ff voor de registratie, en zijn beschreven in de vorm van een regeling met daarin opgenomen een aantal uitvoerings voorschriften. De voorschriften bestaan uit vier hoofd groepen algemene inleiding waarin onder meer een aantal be grippen wordt gedefinieerd en de belangrijkste elemen ten van de BRA worden gepositioneerd; beschrijving van de voorschriften voor de inrichting van het adressenregister en de eisen die worden gesteld aan de daarin op te nemen documenten; beschrijving van de voorschriften voor de inrichting van de registratie, waarbij met name wordt ingegaan op de verschillende in de registratie opgenomen gegevens; korte beschrijving van de organisatie rondom de BRA, waarbij met name de specifieke rol van de beheerder van het register en de registratie aan de orde komen. De grondslagen vormden als het ware de spelregels waar aan tijdens het uitvoeren van de proefprojecten moest wor den voldaan. Zes gemeenten namen deel aan de proefprojecten. Binnen deze gemeenten is voor een beperkt proefgebied het ont werp van de BRA getest. Daarnaast is binnen elk van deze gemeenten een gebruikersproef uitgevoerd, waar de moge lijkheid tot gebruik van authentieke adresgegevens in de registraties van afnemers werd beproefd. Deelnemers aan de proefprojecten waren: gemeente Den Haag (gebruikersproef GBA); gemeente Gouda (gebruikersproef monumentenregistra tie); gemeente Helmond (gebruikersproef kadastrale registra tie); gemeente Leiden (gebruikersproef gebouwenregistratie); gemeente Rotterdam (gebruikersproef Handelsregister); gemeente Voorst (gebruikersproef WOZ-registratie). De definitie van verblijfsobject De proefprojecten hebben zonder meer geleid tot bruikbare leidt soms tot resultaten. Zo is het inzicht in de adressenproblematiek knelpunten. enorm vergroot. Opvallend daarbij is dat vraagstukken waaraan in het ver leden veel aandacht is geschonken, in de praktijk minder relevant werden geacht of een alternatieve aanpak in tussen tot een werkbare situatie heeft geleid. Zo is het vraagstuk van de schrijfwijze van straatnamen door ge meenten veelal ondervangen door in een adressenregistratie de verschillen de alternatieve schrijfwijzen naast el kaar op te nemen. Daarnaast is uit de verschillende gebruikersproeven naar voren gekomen dat het gebruik van een BRA tot belangrijke kwaliteitsverbeteringen in de registraties van de afnemers kan leiden. Er blijken momenteel aanzienlijke verschillen voor te komen tussen bestanden voor wat betreft het be staan van adressen. Alhoewel er ten aanzien van elk van de uitgevoerde gebruikersproeven nuanceringen kunnen wor den aangebracht (zoals reeds eerder uitgevoerde bestands synchronisaties en karakteristieken van het betreffende proefgebied), kan worden geconstateerd dat er gemiddeld sprake is van verschillen van rond de 10%. Tenslotte hebben Kg wwr 'I ;'.y de verschillende proefprojecten ook aangetoond dat het opzetten van het adressenregister en de registratie vol gens het voorgestelde ontwerp van een BRA in hoofdlijnen uitvoerbaar is. Toch dienen er bij dit laatste punt en kele kanttekeningen te worden ge plaatst. Brondocumenten De mogelijkheid tot het traceren van alle benodigde brondocumenten ver schilt sterk per gemeente en is onder meer afhankelijk van factoren als de omvang van de gemeente, het archi- veringsbeleid (vernietiging en over brenging naar gemeentearchieven of streekarchieven), ouderdom van de be noeming van het object, en omstandig heden als brand (waarbij archieven verloren zijn gegaan). Gemiddeld kan tussen de 70% en 100% van de benoem de openbare ruimten met brondocu menten (straatnaambesluiten) worden onderbouwd. Nummeraanduidingen blijken gemid deld slechts voor 10% tot 60% te kun nen worden onderbouwd met bron documenten (huisnummerbesluiten). In geen van de deelnemende gemeen ten is een brondocument aangetrof fen, waarin een woonplaats officieel als zodanig is benoemd. Bij de kwali teit van veel van de aangetroffen bron documenten kunnen vraagtekens wor den geplaatst bezien vanuit de eisen die de BRA aan dergelijke documenten stelt. Het is daarom de vraag of bij in voering van een BRA in alle gevallen gezocht zal moeten worden naar bron documenten, of dat tot een nieuwe vaststelling van nummeraanduidin gen zal moeten worden overgegaan. Registratie De volgens de grondslagen van de BRA te hanteren structuur van de registra tie en de in de registratie op te nemen gegevens blijken in de praktijk groten deels te voldoen. Van enkele gegevens bleek het niet mogelijk te zijn deze als een authentiek (officieel onderbouwd) gegeven in de BRA op te nemen. Dit was bijvoorbeeld het geval met de in gekorte schrijfwijze van de naam van de openbare ruimte. Deze ingekorte schrijfwijze is niet als een officieel vastgesteld gegeven in de onderliggen de brondocumenten opgenomen, ter wijl toepassing van inkortingsregels GliODESIA 2002-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 20