Topografie en gemeenten Standaardnamen een must voor hulpverlening Reactie De publicatie in Geodesia 2002 no. 7/8 van ing. E. Scheltes en ir. E. Dolle met als titel 'Topo grafie is essentieel voor gemeenten', vraagt 0111 een reactie van het Lande lijk Samenwerkingsverband GBKN. In het discussieartikel wordt namens de vijfentwintig Topografie Produceren de Gemeenten (TPG) een visie gegeven op het grootschalig kaartproduct in Nederland en de organisatie die zich daarmee bezig moet houden. In wezen is er tussen de visie van het LSV GBKN en van de TPGen niet veel verschil. Toch zijn er op een aantal punten wel afwijkingen. Allereerst de topografiepiramide: al ruim vijfentwintig jaar wordt er in de regionale samenwerkingsverbanden gewerkt aan het tot stand brengen en onderhouden van een basiskaart of basistopografie als grote gemene deler van de diverse informatiebehoeften van de deelnemers in de samenwer kingsverbanden. Hierbij is er altijd ruimte gelaten om op verzoek van een bepaalde deelnemer extra informatie, zogenaamde plusinformatie, toe te voegen aan het bestand, wel volledig voor rekening van deze afnemer. Om dan in het piramidemodel te spreken van zowel subtopografie als toptopo- grafie lijkt me wel erg veel van het goe de. Zeker wanneer de regionale samen- Leen Murre, directeur- secretaris LSV GBKN. werkingsverbanden wordt toegedicht dat ze zich ook met subtopgrafie zouden moeten gaan bezighouden. Naar mijn idee is het overigens geen stapelen van informatie, maar het in elkaar laten passen van (geo-)informatie. De visie om op termijn te komen tot een Authentieke Regis tratie voor de GBKN wordt ook door het LSV gedeeld. De vraag is echter of hierin de gemeenten een centrale rol moe ten krijgen. Naast de vijfentwintig TPG's zijn er verspreid over het land nog wel zo'n vijfentwintig gemeenten die deze verantwoordelijkheid op zich wel kunnen waar maken. Blijven er echter nog ruim vierhonderdvijftig ge meenten over, die naar mijn mening hiermee grote moeite zullen hebben. Momenteel maken deze gaarne gebruik van de service en expertise die bij elkaar is gebracht in de diverse regionale samenwerkingsverbanden. Als dan ook de stelling wordt gehanteerd dat de gebruikers bepalen als ze betalen, dan mis ik momenteel de inbreng van gemeenten in de discussie over de kostenverdeelsleutel. Wanneer meer zeggenschap en invloed gewenst zijn, dan zal er ook meer betaald moeten gaan worden. Gezien de plannen van het nieuwe kabinet om de Onroerende Zaak Belasting (OZB) af te schaffen voor particulieren, lijkt mij dat een groot aantal gemeenten momenteel niet zit te wachten op een ver hoging van de bijdrage aan de GBKN. Gelukkig bezitten de schrijvers dezelfde realiteitszin als het LSV, namelijk dat het geschetste organisatiemodel niet op korte termijn te realiseren is. Dit biedt in ieder geval de mogelijkheid om in goed overleg tussen de TPG's en het LSV met een goede structuur van dit overleg te bepalen waar er gemeenschappelijke uitgangspunten zitten en waar de visies uit elkaar gaan lopen. Hierbij is het overigens van belang dat er ook vanuit bestuurdersperspectief naar het vraagstuk wordt gekeken, een verantwoordelijkheid die naar mijn idee door de VNG zou moeten worden opgepakt. Wellicht dat van het Ministerie van VROM op het gebied van bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de Authentieke Registraties wat meer te verwachten is, nu er meer werk ge maakt gaat worden van de coördinatie van het geo-informa- tieveld zoals de oud-staatssecretaris van VROM, Remkes, aangaf in zijn toespraak ter gelegenheid van het afscheid van de voorzitter van de Ravi, Van Wijnbergen. Rond de tweehonderd kartografen, geografen en geo-informatici zijn naar Berlijn gekomen om in VN- verband te praten over standaardise ring van internationale geografische namen. Voor internationale hulpmaatrege len bij rampenbestrijding is een ver beterde wereldwijde oriëntering een belangrijke voorwaarde. Liu Lianan van het Chinese Instituut voor Geo grafische Namen zei dat internatio nale hulpverleners die in de door watersnood getroffen Chinese pro vincies aan de slag willen, al gauw de weg kwijt kunnen raken. Het Dong- ting-meer en de provincies Hunan en Hubei staan weliswaar op wegwij zers, maar alleen in Chinese karak ters en niet in het Engels. (Uit: Metro, 28 augustus 2002) GEODESIA 2002-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 31