Topografische bestandsintegratie met ontologieën (1) Topografische bestandsintegratie wordt in dit artikel gedefinieerd als het vaststellen van verbanden tussen corresponderende topografische objecten uit verschillende, autonoom vervaardigde bestanden van hetzelfde gebied. Gezien in de context van de verschillen tussen topografische bestanden, zowel qua inhoud als qua graad van abstractie (vergelijkbaar met het schaalniveau), is het probleem van bestands integratie het vinden van deze verbanden. Een raamwerk voor topografische bestandsintegratie wordt gepresenteerd. Onderdelen van dit raamwerk zijn ontologieën en verkenningsregels. Het raamwerk is getoetst op twee topografische bestanden (GBKN en Topiovector). Geconcludeerd kan worden dat het raam werk werkt, mits is voldaan aan zekere voorwaarden. Informele inleiding tot topografische bestands integratie K A A RT I N T E G R AT I E VAN TOPOGRAFISCHE BESTANDEN Dit artikel behandelt het probleem van semantische Gebaseerd op interoperabiliteit bij topografische bestandsinte- het AcaLE^on^res' gratie. Bij semantische interoperabiliteit wordt her- 25-27 april 2002, kend wat onderling gelijk of verwant is, indien verschillen- Palma de Mallorca, de bestanden worden samengevoegd. Onze ervaring met sPanJ<-- het herkennen van deze gelijkheid of verwantschap is geba seerd op topografische bestandsintegratie (ook bekend als kaartintegratie). Traditioneel zijn in bestaande topografische kaartseries, corresponderende topografische objecten impliciet met el kaar gekoppeld door het gemeenschappelijke referentie stelsel, zoals het RD-stelsel [2] [3] [5]. Topografische bestands integratie heeft tot doel deze impliciete verbanden expli ciet te maken door te onderzoeken hoe de bestanden zijn ingewonnen. De achtergrond van dit onderzoek is mutatie- propagatie [8], dat wil zeggen het hergebruik van mutaties. Mutatiepropagatie wordt op diverse plaatsen onderzocht [3] [7] [9]. Een noodzakelijke voorwaarde voor mutatiepropa gatie is topografische bestandsintegratie. Hoewel topografische bestandsinte gratie nauw verbonden is met mutatie propagatie, heeft topografische be standsintegratie op zichzelf ook een doel. Als van twee bestanden het ene bestand qua attributen specifieker is en het andere bestand qua geometrie preciezer, dan betekent het samenvoe gen van deze informatie in een derde bestand een verrijking, 'het mes snijdt aan twee kanten'. Bevragingen (que ries) op het derde bestand geven ant woorden die niet verkregen hadden kunnen worden door de bestanden af zonderlijk te bevragen. Er zijn grofweg twee groepen van factoren, die verant woordelijk zijn voor de verschillen tus sen topografische bestanden [1] inhoudelijke verschillen; verschillen in abstractie (vergelijk baar met het schaalniveau). Terreinobjecten (dat wil zeggen, ob jecten in de buitenwereld) worden op basis van verschillende verkennings regels omgezet naar bestandsobjecten, resulterend in verschillen tussen klas sen, attributen, en hun geometrische beschrijvingen, zoals polygonen, lij nen en punten. Al deze verschillen be nadrukken het feit dat het belangrijk is de semantiek van de bestanden te verstaan, dat wil zeggen: wat beteke nen deze bestanden eigenlijk? Seman tiek is hier de link tussen de terrein objecten en de bestandsobjecten. Het probleem van topografische be standsintegratie is dus het vaststellen van de verbanden tussen corresponde rende topografische objecten, gegeven de verschillen tussen topografische be standen. Als dit het probleem is, dan vragen we ons af of er een methodiek is, die de geodatasets met elkaar in overeenstemming brengt. Dit vraagt om een methodiek die rekening houdt met verschillen in inhoud en abstrac tie. Doel van ons onderzoek is een me thodiek te ontwikkelen, te implemen teren en te testen op bestaande topo grafische bestanden [6], Het verzamelen van topografische ge gevens (geodatasets) teneinde (papie- GEODESIA 2002-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 24