Merk op dat door de introductie van dit onderscheid -
Adjacent annex en Free standing annex - we genoodzaakt
zijn dit in te voeren bij de GBKN-klasse bijgebouw. Dit 'toe
voegen van semantiek' aan de klasse bijgebouw gebeurt
door een toets op aanliggendheid met klasse hoofdgebouw.
In de ToplOvector komen we volgens de verkenningsregels
[5] drie typen van het begrip Building tegen:
1000, omschreven als Building;
1050, omschreven als 'kapschuur', dat wil zeggen een
Annex bestaande uit een dak op palen en maximaal één
muur;
1073, omschreven als 'kas', dat wil zeggen een Annex,
voornamelijk opgebouwd uit glas.
Fig. 2.
'Annex' (links, in
wit), aanliggend
aan 'Mainbuilding'
(links, in zwart)
wordt niet inge
wonnen als ToplO-
vector-klasse 1000
(rechts, in zwart), en
'verdwijnt' in ToplO-
vector-klasse 5263
(rechts, in geel).
Ook dit onderscheid voeren we in de buitenwereld in door
subklasse Free standing annex op te delen in
Barn, een Free standing annex bestaande uit een dak op
palen en maximaal één muur;
Greenhouse, een Free standing annex, voornamelijk op
gebouwd uit glas;
Remaining free standing annex, een Free standing an
nex, zijnde Barn noch Greenhouse.
Mainbuilding, Adjacent annex, en Free standing annex
(met Barn, Greenhouse en Remaining free standing annex
als subklassen) worden referentiemodel-klassen. Een over
zicht hiervan staat in tabel 1. Deze tabel beschouwen we als
ons 'universum' waar het gebouwen betreft in het proefge
bied van Zevenaar.
Fig. 3.
Twee 'Buildings' (in
zwart), op minder
dan twee meter van
elkaar, worden
ingewonnen als één
ToplOvector 1000
object (in rood).
Tenslotte, wanneer we GBKN en ToplOvector nader verge
lijken, zien we dat twee (of meer) gebouwen op minder dan Tabel 1.
twee meter van elkaar gelegen - mits er geen voetpad of Domeinontologie-
sloot tussen ligt - als één polygoon in de ToplOvector wordt concept building
afgebeeld (fig. 3). Merk op dat dit een voorbeeld is van een verfijnd in RM-
samengestelde 2-op-l correspondentie. subklassen.
Domein
klasse
Subklasse RM
Definitie subklasse referentiemodel (RM)
building
mainbuilding
building met één of meer adressen
adjacent annex
building zonder adres verbonden met 'mainbuilding'
free standing annex
building zonder adres niet verbonden met 'mainbuilding'
barn
'free standing annex' met een dak op
palen en maximaal één muur
greenhouse
'free standing annex' voornamelijk uit
glas opgebouwd
remaining free
standing annex
'free standing annex' zijnde 'barn'
noch 'greenhouse'
Richtlijn voor het construeren van een
referentiemodel
In tabel 1 zien we domeinklasse Buil
ding verbijzonderd in subklassen voor
het referentiemodel. Om het referen
tiemodel te kunnen construeren heb
ben we nog structuur nodig. In de vori
ge paragraaf hebben we al een idee ge
kregen welke klassen een subklasse-
superklasse-relatie hebben, of compo-
nentklasse-composietklasse-relatie, of
met andere woorden, welke rol de ene
klasse speelt ten opzichte van de ande
re. Voor elke rol hebben we een aparte
referentiemodelklasse nodig, die als
zodanig moet worden opgevoerd. Om
de constructie van het referentiemo
del (met een taxonomie als subgraaf,
of een partonomie als subgraaf) te ver
gemakkelijken geven we de volgende
richtlijn:
bepaal voor iedere klasse de rol in
een semantische verwantschap. In
dien de rol betrokken is in:
a. een equivalente relatie, identifi
ceer dan de referentiemodelklas
se en plaats die in de taxonomie
subgraaf;
b. een subklasse-superklasse-relatie,
identificeer dan de referentie
modelklasse, creëer zonodig een
aparte referentiemodel-super-
klasse en plaats die in de taxono
mie subgraaf;
c. een componentklasse-composiet
klasse-relatie, identificeer dan de
referentiemodelklasse(n), creëer
zonodig een aparte referentiemo
del-composietklasse en plaats die
in de partonomie subgraaf;
bepaal vervolgens voor iedere refe
rentiemodelklasse de 'refers_to'-re
latie met de klassen uit de geodata-
sets.
Fig. 4 wordt als voorbeeld gebruikt:
rechts zien we de GBKN-klasse 'los-
GEODESIA 2002-11