De resultaten van de literatuurstudie
zijn op zich niet bijzonder, omdat de
voorgestelde verbeteringen min of
meer voor de hand liggen. Wat wel in
het oog springt, is dat de Ravi reeds in
1988 grotendeels dezelfde bevindin
gen heeft gedaan en dat deze nog
steeds gelden. We mogen daaruit niet
zonder meer concluderen dat er het
laatste decennium geen vooruitgang is
geboekt, maar wellicht wel dat de ver-
beterpunten waarvan alle kabel- en lei
dingbeheerders zich bewust zijn, of
zouden moeten zijn, niet de hoogste
prioriteit hebben.
Onderzoek binnen
Rijkswaterstaat
Of de moeizame uitwisseling van ka
bel- en leidinggegevens bij de beheer
ders ook geldt voor de dienstkringen
en directies van Rijkswaterstaat, zou
het tweede deelonderzoek aantonen.
Dit onderzoek is tweeledig. Aan de ene
kant zijn de dienstkringen benaderd
met het verzoek om meer inzicht te
geven in de huidige werkmethoden
voor de registratie van kabels en lei
dingen; anderzijds zijn via de directies
een aantal planstudies van grote infra
structurele werken onderzocht op de
wijze waarop met de inwinning en re
gistratie van kabels en leidingen is om
gegaan.
Het merendeel van de dienstkringen
heeft aan de hand van een door de MD
opgestelde vragenlijst inzicht ver
schaft in onder andere de methode
van inwinning, gebruik van symboliek
op kaartmateriaal, het hanteren van
NEN-normen, de wijze van verwerking
en registratie van gegevens en het ge
bruik van software, en een mogelijke
standaardisatie met betrekking tot de
kabels en leidingen. Uit de reacties
blijkt dat de meeste dienstkringen met
kabels en leidingen te maken hebben
in het kader van de vergunningverle
ning aan derden, waarbij zij een eigen
methode gebruiken voor de registratie
daarvan. De daarbijbehorende gege
vens van kabels en leidingen worden
door de helft van de dienstkringen di
gitaal verwerkt, waarvoor slechts een
aantal dienstkringen een softwarepak
ket heeft aangeschaft. De uitwisseling
van de kabel- en leidinggegevens is
voor verbetering vatbaar, omdat deze
door de helft als problematisch wordt ervaren. Dit geldt zo
wel voor de uitwisseling met derden alsook voor de onder
linge uitwisseling. Alhoewel de voordelen van een eendui
dige codering, classificatie of legenda door de meesten
wordt onderschreven, is het opmerkelijk dat hier in de
praktijk nog geen sprake van is. Een betere afstemming en
goede onderlinge communicatie kunnen hier zeker aan bij
dragen.
Over het algemeen wordt positief tot zeer positief gere
ageerd op de invoering van Kerngis en de daarbij vernieuw
de module voor de registratie van kabels en leidingen. De
continuering van de ondersteunende rol van de MD is daar
bij wel van belang en zeker gewenst omdat de invoer van,
veelal analoge, gegevens veel werk met zich meebrengt.
Ondanks het feit dat nog niet alle dienstkringen dezelfde
methoden hanteren, mogen we toch wel optimistisch zijn
over de recent ingeslagen weg, waarbij Kerngis zeer ge
schikt blijkt te zijn als instrumentarium voor een unifor
mere wijze waarop binnen de dienstkringen wordt omge
gaan met het beheer van kabel- en leidinggegevens. Met de
MD als stuwende factor bij de invoer van de enorme hoe
veelheid aan kabel- en leidinggegevens zijn een beter be
heer en uitwisseling van deze gegevens waarschijnlijk al
leen een kwestie van tijd en geduld.
Bij het ontwerp en de uitvoering van grote infrastructurele
werken zoals de Betuwelijn, de Hoge Snelheids Lijn en de
Maaswerken [9] [10], maar ook bij verbredingen van rijks
wegen, speelt de aanwezigheid van kabels en leidingen
binnen het plangebied een belangrijke rol. Zo worden de
kosten voor het verzetten van een hoogspanningsmast ge
schat op bijna een half miljoen euro en brengen verleggin
gen van of aanpassingen bij grote transportleidingen ook
de nodige kosten met zich mee.
Om te achterhalen hoe in de praktijk bij deze projecten
wordt omgegaan met kabels en leidingen, is een aantal in
terviews gehouden. In tabel 2 zijn de vragen en beknopte
reacties per project weergegeven. We mogen hieruit conclu
deren dat de werkwijze voor de inzameling en registratie
van kabels en leidingen niet sterk van elkaar afwijken. De
fase waarin gegevens worden opgevraagd, verschillen wel
sterk. Soms wordt er al in de ontwerpfase mee begonnen en
een andere keer wordt daarmee gewacht tot het begin van
de uitvoeringsfase. De periode die nodig is voor de inwin
ning, bewerking en registratie van de gegevens loopt uiteen
van enkele weken tot een jaar en is voornamelijk afhanke
lijk van de grootte van het projectgebied, de inzet van per
soneel en de reactietijd die de kabel- en leidingbeheerders
nodig hebben voor de aanlevering van hun gegevens. Daar
naast kan een wijze les worden geleerd uit het feit dat er
ernstige vertragingen optreden (driejaar bij de aanleg van
de Betuwelijn) indien de schadevergoedingen voor verleg
gingen niet bijtijds met de beheerders worden geregeld. Op
basis van de resultaten van de bevindingen is een voorstel
gedaan voor een standaardproductieproces voor de inventa
risatie van kabels en leidingen bij grootschalige projecten
[8], Daarbij is tevens aangegeven in welke fase van een pro
ject (planstudie) bepaalde acties moeten worden uitgevoerd.
Werkmethoden dienstkringen
Grootschalige projecten
GEODESIA 2003-1