtop van de techni
sche universiteiten [3] en wil daarom haar onderzoeks
activiteiten concentreren op dertien speerpunten. Hier
van staat het thema 'aarde' hoog op de lijst. In dit thema
levert Geodesie een belangrijke bijdrage. Vanuit deze
optiek is besloten dat de afdeling (de secties FMR, FRS,
GISt en MGP) samen met de sectie A&S (Astrodynamica
en Satellietsystemen) van de faculteit L&R een onder
zoeksvoorstel maakt. De sectie GiGb doet dit samen met
het OTB.
En de door Bakkenist en de NCG be
pleite concentratie van masters in
Nederland? We zien nu het tegendeel:
er worden op vijf, zes plaatsen masters
opgezet. Kan Delft zich daarin onder
scheiden? Wakker: "Wat betreft het
effect van rapporten: er bestaat een
natuurlijke rem op het veranderen in
eigen huis. Iedereen zal dus zeggen:
waarom moet ik beginnen?". Verder
stelt hij"Het is onverstandig dat er zo
veel opleidingen komen, maar je kunt
zeggen - en velen zeggen dat tegen
woordig - laat de concurrentie maar
toenemen! Ik ben het daar niet zo mee
eens, ik houd van goed structureren.
Overigens zie ik voor onze landmeet
kundige master en de aardobservatie
master in Nederland geen concurren
tie bestaan". En voor de geo-informatie
gerichte? "Ik denk dat we de concur
rentie ook op dat gebied goed aan
kunnen".
Afsplitsing van de
sectie Geo-informatie en
Grondbeleid (GiGb)
We gaan nog even terug naar de over
gang van de sectie GiGb naar het
Onderzoeksinstituut OTB (zie kader
'Afdeling Geodesie', p. 373). Deze af
splitsing, en de keuze voor een oriënta
tie van de onderzoeksportfolio naar
meer fysisch gericht onderzoek (beide
eerder in dit interview genoemd), pas
sen niet goed op de samenhang die
gewenst wordt in het beroepsveld en
de kwantitatieve opbouw daarvan.
Wakker reageert: "Ik had gehoopt dat
de afdeling had gezegd: wij vinden dat
wij twee onderzoekszwaartepunten
moeten hebben - één rond GiGb en
GISt, en één rond de mathematisch-
fysische secties, en, geacht College van
Bestuur, wij vragen u twee onderzoek
thema's te mogen indienen die met el
kaar in verband staan. Daar had het College van Bestuur
waarschijnlijk positief op gereageerd". Wat heeft dit dan
verhinderd? Wakker: "Ik heb gesignaleerd dat, toen ik hier
aantrad, de afdeling zelf al een keuze had gemaakt; zo in de
zomer van vorig jaar zijn de piketpaaltjes geslagen. De af
deling ziet, wat betreft het onderzoek, een wat meer bèta-
gerichte toekomst voor zich en daar past GiGb niet in.
Na een verdere gedachtenwisseling over de samenhangen
die voor de beroepspraktijk van belang worden geacht, stelt
Wakker: "Inderdaad, de secties van Van Oosterom en De
Jong zijn voor de Nederlandse geodetische wereld de kern.
Mijn stelling is dat die twee secties samen moeten partici
peren in het onderzoeksprogramma van het OTB".
Relatie met de faculteit CiTG
Hoe komt het dat in ons gesprek tot nu toe de faculteit
Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG), waarvan
Geodesie al enkele jaren deel uitmaakt, in het geheel niet
door u is genoemd? Wakker: "Er is mijns inziens zo'n vijf
jaar geleden een fundamentele fout gemaakt door Geodesie
in te delen bij CiTG. Het was beter geweest om toen samen
met andere groepen een nieuw instituut op te richten voor
zoiets als Geowetenschappen. Geodesie had daarbij het
voortouw moeten nemen en zo haar eigen positie kunnen
verbeteren. Er was nu geen sprake van een fusie, Geodesie
werd gewoon opgeslokt door de moloch Civiele Techniek.
Gelukkig ziet het huidige College van Bestuur ook in dat
een andere positionering van Geodesie in onze universiteit
te prefereren is. Helaas is de afdeling de afgelopen jaren op
diverse fronten het voortouw kwijtgeraakt. Bij Geodesie
zitten niet meer exclusief de 'rekenmeesters' (denk aan de
vereffening van grote netten). Numbercrunching (zeer om
vangrijke rekenprocessen) vindt nu ook plaats bij L&R en
Elektrotechniek, en bij GPS denkt de buitenwereld niet
alleen aan Geodesie, maar ook aan L&R en Elektrotechniek,
en zo zijn er meer voorbeelden. Geodesie moet opnieuw
proberen de trekker van nieuwe ontwikkelingen te worden.
Dat zal bovendien studenten trekken.
GEODESIA 2002-10