blokdelen zich mogelijke toedelingsknelpunten kunnen
voordoen. Tenslotte kan op perceelsniveau een knelpunten
analyse worden uitgevoerd door binnen deze 'probleemge
bieden' percelen in te schetsen.
Met het haalbaarheidsonderzoek kunnen nuttige resulta
ten worden verkregen. Zo geven de berekende toedelingsva
rianten een beeld welke oplossingsrichtingen wel en welke
niet gekozen zouden moeten worden. Het uitvoeren van
een haalbaarheidsonderzoek lijkt een dure exercitie. Daar
naast is veel inventarisatiewerk al uitgevoerd. Besluitvor
mers als provincie en landinrichtingscommissies beschik
ken echter al in een vroege fase over bruikbare beslisinfor-
matie. Daarnaast kunnen de resultaten van het haalbaar
heidsonderzoek worden gebruikt om draagvlak te krijgen
bij lokale bewoners en overheden.
In de sessies van de commissie 'Spatial Planning' stonden
het gebruik van ruimtelijke afwegingsmodellen en het om
gaan met interactieve planvorming centraal. Linda's pre
sentatie in deze sessie ging over de rol van kaarten in inter
actieve beleidsvorming, een promotie-onderzoek aan de
faculteit Techniek, Bestuur en Management van de TU
Delft. Kaarten hebben verschillende functies tijdens een
open planproces. Ze werken als model
van de werkelijkheid en als taal van
de ruimtelijke ordenaars. De huidige
Nederlandse structuurplannen zijn vi
sualisaties van de trend om ruimtelijk
beleid te differentiëren in tijd en ruim
te. Voorbeelden van modieuze denkka
ders zijn de lagenbenadering uit de
5e nota Ruimtelijke Ordening en het
zoneren van milieukwaliteiten (Milieu
op z'n Plek). De presentatie werd ge-
illustreerd met een praktijkcasus van
een waterkansenkaart. Dit is een be
leidsinstrument om water letterlijk
'op de kaart te krijgen' bij de ruimtelij
ke ordenaars. Paul Lohmann toonde direct de impact van
enkele kaarten door verschrikt te melden dat hij wel erg
veel blauwe vlekken rond zijn woonplaats zag.
Andere sprekers gingen in op de ontwikkelingen van GIS-
systemen ter ondersteuning van ruimtelijke planning. Om
een voorbeeld te noemen: Harry Greenberg uit Israël toon
de de toepassing van een 'computerized assessment'-model
in een stedelijk plangebied. Een mooi GIS-model, maar Har
ry stuitte op de herkenbare problemen in het koppelen van
prioriteiten aan effecten en het omgaan met de kritiek van
bewoners. De Deense bijdrage van Metta Krach belichtte,
net als de Nederlandse bijdrage, vooral de interactieve,
communicatieve kant. Krach legde de vernieuwde Deense
ruimtelijke strategievorming uit, met concepten zoals de
'big H', vergelijkbaar met ons Groene Hart. Heeft dat iets te
betekenen of zijn het vooral mooie woorden van ruimte
lijke beleidsmakers? De inhoud van de papers en presenta
ties was hiermee niet heel vernieuwend, maar wel een
weerspiegeling van de state-of-the-art op het gebied van
ruimtelijke ordening.
Bastiaan ging in op de ontwikkeling
van de National Spatial Data Infra
structure (NSDI) in Nederland en de
factoren die ertoe hebben geleid dat
we in Nederland redelijk vergevorderd
zijn. Een gedeelde visie, leiderschap,
het openstaan voor ontwikkelingen
buiten de sector en internationaal, en
een 'volwassen' geo-informatiesector
hebben er mede toe bijgedragen dat
nu op velerlei gebied naar Nederland
wordt gekeken. Men verbaasde zich
echter wel dat het met het clearing
house niet echt wil vlotten. De Zweed
se bijdrage gaf een ander beeld van een
NSDI: daar wordt zo ongeveer alles bin
nen één organisatie geregeld (Lantma-
teriet). De Amerikaan kon vertellen
dat de coördinatie van de Amerikaanse
NSDI door de jaren heen veel papier
heeft gekost, maar dat het doel eigen
lijk sinds het begin in 1840 weinig is
veranderd: het voorkomen van dubbe
le inwinning van dezelfde gegevens en
het bevorderen van de standaardisatie
van kaarten (of nu: spatial informa
tion). Vanwege het uitblijven van een
visum om in de Verenigde Staten een
presentatie te geven over de Zambiaan-
se SDI, bleef deze bijdrage beperkt tot
een abstract in het abstractenboek.
Yvette mocht tenslotte het spits afbij
ten in deze druk bezochte sessie. De ti
tel van haar presentatie luidde 'De Eco-
Illustratie van
waterkansenkaart-
discussies tussen
gemeenten en
waterschap.
nomische Voordelen van Vrije Toegan
kelijkheid van Overheidsinformatie'.
Overheden over de gehele wereld zijn
de grootste producenten van geografi
sche informatie. Overheidsinformatie
is een enorm, maar tot nu toe weinig
geëxploiteerd goed, wat een funda
mentele bouwsteen voor de nieuwe
economie en de informatiemaatschap
pij zou kunnen en moeten vormen.
Amerikaans federaal overheidsbeleid
is erop gericht dat informatie een
waardevol nationaal goed is en dat de
economische voordelen ervan voor de
maatschappij maximaal zijn wanneer
overheidsinformatie voor eenieder vrij
te verkrijgen is. Overheden van andere
landen delen dit perspectief lang niet
altijd en menen hun informatie als
marktwaar te moeten behandelen. Ar
gumenten voor vrije toegankelijkheid
zijn tot nu toe altijd gericht geweest
Kaartbeelden als discussie-instrument
Spatial Data Infrastructure:
National and Regional Examples
Spatial Information - Open Access
and Cooperation
GEODESIA 2003-1