een partonomie met een twee-lagen
composiet/componentstructuur;
optionele componentklassen, met
tenminste één niet-lege component
klasse;
niet-exclusieve componentklassen,
die gedeeld worden door meerdere
composietklassen (op klasseniveau).
Voorts geldt een m-op-1 integriteits-
voorwaarde ten aanzien van de refers_
to relatie: een referentiemodelklasse a
lean slechts naar één applicatie-ontolo-
gieklasse verwijzen, maar een applica-
tie-ontologieklasse kan naar één of
meerdere referentiemodelklassen ver
wijzen. De reden is dat de referentie
modelklassen zo specifiek mogelijk
moeten zijn, om iedere semantische
verwantschap tussen de geodatasets
tot uitdrukking te kunnen brengen.
Uitgaande van de refers_to relatie defi
niëren we relatietypen tussen klassen
uit verschillende applicatie-ontolo-
gieën. Deze relatietypen bepalen de
semantiek - 'waar praten we eigenlijk
over? - bij topografische bestandsinte
gratie. Veronderstel twee geodatasets B
en C, met klassenlabelsets B en C res
pectievelijk, en hun referentiemodel A,
met klassenlabelset A. Stel dat b een
klassenlabel is van B, ceen klassenlabel
is van C, en al, a2, a3, enz. klassen-
labels zijn van A. Dan worden de vol
gende vier relatietypen gedefinieerd:
Definitie 3a
Er is een equivalente relatie (Sequi)
tussen klasse b en klasse c, indien er
een klasse al is, zodanig dat klasse al
verwijst naar klasse b èn klasse c:
Sequi= {(b,c)e BxC|3al e A3
refers_ to(al,b) a refers_to(al,c)} 3)
Definitie 3b
Er is een subklasse-superlclasse relatie
(Srla) tussen klasse b en klasse c, in
dien er klassen al en a2 zijn, zodanig
dat klasse al verwijst naar klasse b, en
klasse a2 verwijst naar klasse c, met
klasse al als subklasse van klasse a2:
Srla {(b,c) e BxC
3 al,a2 6 A 3 refers_ to(al,b) a
refers_to(a2,c) a taxon(al,a2)}
Definitie 3c
Er is een expliciete composietklasse-
componenklasset relatie (Srlel) tussen
klasse b en klasse c, indien er klassen
al en a2 zijn, zodanig dat klasse al ver-
3) 3 betekent
'such that'.
wijst naar b, en klasse a2 verwijst haar klasse c, met klasse
al een component klasse van a2:
Srlel ((b,c) e BxC|3 al,a2 e A3
refers_ to(al,b) a refers_to(a2,c) a parton(al,a2)}
Definitie 3d
Er is een impliciete composietklasse-componentlclasse rela
tie (Srle2) tussen klasse b en klasse c, indien er klassen al,
a2, en a3 zijn, zodanig dat klasse a2 verwijst naar klasse b,
en klasse a3 verwijst naar klasse c, met klasse al een com
ponentklasse van a2 èn a3:
Srle2 {(b,c) e BxC|3 al,a2,a3 el3 refers_ to(a2,b)
a refers_to(a3,c) a parton(a\,a2) aparton(al,a3)}
De vier relatietypen - 'equivalent', 'subklasse-superlclasse',
'expliciete composietklasse-componentklasse' en 'implicie
te composietklasse-componentklasse' - zijn voor twee wille
keurige geodatasets niet noodzakelijk disjuncte verzame
lingen. Dat betekent dat een element (b,c)e BxC tot meer
dan één type kan behoren. Dit is afhankelijk van de rol die
een klasse speelt in confrontatie met klassen van de andere
dataset (hier komen we in het vervolgartikel op terug).
Echter, tussen klassen van verschillende geodatasets zijn
geen andere relatietypen dan de vier voornoemd. Voor een
bewijs zie [6],
Definitie van topografische bestandsintegratie
In de aanhef van dit artikel wordt een beschrijving van
topografische bestandsintegratie gegeven. Nu volgt er een
stapsgewijze definitie:
Definitie 4a
'Corresponderende klassen' zijn klassen uit verschillende
geodatasets, die een 'equivalente', 'subklasse-superlclasse',
'expliciete composietklasse-componentlclasse' of 'implicie
te composietlclasse-componentklasse'-relatie hebben.
Definitie 4b
'Corresponderende topografische objecten' zijn objecten
uit corresponderende klassen, consistent met de verlcen-
ningsregels, en met dezelfde locatie ligging).
Definitie 4c
'Topografische bestandsintegratie' is het proces om verban
den vast te stellen tussen corresponderende topografische
objecten uit verschillende, autonoom vervaardigde topo
grafische bestanden van hetzelfde gebied.
Locatie bij topografische bestandsintegratie
'Locatie' in definitie 4b verwijst naar het geometrisch attri
buut van een object. In dit onderzoek wordt onder 'met de
zelfde locatie' de overlap verstaan, die polygonen (als geo
metrisch attribuut) van objecten met elkaar kunnen heb
ben. De rechtvaardiging hiervoor ligt in de precisie van geo
datasets, tezamen met de eigenschap dat objecten niet ver
plaatst worden vanwege kartografische redenen. Overlap
wordt vastgesteld door een overlay-operatie.
Consistent met de verkenningsregels
Het begrip 'consistent met de verkenningsregels' in defini
tie 4b is fundamenteel, omdat eventuele tegenspraak dient
GEODESIA 2002-10