Foutenbronnen xjÊ Nauwkeurigheid gemeten posities zijn geregistreerd (in het NMEA-0183 formaat) gedurende een periode van bijna 141/2 uur. Fig. 3 geeft breedte- en lengtegraad van de gemeten posities. De meeste posities liggen binnen vijf meter van de refe rentiepositie. Fig. 4 geeft de gemeten ellipsoïdische hoogte als functie van de tijd (in UTC). De metingen omvatten nagenoeg de gehele daglichtperiode, maar atmosfe rische effecten - in het bijzonder iono- sferische - lijken niet aanwezig in de resulaten. De gemeten hoogte varieert in een band van tien meter naar beide zijden van de referentiehoogte. In tegenstelling tot relatieve puntsbe- paling werken bij enkelpuntsbepaling (stand-alone positioning) alle fouten in de gemeten afstand direct door in de uiteindelijke positie-oplossing. De sa tellietpositie en de klokfout, zoals be rekend uit het door de satelliet uitge zonden navigatiebericht, zijn momen teel tot op enkele meters nauwkeurig. De fout als gevolg van de vertraging van het signaal in de ionosfeer kan ge makkelijk tientallen meters bedragen. De troposferische vertraging loopt van twee meter naar een satelliet in het zenit, tot tien meter voor een satelliet net boven de horizon. De ontvanger- meetruis tenslotte ligt gewoonlijk in de orde van een meter, maar reflecties van het signaal op naburige objecten (multipath) kunnen grotere fouten veroorzaken. De resultaten in fig. 3 en 4 zijn bedui dend beter dan kon worden verwacht op basis van voortplanting van boven staande fouten in de uiteindelijke po sitie-oplossing. Juist voor de atmosferi sche vertragingen gebruikt de ontvan ger - zoals beschreven in documenta tie van het GPS - correctiemodellen, waarvoor voor de ionosferische vertra ging enkele actuele parameters be schikbaar zijn in het navigatiebericht. Deze modellen voldoen zeker niet voor precieze plaatsbepaling, maar kunnen blijkbaar wel het grootste deel van de atmosferische vertraging opvangen in de hier onderzochte toepassing. Fig. 3. Scatter-diagram van de horizontale positie (in WGS84). Meer dan 1700 posities zijn gemeten met 30 seconden interval. Het grid geeft de nauwkeurig bekende referentie positie weer. horizontal position dr. ir. C.C.J.M. Tiberius, afdeling Geodesie TU Delft. 51.9862 O) <D "O o 51.9861 a> -o 13 51.986 51.9859 tab 10 m 4.3876 4.3878 longitude East [deg] 4.388 Fig. 4. Hoogte (in WGS84) als functie van de tijd; de horizontale lijn geeft de nauwkeurig bekende referentie hoogte weer. Als numerieke analyse zijn de verschillen met de nauwkeu rig bekende referentiepositie in breedte- en lengtegraad en in hoogte berekend. Tabel 1 geeft het gemiddelde en de standaardafwijking, uitgedrukt in meters. Het gemiddelde over alle 1712 posities komt goed overeen met de referen tiepositie; de afwijking bedraagt slechts enkele decimeters. Er is geen reden een systematische afwijking te vermoeden in de verkregen positie-oplossingen (fig. 3 en 4). De spreiding in de positie is opmerkelijk klein. De precisie van de enkele positie-oplossing, gegeven door de standaard afwijking, is minder dan twee meter voor de horizontale coördinaten en iets meer dan drie meter voor de verticale coördinaat. De onderste rij van tabel 1 geeft de 95e percen- tielen; in 95% van de gevallen, over de gehele meetperiode, liggen de fouten binnen deze waarden. Fig. 5 laat middels een histogram de verdeling van de fout in lengtegraad zien. ellipsoidal height 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 hour of day (UTC) GEODESIA 2002-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2002 | | pagina 23