Huurkoop: van fatale misstand tot financiële mogelijkheid Huurkoop, en de rol van het Kadaster In 1936 werd de koop op afbetaling in het Burgerlijk Wet boek geregeld. Die regeling had geen betrekking op de koop van onroerend goed. "Een ernstige leemte", aldus de latere Minister van Justitie, mr. Van Agt. Hij sprak die woorden bij de behandeling in de Tweede Kamer van het wetsvoorstel dat de huurkoop van onroerend goed moest regelen. Huurkoop is een soort koop op afbetaling, maar met dien verstande dat de eigendom bij de verkoper blijft tot het moment waarop alle termijnen zijn betaald. Een wettelijke regeling was nodig omdat in de jaren zestig voor al in het westen des lands grote misstanden zich voordeden op dit gebied. Financieel minder draagkrachtigen werden ten gevolge van de woningnood de dupe van huizenhande laars. Met die misstanden zijn boeken te vullen. Een voor beeld uit die tijd en nog niet eens het ergste: drie gezinnen kochten begin 1963 in de Smitstraat in Den Haag een huis in huurkoop. Zij betaalden tussen 1963 en 1970 de huur koopsom bijna af. Voordat de levering plaatsvond, overleed de eigenaar. Op de drie panden rustten twee hypotheken; bij zijn overlijden was er vier ton schuld. Een executoriale veiling volgde. Door de actie van Haagse actiecomités en de solidariteit van veel Haagse gezinnen werd op het laatste moment voorkomen dat drie gezinnen op de keien kwa men. In Den Haag waren in die tijd zo'n vierhonderd huur koopcontracten. Ook waren er gevallen dat de eigenaar het huis gewoon aan een derde verkocht, ondanks het feit dat de huurkoper bijna alles had betaald. Overigens werd bijna steeds teveel betaald en ging het vaak om uitgewoonde oude etagewoningen. Om het onverantwoord netjes te zeggen: de verhouding tussen rechten en plichten van de huurkoper was niet in balans. In 1936 bleek dus een treurig misverstand te hebben plaatsgehad. Tijdelijke wet De regering, gealarmeerd door die misstanden, stelde in 1970 een commissie in, onder leiding van prof. mr. P.A. Stein, die moest onderzoeken of een wettelijke regeling ge wenst was en hoe die er moest uitzien. Die commissie zou pas in 1974 rapporteren. Maar dat heeft de regering niet af gewacht: kamerleden bleven druk uitoefenen en maat schappelijke organisaties bleven de misstanden aan de kaak stellen. In april 1971 diende de Minister van Justitie een wetsvoorstel in bij de Tweede Kamer. Daarin werd uit eindelijk geregeld dat huurkoop bij notariële akte moest worden aangegaan en kon worden ingeschreven in de open- bare registers. Latere leveringen kon den dan de huurkoper niet meer scha den. Als geen notariële akte was opge maakt, kop de huurkoper vastlegging van de huurkoop bij de rechter vorde ren. Ook kreeg de rechter bevoegdheid om onredelijke contracten te wijzigen. In de wet kwamen dwingende regels over vervroegde aflossing, prijsindexe- ring, taxatierapport, enzovoort. De 'Tijdelijke wet huurkoop onroerende zaken' trad in werking op 6 juli 1973 en is nog steeds van kracht. Inschrijfbaar Inschrijfbaar in de openbare registers werden: akte van huurkoop; rechterlijke uitspraak waarin de huurkoop schriftelijk werd vastge legd; wijziging en vernietiging van de huurkoop; instelling van de rechtsvordering tot schriftelijke vastlegging. Door de inschrijving in de openbare registers ontstaat zakelijke werking van de huurkoop, zodat latere leverin gen, hypotheken, beslagen en dergelij ke niet ten nadele van de huurkoper werken. In de kadastrale registratie wordt huurkoop op een inzichtelijke manier geregistreerd. Naast de naam van de eigenaar ziet men dat sprake is van een ingeschreven huurkoop. Daar bij worden de gegevens van de huur kopers) vermeld met een verwijzing naar deel en nummer van de inge schreven huurkoopakte. Nieuw BW: financieringsmogelijkheid? In 1974 werd de wet - die eerst alleen voor woningen gold - van toepassing op alle soorten onroerend goed. In 1988 klaagde het bedrijfsleven bij Jus titie over de ongunstige effecten die de wet had op het leasen van gebouwen. Ingrijpen in prijzen door de rechter was daar namelijk niet nodig en ook niet gewenst. Justitie liet door het Kadaster onderzoeken hoe frequent huurkoop voorkwam en of daarbij ook bedrijfsgebouwen betrokken waren. Het resultaat staat in het overzicht op p. 27. Zacharias Klaasse, senior-beleids medewerker concernstaf Vastgoed informatie en Geodesie van het Kadaster in Apeldoorn. GEODESIA 2003-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 28