een NEN-norm. De overige 17% hebben sterk uiteenlopende antwoorden gege ven en 31% heeft de vraag niet beant woord. De helft van de beheerders ziet wel voordelen in een eenduidige classi ficatie of codering. Vooral de realisatie- kosten, het maken van centrale afspra ken en het (waarschijnlijk) ontbreken van specifieke classificaties worden als een nadeel gezien. 40% van de beheerders gebruikt een norm voor de symboliek op kaartmate- Kabelgoten. riaal, 36% gebruikt geen norm en 24% heeft de vraag niet beantwoord. Slechts 16% maakt daarbij gebruik van een NEN-norm. Meer dan de helft geeft wel aan dat een eenduidige symboliek voordelen heeft. De meest genoemde voordelen zijn een betere uitwissel baarheid, uniformiteit, leesbaarheid en herkenning van kaartmateriaal. Een klein gedeelte ziet wel nadelen, zoals het op één lijn krijgen van de be heerders, de kosten, gevaar van verlo ren gaan van informatie, en een cen trale regeling. De meeste beheerders zien wel moge lijkheden voor een verbetering van de uitwisseling van kabel- en leidingge- gevens, zoals gebruik van internet en een meer uitgebreide taak van het KLIC, een standaarduitwisselingsfor maat, meer digitalisering, gebruik van dezelfde software, onderlinge afspra ken en centraal beheer van gegevens. De bereidheid om over te stappen op Handwerk voor een standaard is bij de meeste beheer- datacommunicatie. ders (onder voorbehoud) wel aanwezig, maar de bijkomen de kosten en hoeveelheid tijd en arbeid voor het omzetten van gegevens vormen een drempel. Het feit dat een kwart van de kabel- en leidingbeheerders, ondanks een schriftelijke of mondelinge toezegging, geen reactie heeft gegeven op het informatieverzoek van de MD, ondersteunt de conclusie uit de literatuurstudie dat dit the ma bij de meeste beheerders weinig prioriteit heeft. Maar uit de geretourneerde vragenlijsten blijkt dat er wellicht meer aan de hand is. Het gebruik van vraagtekens, streep jes, de veelzeggende afkorting 'n.v.t.' en het soms achter wege blijven van een antwoord geven de indruk dat binnen de organisatie van de beheerders niet altijd bekend is hoe wordt omgegaan met de verscheidene aspecten van de regi stratie en gegevensuitwisseling van kabels en leidingen. Toch is duidelijk geworden dat de belangstelling voor een landelijk onderzoek vrij groot is. De beheerders willen graag van elkaar weten hoe met de registratie van kabels en leidingen wordt omgegaan, en het merendeel toont de be reidheid om verbeteringen door te voeren ten behoeve van een uniformere registratie en soepelere uitwisseling van ge gevens. Afgezien van de financiële consequenties vormen de specifieke eigenschappen van de verschillende soorten kabels en leidingen daarbij de grootste drempel. Hoe verder? Het onderzoek heeft een jaar in beslag genomen en de resultaten zijn in een omvangrijke rapportage verwoord. We mogen stellen dat we nu een goed inzicht hebben in de wijze waarop er binnen Rijkswaterstaat en bij de kabel- en leidingbeheerders wordt omgegaan met de registratie en het beheer van kabels en leidingen. Niet alleen de MD, maar ook de kabel- en leidingbeheerders zelf hebben oplossings richtingen aangedragen voor een verbetering in de toe komst. Hoe nu verder? Binnen Rijkswaterstaat is de invoering van Kerngis bij de dienstkringen een goede methode om te komen tot een uni formere werkwijze met betrekking tot de registratie en het beheer van kabels en leidingen. Op het moment dat dit implementatietraject is afgerond, zal hoogstwaarschijnlijk blijken dat de algemene toepasbaarheid niet optimaal is. Symboliek Aanbevelingen Conclusies GEODES1A 2003-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 21