Overheid en markt tor gebouwd, waarvoor momenteel ho ge bedragen worden neergeteld. Voor de grond die hiervoor benodigd is, kan dan ook meer worden betaald. De daardoor verwachte winst op bepaalde soorten locatieontwikkeling maakt het aantrekkelijk om op de grond markt een positie in te nemen. Hier door stijgen de grondprijzen verder. In bestaand stedelijk gebied is er min der druk op de grondmarkt. De finan ciële ruimte is daar vaak minder groot (de verwervingskosten van bestaand onroerend goed kunnen lang niet al tijd worden goedgemaakt bij heront wikkeling). De grondwaarde wordt voornamelijk door het huidige ge bruik bepaald. Op sommige gewilde binnenstedelijke locaties worden wel hoge prijzen betaald voor nieuw on roerend goed (denk bijvoorbeeld aan stationslocaties). Het innemen van grondposities kan dan financieel aan trekkelijk worden, zeker als er ook perspectief is op een financiële bij drage van de overheid. In die gevallen komen ook in bestaand stedelijk ge bied meer spelers op de markt. Doordat grond schaars is, is het in nemen van een grondpositie ook tot op zekere hoogte een garantie om par tij te zijn bij de realisatie van bepaalde plannen voor een gebied. Zo nemen bijvoorbeeld veel bouwbedrijven een grondpositie in om de continuïteit van het bedrijf veilig te stellen. De geschetste ontwikkelingen hebben tot gevolg dat de grondmarkt meer en meer als open markt gaat functione ren, met meerdere vragers en aanbie ders. Het beeld van de gemeente als centrale partij op de grondmarkt is de laatste jaren ingrijpend veranderd. Dat deze markt echter niet een geheel vrije markt kan worden, zullen weini gen betwisten. Omdat grond schaars is, de overheid zich tot doel stelt om bepaalde soorten grondgebruik te be schermen en het gebruik van grond allerlei externe effecten met zich mee brengt, is er een publiek belang op deze markt dat behartigd moet wor den. Maar daarmee is nog geen uit spraak gedaan over de precieze rol van de overheid op de grondmarkt. ir. H. de Wolff, afdeling Geodesie TU Delft. j) In het november nummer 2001 van Geodesia is uitge breid aandacht besteed aan de geodeten die op het terrein van de ge meentelijke geo- informatievoorzie- ning werken. Een ander belangrijk cluster van geo detisch werk op ge meentelijk niveau ligt op het terrein van het gemeente lijk grondbeleid. Overigens speelt de discussie markt en overheid ook op andere delen van het geodetisch vak gebied. Grondmarkt lange tijd speelveld met gereserveerd karakter. De paarse kabinetten hebben herbezinning op de rol van de overheid ten opzichte van marktpartijen als een belangrijk agendapunt naar voren geschoven; deze herbezinning vindt plaats als onderdeel van het project 'Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit' (MDW-project). In 1997 is het eindrapport verschenen van de MDW-werkgroep 'Markt en overheid', de commissie-Cohen [2], Hierin is na gegaan hoe (semi-)overheidsorganisaties - organisaties met een publieke taak - die zich op de markt begeven, zich moeten gedragen. In dit verband spreekt het rapport over 'organisaties met exclusieve of bijzondere marktrechten', of hybride organisaties. Naast overheidsorganisaties kan hierbij bijvoorbeeld worden gedacht aan woningcorpora ties. De commissie maakt onderscheid tussen hybride orga nisaties die werken op open markten en op gereserveerde markten. De voorstellen van de werkgroep zijn vergaand. Ze houden in dat als overheidsorganisaties zich in of naast hun publie ke taaie op open markten begeven, daarbij uitgangspunt moet zijn dat zij zich in eenzelfde concurrentiepositie be vinden als private ondernemingen die zich ook op die markt bevinden. Om het uitgangspunt van gelijke concur rentie te kunnen waarmaken, vindt de werkgroep dat in principe een scheiding van publieke en marktactiviteiten in juridische, organisatorische en financiële zin moet plaatsvinden, die leidt tot afstoting van de marktactivitei ten. De werkgroep voert verschillende motieven aan: principe van gelijke monniken, gelijke kappen; voorkomen van inefficiënte productie en onvoldoende prikkels tot vernieuwing door dominante marktposities; in het geding kunnen komen van de integriteit van de publieke taak door marktactiviteiten. Van dit principe van scheiding kan in de visie van de werk groep alleen worden afgeweken als besloten is de publieke taak zélf onder concurrentie te stellen. Als de publieke taak niet meer exclusief is, wordt tevens gelijkheid bereikt op andere markten waarop de hybride organisatie marktactivi- GEODESIA 2002-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 9