Ruimtelijk inzicht
in het kadaster
3 D-rechtsobject biedt inzicht in dimensie van zakelijke rechten
Het kadaster is plat. Dat geldt niet alleen voor de
kadastrale kaart. Ook de kadastrale registratie van
rechten op onroerende zaken is gebaseerd op een
verdeling van het land in 2D-percelen. Het onder
zoek '3D-kadaster' dat in samenwerking met het
Kadaster wordt uitgevoerd, kijkt op welke wijze het
huidige systeem kan worden uitgebreid, zodat ook
complexe situaties, waarbij (eigendoms)rechten
zich boven elkaar bevinden, kunnen worden
geregistreerd in het kadastrale registratiesysteem.
In dit artikel wordt vanuit een juridische invalshoek
en aan de hand van twee cases bekeken hoe de
oplossingen die in het onderzoek naar voren zijn
gekomen, kunnen bijdragen aan het verbeteren
van het inzicht in complexe situaties.
De dimensie van rechten
Waarom is het kadaster
plat?
In dit kader verschenen in Geodesia eerder al artikelen,
waarin het ontwikkelde concept van een 3D-lcadaster
staat beschreven en waarin een technische oplossing
staat beschreven die het mogelijk
maakt 3D-objecten ruimtelijk op te
slaan in het kadastrale DBMS [1] [2].
Een vermogensrecht geeft een aan
spraak op iets of iemand. Heeft zo'n
recht ook een dimensie? Wat is de om
vang van het recht op levering van de
gekochte ijskast? Natuurlijk kan men
niet zeggen dat een recht een dimen
sie heeft. Een recht, of dat nu een vor
deringsrecht is of eigendom, neemt
zelf geen ruimte in. Maar het recht zelf
kan wel aanspraak op een ruimte met
zich meebrengen: ik ben eigenaar van een stuk land van
50 bij 100 m, afgegrensd met een houten hek. Een ander
voorbeeld is de erfdienstbaarheid die mijn buurman het
recht geeft om over mijn erf naar zijn achtertuin te wande
len. Deze kan een zodanige inhoud hebben, dat de buur
man alleen een welbepaald pad mag volgen, bijvoorbeeld
mr. H. D. Ploeger en drs. I. E. Stoter,
afdeling Geodesie TU Delft.
het pad dat loopt langs de westelijke
grens van het erf. Deze dimensie van
de beschikkingsmacht betreft dus de
plaats van de uitoefening.
We hebben nu gesproken over de
plaats waar ik mijn recht mag uitoefe
nen, dat is omschreven in 2D. Maar wij
zijn geen bewoners van 'flat world'.
We leven in een 3D-wereld. Dat de ge
rechtigde tot de erfdienstbaarheid
over het erf kan lopen, impliceert
reeds een zeker gebruik in de hoogte.
Nu is dat zo vanzelfsprekend dat wij er
nooit bij stilstaan, nog minder dat de
wet dat expliciet bepaalt. Voor de
grondeigendom zelf is dat anders (zie
de artikelen 5:20 en 5:21 uit het Bur
gerlijk Wetboek). Uitdrukkelijk wordt
aangegeven dat de eigendom van de
grond zich niet beperkt tot het 2D-
'erfmaar omvat "de bovengrond en
de daaronder zich bevindende aardla
gen". Art. 5:21 BW stelt buiten twijfel
dat de eigenaar ook het gebruiksrecht
heeft van de ruimte, zowel onder als
boven de grond. En ook al gebruikt hij
deze ruimte niet zelf, hij heeft in be
ginsel het recht om derden het ge
bruik van die ruimte te verbieden. Hij
hoeft niet zonder meer toe te laten dat
iemand een kabel over zijn erf spant,
of een tunnel door zijn grond boort.
Rechten op onroerend goed geven al
dus een beschikkingsmacht over een
bepaalde ruimte. En in die zin kan
men bij rechten op grond spreken van
de ruimtelijke component in de derde
dimensie.
In het kadaster vinden we een beschrij
ving en vastlegging van rechten op
grond. Maar als de rechten zich uit
strekken in drie dimensies, waarom is
het kadaster dan plat? De verklaring is
niet moeilijk. In het algemeen is het
voldoende om die ruimte door gren
zen in het horizontale vlak te om
schrijven. Dat de eigenaar van zoveel
vierkante meters grond natuurlijk ook
het recht heeft om die ruimte onder en
boven zijn grond te exploiteren, be
hoeft niet afzonderlijk in het kadaster
tot uiting te worden gebracht. Dit
geeft immers geen extra informatie.
GEODESIA 2002-12