Onderzoek kabel- en leidingbeheerders
Het derde deelonderzoek is uitgevoerd om meer inzicht te
verkrijgen in de werkwijze van de kabel- en leidingbeheer
ders, en 0111 te achterhalen hoe zij aankijken tegen het ge
bruik van landelijke standaarden en uitwisselingsforma
ten. In Nederland zijn momenteel honderdvijftig landelijke
kabel- en leidingbeheerders actief, waarvan sommige meer
dere vestigingen hebben. In het kader van het onderzoek
zijn deze benaderd met het verzoek om informatie aan te
leveren met betrekking tot de volgende onderwerpen:
registratie van kabels en leidingen:
gebruik van software voor de registratie;
toepassing van classificaties en NEN-normen;
weergave van kabels en leidingen op kaartmateriaal;
uitwisseling van gegevens en een mogelijke landelijke
standaard.
Er gaan veel
kabels naar een
schakelkast.
Na veel aandringen heeft uiteindelijk 42% van de beheer
ders de vragenlijst ingevuld en geretourneerd. De belang
rijkste resultaten zijn hieronder per onderwerp weergege
ven. De vermelde percentages hebben betrekking op de wer
kelijke respons.
Bij de verwerking van kabel- en leidinggegevens wordt door
40% van de beheerders een NEN-norm gebruikt en maakt
37% gebruik van een bedrijfsnorm. Deze bedrijfsnormen
worden gehanteerd ter aanvulling of uitbreiding van de
NEN-normen. Bij 50% van de beheerders voldoen de werk
zaamheden met betrekking tot kabels en leidingen aan
deze normen.
De gegevens van kabels en leidingen worden door 48% van
de beheerders digitaal verwerkt, terwijl 14% de gegevens
(nog) analoog verwerkt; 38% verwerkt de gegevens zowel
analoog als digitaal. Hierbij stelt 40% haar gegevens digitaal
beschikbaar aan derden, terwijl 22% heeft aangegeven deze
gegevens niet digitaal beschikbaar te
stellen. De overige 38% gaf een andere
reactie (in principe wel/niet, op aan
vraag, niet voor iedereen en nog niet).
Voor de registratie van kabels en lei
dingen wordt door 78% van de beheer
ders een softwarepakket gebruikt; 22%
doet dat niet of heeft de vraag niet be
antwoord. De meest gebruikte soft
warepakketten zijn Smallworld (27%),
MicroStation (16%) en AutoCAD (10%);
25% maakt gebruik van een ander pak
ket, 31% van de beheerders is van me
ning dat hun softwarepakket aansluit
bij die van de overige beheerders en
17% zegt dat dit niet het geval is; 22%
geeft aan dat hun pakket gedeeltelijk
aansluit of stelt dit afhankelijk van
wat anderen gebruiken; 33% geeft aan
dat dit soms het geval is, vindt de
vraag niet van toepassing of heeft geen
antwoord gegeven.
53% van de beheerders geeft aan dat
het eenvoudig is om kabel- en leiding
gegevens met andere beheerders uit te
wisselen en 16% geeft aan dat dit niet
eenvoudig is; 21% stelt dit afhankelijk
van de andere beheerder en 10% vindt
de vraag niet van toepassing of heeft
geen antwoord gegeven. De problemen
die hierbij optreden, hebben voorna
melijk te maken met het uitwisselings
formaat en het gebruik van verschil
lende softwaresystemen. Ook 53% van
de beheerders geeft aan dat het een
voudig is om kabel- en leidinggegevens
met derden (zoals RWS, ingenieurs
bureaus, gemeenten) uit te wisselen en
21% geeft aan dat dit niet eenvoudig is;
13% stelt dit afhankelijk van de andere
beheerder en 13% vindt de vraag niet
van toepassing of heeft geen antwoord
gegeven. De problemen die optreden,
hebben voornamelijk te maken met
het uitwisselingsformaat, lageninde-
ling, coördinatenstelsels en het ont
breken van eenduidigheid.
52% gebruikt een eenduidige classifi
catie of codering bij de verwerking van
kabel- en leidinggegevens, terwijl 21%
dat niet doet; 10% gaat dat in de toe
komst doen of doet dat gedeeltelijk en
17% heeft de vraag niet beantwoord;
44% gebruikt een eigen classificatie of
codering. Slechts 2% volgt een NEN-
classificatie en maar 6% geeft aan dat
hun eigen classificatie gebaseerd is op
NEN-normen
Software
Gegevensuitwisseling
Classificatie
GEODESIA 2003-1