In juni 1995 werd aan de Tweede Ka mer een wetsvoorstel aangeboden tot aanvulling van Boek 7 van het BW (Burgerlijk Wetboek) met huurkoop. De regering stelde daarin voor om al lerlei dwingende bepalingen uit de Tij delijke wet te schrappen. Dat kon om dat sedert de zestiger jaren heel wat was veranderd: de huurprijzenwet was er, splitsing van oude panden in appar tementsrechten is gebonden aan de toestemming van B&W, allerlei consu- mentenbeschermende regels werkten inmiddels, enzovooort. De inschrij ving van de huurkoopovereenkomst in de openbare registers werd gehand haafd, evenals de zakelijke werking daarvan. De regering vond huurkoop - in de meer liberale vorm van het wets voorstel - misschien een alternatief voor hypotheek en financiële leasing van bedrijfsgebouwen, en zou dus nieuwe financiële mogelijkheden kun nen bieden. In Limburg hebben zich inderdaad enkele gevallen voorgedaan waarbij huurkoop als manier van fi nanciering van woningen werd ge bruikt. De Tweede Kamer aanvaardde het wetsvoorstel in maart 1996. De Eer ste Kamer bleek erg voorzichtig: men vreesde herhaling van de vroegere toe standen. Deze Kamer wilde de behan deling van dit wetsvoorstel pas voort zetten als ook de aanvulling van Boek 7 BW (o.a. inzake koop en ruil) met consumentenbeschermende bepalin gen aan de orde zou komen. In 2002 was het zover: het wetsvoorstel inzake koop en ruil heeft de Eerste Kamer be reikt. Dat heeft daar tot allerlei vragen geleid over onder andere de verhou ding tussen beide wetsvoorstellen. In een schriftelijk overleg heeft de Mi nister van Justitie op 25 juni 2002 ge antwoord dat het voorgestelde artikel 7 3 BW (de zogenoemde Vormerkung) meebrengt dat ook de huurkoper van een onroerend goed de huurkoopover eenkomst kan laten inschrijven in de openbare registers. Na de inschrijving treedt dezelfde bescherming voor de huurkoper in, die ook voor de gewone koper geldt. Betreft de huurkoop een woning en is de huurkoper een consu ment, dan kan de inschrijving niet bij overeenkomst worden uitgesloten. Tij dens de bedenktijd van drie dagen die ook de consument-huurkoper van een woning heeft, lean de huurkoop alleen worden ingeschre ven als de onderhandse akte is opgesteld en mede-onderte kend door een notaris. Maar let op: hiernaast blijft gelden dat de partijen bij de huurkoop verplicht zijn om van de huurkoop een notariële akte op te maken, die wordt inge schreven in de openbare registers. De huurkoper krijgt door deze inschrijving dezelfde bescherming als bij de Vormer kung, met dit verschil dat deze bescherming niet aan een termijn is gebonden, terwijl de bescherming bij de Vormer kung maximaal zes maanden duurt. Al met al studeert het parlement al meer dan zeven jaar op het nieuwe wetsvoorstel over de huurkoop. Wij wachten op de inwerkingtreding van deze - geliberaliseerde - wette lijke regeling. Tot zolang blijft de Tijdelijke wet gewoon werken. Cijfers In 1988 en 2000 is door mij in het Kadaster onderzocht hoe veel akten van huurkoop zijn ingeschreven. Dat onderzoek heb ik onlangs herhaald. In de periode van 1973 tot 1988 zijn in totaal zo'n zevenhonderd akten ingeschreven. Medio 2000 waren zo'n honderdtwintig ingeschreven huurkoop akten nog actueel. Thans zijn nog honderd ingeschreven ak- Aantal ingeschreven ten effectief: tweeënveertig inzake woonhuizen en negen huurkoop- envijftig inzake bedrijfsmatige objecten. Voor verdere ge- overeenkomsten. gevens verwijs ik naar onderstaand overzicht. PROVINCIES PERIODE 1973-1988 ACTUEEL PER MEI 2000 ACTUEELPER AUGUSTUS 2002 woningen bedrijfs gebouwen aantal overeen komsten woningen bedrijfs gebouwen Groningen, Friesland, Drenthe 52 15 6 1 3 Overijssel, Flevoland 0 75 19 0 21 Gelderland 0 83 10 2 6 Noord-Holland, Utrecht 40 49 14 7 9 Zuid-Holland, Zeeland 205 80 19 4 10 Noord- Brabant, Limburg 18 85 51 28 10 Totaal 315 387 119 42 59 GEODES1A 2003-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2003 | | pagina 29